Reizen India
Ladakh is een gebied in de meest noordelijke gelegen Indiase deelstaat Jammu en Kasjmir. Het ligt op het Tibetaanse hoogplateau en is enkel bereikbaar via de hoogste passen ter wereld. Met de motor al een uitdaging op zich, helemaal wanneer je dit onderneemt met enkel een vliegticket in de achterzak. Dus je niet klakkeloos aansluiten bij één van de vele reisorganisaties in dit gebied, maar zo vrij als een vogel op ontdekkingsreis door één van de laatste geïsoleerde gebieden op aarde. Avontuur in het kwadraat!“Een land zo ruw en desolaat dat enkel de beste vrienden of ergste vijanden er naartoe trekken”. Het idee om de hoogste bergketen ter wereld, de Himalaya, per motorfiets over te steken houdt onze gemoederen al twee jaar bezig. De dag dat we (en met we bedoel ik vier Belgische vrienden) het vliegtuig naar Delhi pakken om daar onze gezamenlijke droom te verwezenlijken, komt dan ook geen moment te vroeg. In Delhi logeren we de eerste dagen in het Landmark Inn hotel in Karol Bagh. We hebben bewust gekozen voor deze wijk, omdat hier alle motorzaken en accessoireshops gevestigd zijn en je er daarom uitgebreid kijken en vergelijken kunt. Een noodzakelijk kwaad omdat we op de bonnefooi hierheen zijn gegaan, zonder enige bijval van een reisorganisatie. Zelf vervoer regelen, de route uitstippelen en slaapplaatsen zoeken mag dan een hoop extra regelwerk met zich meenemen, het zorgt ook voor een ongelimiteerde portie vrijheid, en daarmee samenhangend blijheid. En dat is nu eenmaal onbetaalbaar.Na een halve dag shoppen hebben we vier identieke Enfield 500 cc machines met 22 liter benzinetanks en bagagedragers gescoord. De huurprijs is 11.700 Indische Roepies per motor, omgerekend een kleine 185 euro voor drie weken. Mister Madaan van Madaan Motors dringt er op aan om een “mechanic” mee te nemen voor 100 Roepies per dag, nog geen 2,50 euro. Geen geld natuurlijk, maar ook niet ons idee van avontuur. Uit beleefdheid nemen we hem toch maar twee dagen mee op sleeptouw. De eerste dag rijden we ongeveer 400 kilometer tot het koelere Bilaspur aan de voet van Himalaya. Een plaats om te overnachten vind je hier altijd, het reizen zit de Indiër namelijk in het bloed. Voor een familiebezoekje zijn ze meestal honderden kilometers onderweg en dan ontkom je veelal niet aan een overnachting. Die zijn hier overigens niet duur, kamerprijzen variëren van 1 tot 25 euro per persoon. Interessant zijn ook de gouvernment guesthouses, speciale accommodaties voor staatsambtenaren met meerdaagse werkopdrachten, waar je als toerist ook terecht kunt. Het guesthouse van Bilaspur lijkt in eerste instantie verlaten, maar dat blijkt het gevolg van een elektriciteitsstoring. Het personeel ontvangt ons hartelijk. In de hal zijn meerdere ramen kapot waardoor de regen hier vrij spel heeft. In combinatie met de storing lijkt het wel een spookhuis, maar de warme maaltijd, werkende douche en het comfortabele bed maken dat we als tevreden mensen aan onze eerste echte nacht beginnen.À propos overnachten, zelfs al betaal je relatief gezien veel voor een overnachting, verwacht nooit Westerse taferelen. Qua inrichting wil het af en toe aardig in de richting komen, maar waar in Europa is elektriciteit en warm water standaard zijn, ben je in India pas verzekerd van een warme douche wanneer er ook daadwerkelijk warm water uit de kraan komt.De volgende dag volgt onze tweede pas van de reis: de Baralacha La (4.900 meter hoog). Deze voert ons naar Sarchu waar we overnachten in tenten op een hoogte van 4.200 meter. Van slapen komt er niet veel, tegen de kou kunnen we ons nog aardig wapenen, maar de hoogte veroorzaakt ademnood, slapeloosheid en zelfs visioenen. Een kleine voorbode dat de natuur het ons in de Himalaya niet gemakkelijk gaat maken.Zoals gezegd ligt Ladakh in de provincie Jammu en Kasjmir. Belangrijkste