Reizen Karelië, Finland
Karelië is een historische Noord-Europese regio, waarvan het grootste deel in Rusland en het overige deel in Finland ligt. Wij trekken door deze verre uithoek van het Scandinavische deel en zwerven niet alleen door een bijna uitgestorven gebied, maar ervaren ook dat de muggen hier absurd snel kunnen vliegen!
Helge vraagt het nogmaals: “Hoeveel nu?” “Twaalf kilometer per uur”, meld ik na een blik op het navigatiesysteem. “Echt?” Helge, kan het bijna niet geloven. Ikzelf ook niet, maar cijfers liegen niet. Het Finse deel van Karelië is blijkbaar een paradijs voor muggen. Sommige van deze exemplaren dansen nog steeds rond voor mijn vizier, terwijl ik op dit moment twaalf kilometer per uur rij. De beesten zijn blijkbaar echt uitgehongerd, ze blijven maar volgen. Er is ook niet veel menselijk leven in dit gebied langs de Russische grens. De dorpen liggen ver uit elkaar, met af en toe een huis of een kleine boerderij ertussen. Dit is geen Lapland, maar ook in deze oostelijke uithoek van Scandinavië is de mensheid extreem dun gezaaid.
Gisteren zijn we in Helsinki van boord gegaan.
De overtocht duurde iets minder dan anderhalve dag. Heerlijk rustig en veel vrije tijd om plannen te maken, kaarten te bestuderen en routes uit te stippelen. Het globale plan is de Via Krelia richting noorden pakken. Deze loopt van Vaalimaa in het zuiden langs de Russische grens naar Salla in Lapland, boven de poolcirkel. Het plan om daarbij enkel kleine onverharde wegen te pakken, blijkt al op de eerste dag behoorlijk optimistisch. De opwarmfase van deze reis heb ik genadeloos onderschat, mede te danken aan de plaatsnamen trouwens. Vaalimaa, aan het begin van de Via Karelia, was gemakkelijk te vinden. Het dorp ligt direct aan de 7, een grote weg die eindigt bij de grens. Maar Muurikkala, Hujakkala of Hyti vinden wanneer je probeert op het gravel te blijven, blijkt een behoorlijke uitdaging. Het navigatiesysteem kent bijna geen van deze plaatsen, en ook de kaart laat ons in het ongewis.
En zo dwalen we vandaag enigszins gedesoriënteerd door de bossen. Steeds weer dirigeren waarschuwingsborden ons dezelfde weg terug. De grens met Rusland is ook in Finland een gevoelige scheidslijn. De middag is al lang voorbij wanneer we Lappeenranta bereiken. De stad ligt aan het einde van het Saimaakanaal, direct aan het Saimaameer, het grootste meer van Finland. Naar verluid herbergt het meer 14.000 eilanden en met een oppervlakte van 4.370 vierkante kilometer is het het op drie na grootste meer van Europa.
De hele weg naar Laapeenranta zijn we begeleid door het Saimaakanaal. Deze waterweg werd in het midden van de 19e eeuw aangelegd en vormde bijna een eeuw lang een belangrijke transportroute voor de bosbouw. 800.000 ton hout werd over een afstand van 48 kilometer richting de Baltische Zee vervoerd. Daarbij werd middels 28 sluizen een hoogteverschil van 76 meter overwonnen. Tijdens de Winteroorlog annexeerden de Russen een deel van het kanaal en toen was het gedaan met het vervoer van goederen van het binnenland naar de kust. De Finse bosbouw moest een nieuwe route vinden, maar dat zou een kostbare aangelegenheid worden. In 1962 gebeurde er echter iets opzienbarends. Middenin de Koude Oorlog verhuurde de Sovjet-Unie een stuk van haar grondgebied aan Finland, waarna de houttransporten konden worden hervat. Tegenwoordig wordt het kanaal voornamelijk nog gebruikt door toeristen, het houttransport vindt al lang over de weg plaats.
De dag loopt inmiddels op z’n eind, tijd om op zoek te gaan naar een camping. We zijn in Scandinavië, waar ze volgens mij het kamperen hebben uitgevonden. Overnachtingsmogelijkheden te over dus. Nou niet dus. Er is helemaal niets te vinden. We struinen de oevers van de Saimaa af, sjokken van plek naar plek. Ergens langs deze 14.850 kilometer lange oever moet toch een plek zijn om de tent op te zetten, desnoods wild. Maar hoe hard we ook zoeken, geen lapje grond is groot of vlak genoeg. De twee officiële campings die we wel vinden, hebben de deuren nog gesloten, en dat terwijl het al midden juni is.
