Reizen – In 3 jaar de wereld rond (slot)
Op 30 november 2013 laten we Nederland achter ons. Drie jaar, 110.000 kilometer, 56 landen en vijf continenten later keren we op vrijdag 30 september 2016 weer terug na een groots avontuur vol bijzondere ontmoetingen, indrukwekkende landschappen en spectaculaire routes. Reis mee in vijf delen die je voeren van Amsterdam to Anywhere!
We staan geparkeerd voor een gesloten slagboom. Het is koud, het sneeuwt en de wind suist langs mijn helm. Op de GPS staat ‘4.200 m’, dit is één van de hoogste grensovergangen tijdens onze reis. De douanier die net een stempel in onze paspoorten zette, komt naar buiten om de slagboom te openen. Vanonder zijn dikke bontmuts knikt hij ons vriendelijk gedag als we het volgende land op onze route binnenrijden: Tadzjikistan. Als mij voor de reis was gevraagd om dat op de kaart aan te wijzen, zou ik er zeker naast hebben gezeten. Peter niet. Hij had deze verre bestemming in Centraal-Azië toen al op zijn lijstje staan vanwege de legendarische ‘Pamir Highway’, een weg die dwars door het machtige Pamir gebergte leidt. Inmiddels weten we dat Tadzjikistan nog meer moois biedt, met prachtige ritten door verschillende valleien. En nu we hier toch zijn, gaan we zoveel mogelijk van die routes rijden. Vanaf de grens rijden we over de M41, de Pamir Highway, zuidwaarts. De weg ligt grotendeels boven de drieduizend meter en met passen ver boven de vierduizend is het letterlijk een ’high way’. Het wegdek heeft duidelijk te lijden onder de strenge winters en het zware vrachtverkeer. Op veel stukken is het asfalt verdwenen of veranderd in een gatenkaas met diepe gleuven en kuilen. De slechte staat van de weg wordt echter meer dan goed gemaakt door het fantastische uitzicht. De sneeuwbui is verdwenen en heeft plaats gemaakt voor zon. De spitse bergtoppen om ons heen zijn wit van de vers gevallen sneeuw, wat een prachtig plaatje oplevert.
In Murghab vinden we een hostel voor de nacht. Het is de grootste plaats in de omgeving en de plek om onze voorraden aan te vullen. Voordat we de volgende dag vertrekken, wisselen we Amerikaanse dollars voor lokale Somoni’s waarmee we boodschappen doen en tanken. Langs de route zal niet overal benzine te krijgen zijn, dus we vullen de tanks en alle jerrycans en vervolgen de rit over de Pamir Highway. Dit stuk van de weg lijkt nooit asfalt te hebben gehad en bestaat grotendeels uit wasbord. Staand op de pedalen proberen we het juiste tempo te vinden op de vervelende ribbels. Het is ook vandaag zonnig, maar door de hoogte en wind toch behoorlijk fris. Die middag verlaten we de hoofdweg en slaan we af naar de Wakhan-vallei. Een gravelweg leidt door het ruige landschap omhoog over de Kargush-pas waar we beginnen aan een lange afdaling in de richting van de rivier. De weg is net breed genoeg voor één auto en volgt de contouren van de steile hellingen. Een geweldige route, met verbluffend mooie uitzichten. En dat uitzicht is extra bijzonder, omdat we uitkijken over Afghanistan. Dat ligt aan de andere kant van de rivier, letterlijk op een steenworp afstand!
Ondanks al dat moois, is de stemming niet best. Peter is stil en duidelijk ergens anders met zijn hoofd. Al snel blijkt waarom: zijn motor loopt niet goed. Vanaf het moment dat we Murghab verlieten houdt zijn motor in. Hardop denkend noemt hij mogelijke oorzaken. Slechte benzine ligt voor de hand, maar we hebben dezelfde benzine en ik heb nergens last van. Misschien viezigheid in zijn tank. Peter haalt gereedschap tevoorschijn en begint langs de kant van de weg de plastic kappen van zijn motor te verwijderen. Niet veel later staat hij met zijn tank in de handen klaar om de benzine eruit te gieten. Er is alleen één probleem: we weten niet waar het volgende benzinestation is, dus we moeten de benzine voor de zekerheid bewaren. We gooien jerrycans leeg in mijn tank en vangen de benzine uit Peters tank daarin op. Het laatste restje benzine laat hij weglopen in de hoop dat de viezigheid daarmee is verdwenen. Een half uur later is de tank gemonteerd en gaan we weer op pad. Peter rijdt vooruit en klinkt tevreden, het probleem lijkt te zijn opgelost. Verheugd zet ik de achtervolging in tot ik na een paar honderd meter merk dat mijn motor inhoudt. Het zal toch niet waar zijn? Ik vertel Peter het slechte nieuws. “Dan hebben we nu allebei een probleem”, zegt hij, “want bij mij is het ook weer terug!” Voordat we verder zoeken naar een oplossing, moeten we eerst op zoek naar een kampeerplek, want de schemering is al ingezet. We dalen af en zetten in het laatste licht de tent op aan de oever van de rivier. In het donker eten we stilletjes onze pasta terwijl de gedachten afdwalen naar de motoren: “Zou het toch slechte benzine zijn geweest?”