plaats van het gebied is de stad Leh op 3.500 meter hoogte. Om daar te komen moeten we over de ’s werelds op één na hoogste weg, de Manali-Leh Highway die dwars door de Himalaya kronkelt en daardoor de avonturier in ons wakker maakt. We plannen drie rijdagen voor de afstand van 475 kilometer, sneller lijkt ons gekkenwerk. De weg was oorspronkelijk een militaire route om India te beschermen tegen de oude vijanden Pakistan en China. Daarnaast geldt het ook als de belangrijke handelsroute voor het bevoorraden van het afgelegen Ladakh. En dat moet dan gebeuren gedurende de vier maanden per jaar dat de weg open is, de overige tijd zorgt koning winter voor absolute isolatie van het afgelegen gebied. Het is moeilijk voor te stellen om ingesloten te moeten leven tussen twee weinig sympathieke buren en ’s werelds hoogste bergketen.Het starten van de motorfietsen gaat ons onderwijl ook een stuk beter af. Wil het noodzakelijke ritueel succes hebben dan moet het worden uitgevoerd conform een strak protocol, iets dat we dan ook uiterst zorgvuldig doen. Benzinekraan open, chokehendel uit, kleplichter intrekken, gevolgd door enkele trappen op de kickstarter om vers mengsel naar de carburateur te transporteren. Dan met gebruik van de kleplichter de zuiger op z’n bovenste dood punt zetten, te zien aan de Ampèremeter die nul aangeeft, om aansluitend de kickstarter pas echt op z’n donder te geven, zonder het gashendel te beroeren by the way. Indien goed uitgevoerd worden je inspanningen beloond met de roemruchte Enfield sound. Is dat niet het geval, begint het hele spelletje weer van vooraf aan.We zijn ondertussen al vijf dagen onderweg, inclusief één rustdag. Gedurende die tijd hebben we slechts 600 kilometer afgelegd. Een afstandje waar je in Europa nauwelijks zes uur mee zoet bent, maar hier is dat blijkbaar anders. Zeker gezien het feit dat we allesbehalve getreuzeld hebben. Sterker nog, we hebben ons zelfs zo gehaast dat we nog maar weinig hebben kunnen genieten van het landschap. Ook omdat de Indiase wegen zo verschrikkelijk slecht zijn, dat je elke seconde volledig geconcentreerd moet blijven. Gaten waar je een salontafel in kwijt kan, dwaze inhaalmanoeuvres, spookrijders, apparaten die de naam voertuig onwaardig zijn, bizarre ongevallen, loslopende dieren, ga zo maar door. En daarbij links moeten rijden en rechts schakelen. Mentaal best een zware belasting, maar niemand die ooit heeft beweerd dat het leven van de ware avonturier altijd over rozen gaat. Hoort er allemaal bij.Vanuit Sarchu proberen we de laatste 250 kilometer naar Leh in één dag te rijden. Via de More Plains bereiken we de hoogste pas van de route, de Tanglang La op 5.300 meter hoog. De More hoogvlakte is een onwaarschijnlijke sensatie die begint op 4.300 meter hoogte. De schier oneindig lijkende Plains zijn 50 kilometer lang en kilometers breed en omdat we ons inmiddels ten noorden van de Grote Himalaya bevinden, valt er weinig of geen regen. De eeuwige sneeuw heeft plaatsgemaakt voor een dorre hoogtewoestijn die zich uitstrekt zover het oog reikt. Op de pashoogte van Tanglang La nemen we de tijd voor een korte wandeling. Het gaat moeizaam, de ijle lucht speelt ons flink parten, zeker in combinatie met de vermoeidheid die ons de laatste dagen meester heeft gemaakt. De drang om te stoppen is dan ook groot, maar toch besluiten we om verder te rijden naar Leh.In eerste instantie zou onze monteur Cesar maar meerijden tot Manali, maar omdat zijn technische kennis en vaardigheden ons meer dan eens bijzonder goed van pas kwamen, hebben we hem gevraagd om mee te reizen tot aan Leh. Nu is het helaas echt tijd om afscheid te nemen, hij keert terug. Mochten we nu worden overvallen door technische misère, zijn we helemaal op onszelf aangewezen. Tja, als je avontuur wilt, kun je het krijgen ook.We blijven ongeveer een week