Het is bijna middernacht wanneer we eindelijk een camping vinden. Ook hier lijkt het erop dat we ons te vroeg rijk rekenen. Het betref een privéaccommodatie, vertelt een oudere dame ons. Je moet lid zijn van een of andere club om hier te mogen overnachten. Mijn hemel, wat is dit voor edele weide die een lidmaatschap vereist. De vrouw erkent gelukkig onze netelige situatie en verleent ons gelukkig toegang. Eindelijk tijd voor een kop thee en een bord spaghetti, dat gaat er inmiddels wel in!
Noordoost is onze koers de volgende dag. We willen terug richting de grens, terug naar de Via Karelia. Onze zoektocht van gisteravond heeft ons behoorlijk van de geplande route doen afwijken. Een directe weg is er niet, de Saimaa ligt in de weg en daar moeten we een weg omheen zien te vinden. We pakken de 5. Die oogt weliswaar saai, maar ook direct en snel. Daar worstelen we ons wel even snel doorheen. De route is doorspekt met veerboten, die daar varen waar wegen en bruggen niet meer mogelijk zijn.
Tientallen kilometers lang is er geen mens te bekennen. Wel staat er met enige regelmaat een ‘mökki’ aan de oever. Voor de Finnen vormen deze huisjes de verbinding met de natuur. Het is een uitvalsbasis voor vissen, kajakken en het plukken van bessen en paddenstoelen. Uiteraard heeft elke mökki een sauna, de Fin functioneert blijkbaar niet zonder. Zelfs op de veerboot was er eentje. Alleen de regio rond het Saimaameer schijnt 43.000 mökki’s te tellen, bijna allemaal met uitzicht op het water.
Meren dwingen ons constant tot het maken van omwegen. Een van die omwegen leidt ons langs het Linnansaari National Park, dat in de jaren 50 werd opgericht om de natuur van het Finse merengebied te beschermen. Terecht, want het is een prachtig gebied. We meanderen verder naar het oosten en installeren ons op de camping in Joensuu. Die ziet er spic en span uit, bijna steriel, over de ligging aan de rand van de stad valt echter te twisten. Maar hij is én open, én je hoeft er geen lidmaatschap voor te hebben. Joensuu heeft bovendien nog een ander voordeel: het ligt centraal en direct aan de Via Karelia.
Iets minder dan zeventig kilometer naar het oosten ligt Ilomantsi, een gehuchtje in de Finse bossen. De kaart heeft ons naar hier gelokt, want eromheen ligt een waar doolhof aan kleine wegen waar we ons vandaag aan willen laven. Meteen achter het plaatsje buigt een kleine weg af naar Möhkö. Tot aan het dorp is de oriëntatie makkelijk, maar daarna moeten we geconcentreerd navigeren. De weg voert langs het oude runendorp Parppeinvaara, een openluchtmuseum met huizen in Karelische bouwstijl. Na 24 kilometer bereiken we Möhkö, niet veel meer dan wat bij elkaar geraapte huizen, maar wel met enkele bezienswaardigheden. Direct aan de oever van de Anninkoski is bijvoorbeeld een café gevestigd in een oud vrachtschip. Culinaire hoogtepunten zijn de zelfgemaakte limonade en appeltaart. Lekkernijen die je niet kunt weerstaan.
De volgende dag heeft wederom het beste weer voor ons in petto. Op een paar regendruppels na is nattigheid ons tot noch toe bespaard gebleven. Prettig ook, want vandaag gaan we bergop, al is het hoogteverschil in Finland letterlijk en figuurlijk te overzien. Wanneer je ver wilt rijden, heb je veel benzine nodig. De Africa Twin meldt een resterende actieradius van 330 kilometer. Vermoedelijk zit er nog wel voor een paar kilometer meer in het vat, maar of dat voldoende is? Het netwerk aan tankstations wordt steeds dunner en het is daarom belangrijk om al vroeg voorzorgsmaatregelen te nemen. Onze bestemming Suomussalmi is grofweg 350 kilometer rijden vanaf Joensuu, dus toch eerst maar even tanken.
Halverwege de etappe ligt Nurmes. De stad is het culturele centrum van Noord-Karelië en verschillende huizen in de traditionele Karelische bouwstijl behoren tot de bezienswaardigheden. Het grootste gebouw is het Bombahuis. Een enorm houten bouwwerk met dikke balken die het fundament vormen. De man die er zijn naam aan gaf is Jegor Bomba, die het bouwde in de 19e eeuw. Het oorspronkelijke gebouw stond het in Rusland, maar dat bestaat niet meer. Het werd gereconstrueerd in Nurmes, iets groter dan het origineel, en werd al snel een trekpleister voor toeristen. Het restaurant in het Bombahuis, dat elke middag een Karelisch buffet serveert, heeft zeker bijgedragen aan die populariteit.