De volgende ochtend vinden we tot onze verrassing een benzinestation. Het is niet meer dan een schuur met een handpomp, maar de eigenaar verzekert ons dat het goede benzine is. Met een slang zuigt hij benzine aan uit mijn tank om die zo te laten leeglopen en vervolgens met nieuwe benzine te vullen. Iets armer, maar vol goede moed rijden we verder. De eerste kilometers gaan prima. De eerste hapering weet ik professioneel te negeren. Maar als mijn motor bij de derde hapering bijna stil valt, zakt de moed me in de schoenen. Ook Peters motor hapert en een oplossing lijkt ver weg. We parkeren en zakken neer in de berm voor spoedberaad. Het probleem zit zeker in het benzinesysteem, maar of dat nu de benzine, de injectoren, het filter of de benzinepomp is kan Peter niet zeggen. Dat kan pas in Korugh, de volgende grote plaats, waar hij de ruimte en het gereedschap heeft om aan de motoren te werken. Feit is dat ze nog rijden en wij op één van de mooiste wegen van Tadzjikistan zijn. We rijden liever verder, al is het hortend en stotend, dan dat we de motoren nu achterop een truck zetten. Dat kan altijd nog. Zo vervolgen we onze route door de Wakhan-vallei. Het dal is breed, met ruimte voor huisjes, groene akkers en boomgaarden vol fruit. De rivier stroomt traag door het dal en vormt de natuurlijk grens met Afghanistan. De mensen die we ontmoeten zijn heel vriendelijk. Als we stoppen om foto’s te maken worden we uitgenodigd voor thee en als ik brood koop wil de bakker onder geen beding geld aannemen. Ondanks de zorgen over de motoren genieten we van het indrukkende landschap en de goede gravelweg.
Het kost uiteindelijk twee dagen om met de haperende motoren naar Korugh te rijden. Daar aangekomen gaat Peter gewapend met een lijstje Tadzjiekse woorden het centrum in. Hij komt terug met flessen injectie reiniger. Als de injectoren vies zijn, zou dat kunnen helpen. We laten het spul een nacht intrekken en starten de motoren voor een testrit, maar merken meteen dat het probleem niet is verholpen. We vinden een bedrijfje dat de injectoren mechanisch kan schoonmaken. Op de stoep voor hun ingang schroeft Peter zijn motor uit elkaar om de injector op te diepen. Als de schoongemaakte injector is gemonteerd loopt ook deze testrit uit op een teleurstelling, de motor houdt nog steeds in. Het zijn niet de injectoren, dus het moet de brandstofpomp zijn. Dat is vervelend, want dat is een flinke klus aangezien de pomp ìn de tank van de CRF250L zit. Het is ook de vraag of we die pomp kunnen reviseren en alle pakkingen kunnen hergebruiken. Toch zit er niets anders op, als we verder willen moet dit worden opgelost. De volgende dag gaat Peter op de camping aan het werk. Hij is omringd door onderdelen en gereedschap, zwart van de smeer en vergeet al werkend te eten. De filters van beide benzinepompen zijn inderdaad wat viezig. We betwijfelen of dit de oorzaak van de problemen is, maar maken het filter, de pomp en de tank toch goed schoon. Peter plaats de oude pakking terug met aanvullende vloeibare pakking en zet beide motoren weer in elkaar. Testrijden moet wachten tot de volgende dag, omdat de pakking eerst moet drogen. Nog even op de tanden bijten. De volgende ochtend gaan we direct na het ontbijt op pad. De eerste kilometers nog wat afwachtend, maar als haperingen uitblijven trekken we het gas goed open en maken we een flinke rit. We rijden een uur zonder dat de motoren inhouden. Sterker nog, ze voelen vlotter dan ze lange tijd waren. Juichend rijden we door de stad en maken we nog een rondje, gewoon omdat het kan. Wat een opluchting! Dat betekent dat we onze reis kunnen vervolgen en met een gerust hart kunnen beginnen aan het volgende avontuur: een rit door de Bartang-vallei.