in Leh, waarbij we wel enkele uitstapjes maken. Na een verdiende rustdag zetten we eerst koers naar Pangong Tso, een meer van 130 kilometer lang op 4.200 meter hoogte. Op de heenweg begint één van de Enfields onwelwillend te pruttelen. Tijdens een afdaling gelukkig, zodat we nog meerdere kilometers kunnen uitrollen. Op vlakke stukken duw ik de machine verder, waarna we beneden in de vallei de tijd nemen om de bougie van de tegensputterende fiets te wisselen. Dat blijkt afdoende en de Enfield ratelt weer als vanouds. Verder naar Pangong Tso, dat van een ongekende groots- en schoonheid is. Desolaat vooral. ’s Avonds genieten we er van een simpele rijstmaaltijd bij kaarslicht. Uit praktisch, niet romantisch oogpunt trouwens, “No electricity sir”, legt onze gastheer uit. Terug in Leh pakken we andermaal een dag rust, deels ook om de slotceremonie van het Ladakh festival bij te wonen. De Ladakhi voeren gehuld in kleurrijke klederdracht een fantastisch muziek- en dansspel op en we voelen ons vereerd deelgenoot te mogen zijn van deze oeroude traditie. Onze laatste uitstap vanuit Leh gaat noordwaarts. Ladakh is pas sinds 1970 toegankelijk voor toeristen. De Manali Leh Highway werd voorheen enkel gebruikt door militairen en handelaars, maar na de openstelling bleek te weg een grote aantrekkingskracht op toeristen te genieten. Het bedwingen van ‘the highest motorable road in the world’ is natuurlijk een echte uitdaging voor rijke Westerse toeristen, zowel per fiets als motorfiets. En India zou India niet zijn als daar niet gretig op werd ingespeeld. Met de Kardung La bijvoorbeeld, een pas nog hoger dan de Tanglang La en daarmee het ultieme lokvoer voor de toerist. De weg ligt op 5.600 meter hoogte melden de verschillende folders vol trots, maar blijkbaar hadden de opstellers daarvan niet de beschikking over een hoogtemeter. Die ontkracht de mythe namelijk ontegenzeggelijk, de pas is namelijk geen 5.600 maar slechts 5.300 meter hoog. Nog altijd 500 meter hoger dan de Mont Blanc, maar toch.De eerste kilometers van ’s werelds hoogst berijdbare pas is het asfalt behoorlijk goed. We ontmoeten zelfs een groep mountain bikers die zich al zwoegend op de pedalen richting de top werken. Respect!Het wegdek wordt al snel veel slechter. Concentratie is een eerste vereiste en langzaam peddelen we voort. Boven op de pas maakt de ijle lucht het ons weer onaangenaam moeilijk en daarom zetten we snel de afdaling in. Het wegdek wordt alsmaar slechter en dat bederft de pret aan de meer dan 25 kilometer lange afdaling enigszins. Onze magen knorren en naast een kazerne maken we even pas op de plaats. De moraal is behoorlijk laag, ook omdat de wegwijzers geen duidelijkheid geven over de afstand tot het volgende dorp. Even overwegen we om terug te draaien, maar gaan toch verder.We bezoeken het dorpje Kardung en zien in de verte het begin van de Nubra vallei. Ook hier hebben de mensen te kampen met een vijandige buur en een natuurlijke barrière die het gebied acht maanden per jaar aan een isolement onderwerpt.Onze voorlaatste rustdag besteden we aan wat onderhoud aan de motoren. Meerdere onderdelen moeten worden vastgeschroefd. De claxon van een der Enfields is zelfs compleet afgescheurd en verdwenen, terwijl bij een andere het luchtfilterhuis ergens tussen de framebuizen ligt. Niet echt verbazingwekkend wanneer je ziet aan welke ontberingen de motoren worden blootgesteld. Het is eigenlijk al verwonderlijk dat de machines überhaupt nog rijden.Tijd voor de Long Way back. We laden al onze bagage op de motorfietsen en controleren oliepeil, ketting en reserve benzine. Vervolgens wordt het stuur gedecideerd richting zuiden gedraaid. Na een uur of twee rijden is het tijd voor ontbijt, dat bestaat uit een heerlijke omelet met chai, zoete melkthee dat prima helpt om je vochtgehalte op peil te houden.De route