Aan het eind van de middag komen we aan in Suomussalmi, een plaats met een duistere geschiedenis. De Winteroorlog tussen Rusland en Finland woedde hier bijzonder hevig. Overal herinneren militaire begraafplaatsen, loopgraven, schuilplaatsen en zelfs oude tanks aan die inktzwarte periode. Tegenwoordig is Suomussalmi een veel gelukkiger plaats en de afgelegen ligging heeft veel merkwaardige competities voortgebracht. Zoals het wereldkampioenschap bosbessen plukken. Dat wordt hier al twee decennia lang elk jaar in september georganiseerd, waarbij er in totaal 400 kilo wordt geplukt. Afhankelijk van of het een goed jaar is, legt Veeti Kaukamäkki van de receptie van het hotel uit. En mocht je jezelf tot wereldkampioen bosbessen plukken kronen, dan brengt je dat naast eeuwige roem ook de immense prijzenpot van wel € 100,00!
Omdat we weer in de bewoonde wereld zijn, besluiten we om ons vanavond in het nachtleven van Suomussalmi te storten. Een overzichtelijke aangelegenheid, zo blijkt al snel. Het is al tien uur in de avond, maar gelukkig is Café Vaakuna nog open. Op straat is er al geen levende ziel meer te bekennen, ondanks dat het nog net zo licht is als twaalf uur geleden. Dat maakt de kroegeigenaar niets uit, die heeft ervoor gezorgd dat er geen daglicht binnenkomt. Het is redelijk donker binnen en de geur van verschraald bier en sigarettenrook hangt in de lucht. Er zitten een man of zes in de kroeg en de sfeer is zeker voor Finse begrippen uitgelaten. Hier komen we de avond wel door!
De volgende ochtend. Al na dertig kilometer worden we opgehouden door ‘Hiljainen Kansa’, het zwijgende volk. Negenhonderd poppen staan in een veld langs de weg, figuren met turfkoppen en kleurrijke kleren. Ze staan er al sinds 1994 en zijn beroemd tot ver buiten de Finse landsgrenzen. Het zwijgende gezelschap was eigenlijk een rekwisiet voor een dansvoorstelling, maar de inwoners van Suomussalmi besloten dat ze te mooi waren om weg te gooien en parkeerden ze op dit veld. Twee keer per jaar worden de veenkoppen opgefrist en krijgen ze nieuwe kapsels en kleding. Dat laatste kost overigens niet, bezoekers kunnen hun kleding gratis ruilen met die van de figuren.
‘s Avonds bereiken we Rovaniemi, de stad op de poolcirkel waar de kerstman zijn domicilie heeft. Hij is trouwens in 2015 failliet gegaan. Hij, of beter gezegd het bedrijf dat het kantoor van ‘Joulupukki’ runt, was de Finse belastingdienst 200.000 euro schuldig. Vandaag de dag is er niets meer te merken van de vroegere financiële problemen en komen er jaarlijks zo’n 300.000 toeristen naar Rovaniemi om Joulupukki te bekijken en hun poolcirkelcertificaat op te halen.
De volgende dag rijden we verder naar het oosten, naar Salla, een van de twee startpunten van de Via Karelia. De grens met Rusland is weer dichtbij. Net als op voorgaande dagen trekt een bijna kosmisch aantal berken en sparren aan ons oog voorbij. Bij Hautajärvi, op de 950, passeren we andermaal de poolcirkel, nu in zuidelijke richting. Hier is de overgang rustig en vredig, niet zo opzichtig als in Rovaniemi. Een café dat ook de boswachterspost is. Hier begint de ‘Karhunkierros Trail’, vrij vertaald het berenpad, een van de populairste wandelroutes in Finland.
De route dankt zijn naam aan het feit dat hier de meeste beren van Finland leven.
We blijven op koers naar het zuiden. We willen langs de kust terugrijden naar Helsinki. Via kleine weggetjes proberen we de Baltische kust te bereiken, duiken weer met de motoren door de bossen. En daar zijn ze weer, muggen. Tijd voor een snelle test. Het kost een paar kilometer voor we resultaat hebben, maar dan hechten een paar van deze bijtende beestjes zich weer aan het vizier. Eentje heeft het geschopt tot 14 kilometer per uur. Dus mocht u ooit bij Triviant de vraag krijgen, dan weet u bij deze het antwoord: de ‘Nematocera Lapplandius’ is sneller dan zijn zuidelijke halfbroer!