voert deels over de More Plains, en ook de verdere rit tot Sarchu is omgeven door natuurlijke schoonheid. Het landschap blijft verrassen, waarbij enkel miezerige regen het laatste uur roet in het eten gooit. Niet prettig met in het achterhoofd de koude tenten zonder verwarming waar we in moeten slapen. We bereiken de vertrouwde tenten zonder veel problemen en genieten van een prima nachtrust. Klaarblijkelijk heeft het lichaam zich deels aangepast aan het leven op grote hoogte.De volgende ochtend is de hemel grauw en een half uur later valt er sneeuw. De eerste reactie is nog ‘leuk, een beetje sneeuw’, een mening die we aan het eind van de dag flink moeten herzien. De vele gaten in het wegdek zijn gevuld met water hetgeen het onmogelijk maakt om in te schatten hoe diep ze zijn. Na dertig minuten zijn m’n voeten dan ook al drijfnat, dat belooft wat. Omgeven door sneeuw beklimmen we de Baralacha La en beseffen nog totaal niet waar we in verzeild zijn geraakt. Hevige sneeuw belemmert het zicht tot minder dan vijftig meter. Uit de witte vlokkendeken doemt niet veel later het silhouet op van een Tata truck die door een brug is gezakt. De bedding is echter droog waardoor we toch tussen grote rotsblokken door naar de andere kant kunnen rijden. Verderop glijden Tata trucks zo voor onze ogen tegen de bergflank aan. Een legercolonne van vijftien trucks staat stil. Andere vrachtwagens proberen er voorbij te steken, maar slagen daar niet in. De weg slibt langzaam maar zeker dicht met voertuigen. Wanneer alle trucks hun pogingen om verder te komen hebben gestaakt, proberen de jeeps het maar eens. Ook zonder succes. Bovendien valt op dat iedereen enkel aan zichzelf denkt. Even een stukje achteruit om ons door te laten is er niet bij, alles gaat moeizaam en bij de vele discussies gaat kostbare tijd verloren. Uiteindelijk lukt het ons toch om de pas over te steken. Na drie uur klimmen en één uur afdalen stoppen we doorweekt en onderkoeld voor een ontbijt. Net als de temperatuur is het humeur gedaald tot onder het vriespunt. Toch moeten we verder en na een eenvoudige noedelsoep trekken we met verbeten gezichten onze natte jassen, helmen en handschoenen aan voor de laatste etappe. ’s Avonds rond 5 uur bereiken we ons hotel in Keylong.De volgende dag rijden we nog niet verder. De zon is terug en die gebruiken we om onszelf op te laden voor het laatste deel van de reis. Een noodzakelijke rustdag welteverstaan, want ons is ten zeerste afgeraden om vandaag door de Spiti vallei te reizen. De dag erop kunnen we niet anders dan vertrekken. Een grote gok, want er is geen duidelijke informatie over de berijdbaarheid van de wegen. We zijn het wachten echter beu en willen verder. Na 40 kilometer arriveren we bij de restanten van een flinke lawine. Bulldozers zijn druk doende om de weg vrij te maken, waarbij enkele chauffeurs vertellen dat zij hier al vier dagen staan te wachten. Wij hebben meer geluk en kunnen één uur later alweer op weg. Het volgend dorpje dat we aandoen is Kohksar, dat sprekend lijkt op een scène uit Mad Max. Grauw, vuil, bizarre voertuigen, grimmige sfeer. Een lokale inwoner verspert ons de weg: “Rotang pass closed four more days! No place to sleep!”Het is inmiddels twee uur ’s middags en we hebben de laatste drie dagen slechts veertig kilometer afgelegd. Te weinig, willen we tijdig in Delhi zijn voor onze terugvlucht. In een gouvernment guesthouse zijn gelukkig nog vier bedden vrij. We nemen die als back-up. De lokale politie verbiedt iedereen de toegang tot de Rotang pas, pas om half zes ’s avonds mogen lichte voertuigen (jeeps en motorfietsen) de pas op. We besluiten dat het risico te groot is en hervatten de reis de andere morgen om negen uur. We zijn nog geen uur op weg wanneer we voertuigen inhalen die de avond ervoor reeds zijn vertrokken. Het was dus een juiste beslissing om te wachten. De chaos op de Rotang pas is groot. Er is slechts plaats voor één voertuig, maar toch wordt er doodleuk in twee richtingen gereden. Elke truck en jeep vecht zijn eigen oorlog. Onze eerste hindernis is een truck zonder voorruit en kapotte accu. We werpen ons gewicht en organisatietalent in de strijd, maar na een half uur blijkt andermaal dat Indiërs en Europeanen een andere manier van denken hebben. We staken onze hulp en wachten lijdzaam af. Drie kwartier later is er enige vooruitgang geboekt en kunnen we vijfhonderd meter verder rijden. In een haarspeld bocht proberen twee vrachtwagens zich in tegengestelde richting tegelijkertijd tussen de obstakels door te wurmen. De ergernis van onze kant is groot en wederom valt kostbaar tijdverlies ons ten deel. Toch lukt het uiteindelijk om de top van de pas te bereiken en hopen vurig dat we met deze laatste Himalayapas ook de laatste hindernis tot Delhi achter ons ligt. Dan nog, de Rotang pas is de laatste vluchtweg uit deze afgesloten vallei en we zijn al lang blij dat we weer enigszins in de bewoonde wereld zijn aanbeland. Veel groter nog is de opluchting dat we tijdig de Ladakhi winter hebben kunnen ontvluchten. Toch is het nog altijd niet gedaan met oponthoud, want de zware reis heeft zo z’n sporen nagelaten op onze motoren. Twee Enfields hebben een nagenoeg glad achtertandwiel en verder rijden is een te groot risico. Een telefoontje met de verhuurder belooft echter goeds, Mr. Madaan garandeert ons een snelservice om het euvel te verhelpen. Dit vertaalt zich in de praktijk echter in nogmaals anderhalve dag nietsdoen voor we onze weg kunnen vervolgen. We zitten krap daarom erg in de tijd en hebben nog maar twee dagen voor de laatste kilometers naar Delhi.Doodsverachting en Russische roulette vallen ons ten deel wanneer we het laatste deel van onze reis afleggen. Men rijdt als bezeten, waarbij de lokale bevolking het voordeel geniet in reïncarnatie te geloven, een troef die wij Westerlingen uiteraard niet achter de hand hebben. Desondanks komen heelhuids aan in Delhi, waar ons nog één laatste avontuur wacht: het vinden van ons hotel in deze gigantische, 14 miljoen inwoners tellende stad. En dat kost naast een hoop tijd, ook een hoop bloed, zweet en uiteindelijk tranen. Van vreugde, wanneer we eindelijk het hotel bereiken. We leveren de motoren weer in bij Mr. Madaan en nemen aansluitend onze intrek in hotel Landmark Inn, met werkende airco en warme douche. Ook een welkom gevolg van de minimale middelen waar we ons de afgelopen drie weken mee hebben moeten zien te redden, de luxe geneugten des levens weet je nu des te meer te waarderen. India heeft ons nederig gemaakt, een bonus op een toch al meer dan enerverende reis!________________________________________[TEXT INFOKASTEN]INFOLadakh is een district, gelegen op een hoogvlakte van 3.500 meter boven zeeniveau, in het uiterste noorden van India. Het is één van de meest afgelegen gebieden van India en over land enkel bereikbaar via de Zojipas of de Taglangpas, beide spectaculaire routes die je dwars door de Himalaya voeren. Ladakh is pas sinds 1974 opengesteld voor toeristen, die er massaal komen voor spectaculaire wandeltochten of voor het bedwingen van ’s werelds hoogst berijdbare passen. Met name de verlatenheid en ruige schoonheid van het landschap vormen daarbij de grootste trekpleisters. Hoofdstad van het gebied is Leh, dat met slechts 15.000 inwoners de naam stad wellicht niets eens helemaal waardig is. Cultureel gezien heeft het district meer weg van Tibet dan India, wat onder meer komt door de vele Tibetaanse ballingen die er leven sinds de Chinese invasie midden vorige eeuw.WANNEERGedurende de wintermaanden is Ladakh door de onbegaanbare passen volledig geïsoleerd van de buitenwereld. En die winter duurt lang, acht maanden om precies te zijn. De beste tijd om te gaan zijn de maanden juni tot en met september, waarbij het geen kwaad kan om wat reserve in acht te nemen. Door de onvoorspelbaarheid van het klimaat kan het maar zo zijn dat de winter wat vroeger dan verwacht invalt, waardoor je enkel nog per vliegtuig het gebied kunt verlaten.REISEen non-stop vlucht van Amsterdam naar Delhi duurt zo’n 11 uur, het gros van de vluchten is echter met één tussenlanding en nemen iets meer tijd in beslag. Een retourvlucht is er al vanaf zo’n 800 euro en hoe langer je wacht met boeken, hoe goedkoper de aanbiedingen worden. Naast Schiphol vertrekken er ook dagelijks vluchten vanaf Brussel naar Delhi. VISUMVoor het reizen naar India is een toeristenvisum vereist. De Indische ambassade heeft daarvoor eind 2007 een speciaal bureau in het leven geroepen, de Visumdienst India. Op hun website (www.visumdienstindia.nl) staan op een overzichtelijke manier alle zaken die je voor een visum nodig hebt. Ook de aanvraag zelf kun je er eenvoudig via een handig stappenplan online regelen. De kosten voor het zes maanden geldige visum bedragen 50 euro (exclusief 15 euro administratiekosten), het verwerken van de aanvragen duurt gemiddeld twee dagen.VACCINATIESVoor India gelden geen verplichte vaccinaties meer, maar toch is het raadzaam om vooraf een aantal inentingen te nemen, ondanks dat Ladakh tot één van de schonere en meer hygiënische delen van het land behoort. Adviseer ruim voor vertrek altijd je huisarts of de GGD voor de actuele stand van zaken, maar onderstaande vaccinaties kunnen nooit kwaad:- Buiktyfus – DTP (gecombineerde inenting tegen difterie, tetanus en polio)- Hepatitis AOVERNACHTINGIn Delhi is het aanbod aan goede en meer luxueuze hotels rijkelijk, maar het zal niemand verbazen dat naarmate je verder van de bewoonde wereld geraakt, het aantal overnachtingsmogelijkheden ook steeds beperkter wordt. Ondanks dat er voldoende plaatsen zijn waar je terecht kunt, is het toch een beetje roeien met de riemen die je hebt. Je pakt wat er voorhanden is, de genoemde gouvernment geusthouses bieden daarbij een prima uitgangspunt. Houd er rekening mee dat wat voor Europese begrippen standaard is, in India vaak doorgaat voor bovenmatige luxe of er domweg helemaal niet is. Warm water bijvoorbeeld (of stromend water), is nog lang geen gemeengoed. Veel kost het overnachten overigens niet, de duurste kamer kostte ons omgerekend 29 euro per persoon per nacht, de goedkoopste overnachting slechts 38 cent. VALUTABetalen doe je in India met de Indische Roepie (INR). Eén euro is momenteel omgerekend 69,0 Indische Roepie waard, maar de koersen fluctueren hevig. Raadpleeg daarom voor vertrek de actuele koerslijst, die vind je onder andere op www.iccfx.com.BRANDSTOFHet is niet moeilijk om aan brandstof te komen, benzinestations zijn er voldoende, maar toch hebben we uit veiligheidsoogpunt wel enkele jerrycans met additionele brandstof meegenomen. Kan tenslotte nooit kwaad. De prijs voor een liter benzine varieerde van 45 tot 65 Roepie (tussen de 0,65 en 0,95 eurocent per liter), relatief goedkoop dus. Uiteindelijk bedroeg de totale brandstofrekening na drie weken een kleine 135 euro per persoon, inclusief de brandstof voor de meegereisde monteur.CONTACTIndia Tourism Amsterdam Rokin 9-151012 KKAmsterdamT 020-620 8991 I www.indiatourismamsterdam.com E info@indiatourismamsterdam.com________________________________________[STREAMERS]ZELF VERVOER, ROUTE EN SLAAPPLAATSEN REGELEN ZORGT VOOR EEN HOOP EXTRA REGELWERK, MAAR OOK EEN ONGELIMITEERDE PORTIE VRIJHEIDVAN SLAPEN KOMT ER NIET VEEL, DE HOOGTE VEROORZAAKT ADEMNOOD, SLAPELOOSHEID EN ZELFS VISIOENENDE INDIASE WEGEN ZIJN VERSCHRIKKELIJK SLECHT, VOL SPOOKRIJDERS EN APPARATEN DIE DE NAAM VOERTUIG ONWAARDIG ZIJNBULLDOZERS ZIJN DRUK BEZIG DE WEG VRIJ TE MAKEN, WAARBIJ ENKELE CHAUFFEURS VERTELLEN DAT ZIJ HIER