Met voldoende benzine voor zeshonder kilometer vertrekken we uit Korugh. Via de Pamir Highway rijden we naar het noordelijker gelegen Rushon, waar we de hoofdweg verlaten en het dal van de Bartang rivier inrijden. De route maakt zijn reputatie -’pittig maar bijzonder mooi’- meteen waar. Het ruige landschap met de scherpe donkere rotsen en de kolkende rivier zijn enorm indrukwekkend. We voelen ons nietig tussen de hoge wanden in het smalle dal. Het gebied wordt regelmatig getroffen door aardbevingen en kent extreme weersomstandigheden. Dat is goed te zien aan de weg, want die is in slechte staat is en soms zelfs verdwenen. Onze rijcapaciteiten wordt flink op de proef gesteld als we een keienhelling moeten oversteken die de weg een paar weken geleden heeft bedolven. Het zichtbare bewijs van een aardverschuiving. Het is zaak om gas te blijven geven, niet stil te vallen en rustig rechtuit te rijden, terwijl het stuur alle kanten op stuitert. Met mijn tanden op elkaar en het zweet op mijn voorhoofd bereik ik heelhuids het eind van de helling. Het geeft te denken welke uitdagingen ons verderop in de vallei te wachten staan, want ons is verteld dat het venijn in de staart zit. Rond het middaguur zien we in de schaduw van een boom twee bepakte motoren staan. Met hun eigenaren, William uit de VS en Adam uit Engeland, hebben we meteen een klik. Aangezien we dezelfde kant op gaan, spreken we af om samen verder te rijden. We vervolgen de route langs de rivier verder het dal in, waar we aan het eind van de dag een mooie kampeerplek vinden.
De volgende ochtend zijn we vroeg op pad. We vergapen ons aan het waanzinnige landschap, dat in het ochtendlicht nog mooier is. Glanzend zwart gesteente, spitse toppen en enorme gletsjers. De route is bij tijden zwaar en technisch uitdagend, maar echt geweldig mooi. We stoppen vaak om foto’s te maken en meteen even op adem te komen. Vandaag is de dag van de rivierdoorwadingen. Vanaf de hellingen stroomt smeltwater naar de rivier waardoor zijstroompjes ontstaan die wij moeten doorwaden. Soms een smal slootje, maar vaker een snel stromende beek vol grote keien. Het water is troebel en verraderlijk. De doorwadingen houden de spanning erin, maar gelukkig houden we er alle vier alleen natte sokken aan over. Aan het eind van de middag rijden we vanaf de rivier via de Kok Jar-pas het dal uit. Het is een steile helling met scherpe haarspeldbochten, zo steil dat het moeilijk is om te stoppen zonder achteruit te glijden. En zoveel ruimte om te glijden is er niet op het smalle gravelpad. Boven komen we terecht op een prachtige hoogvlakte waar we kamperen naast een smeltwater beek. Na het eten staren we allemaal moe maar voldaan, met een tevreden glimlach voor ons uit. We zijn unaniem over de Bartang-vallei: dit is de ultieme ’adventure’ bestemming, de plek waar avontuurlijk motorrijden, indrukwekkende natuur en geweldig wildkamperen samen komen.
De volgende dag straalt de zon ons tegemoet. Het spoor over de hoogvlakte is in goede staat en makkelijker te rijden dan de uitdagende stukken in de vallei. We hebben zelfs tijd om ongestraft rond te kijken. Het gaat zo lekker dat we eerder dan verwacht terug zijn op de Pamir Highway. Onze vrienden rijden noordwaarts, richting Kirgizië, wij keren naar het zuiden en zijn aan het begin van de middag terug in Murghab. Dit keer stoppen we alleen voor benzine en boodschappen om direct te beginnen aan de route naar de Zorkhul-vallei. Vanaf de hoofdweg rijden we een vlakte op waar tientallen sporen kris kras door elkaar lopen. Het is even puzzelen, maar we lijken het goede spoor te hebben gevonden. Het is al laat als we die avond de tent opzetten. Op het eerste gezicht is het geen bijzondere plek, tot we ons licht uit doen en worden getrakteerd op een spectaculaire sterrenhemel: ons eigen duizendsterren hotel! De volgende dag volgt opnieuw een pittige tocht met modder, grote keien en veel doorwadingen. Sommigen zo diep dat we de motoren één voor één lopend naar de overkant brengen. De omgeving is mooi, maar veel tijd om rond te kijken hebben we niet, want het pad vraagt al onze aandacht. We komen allebei verschillende keren vast te zitten in de modder en hebben het idee dat de motoren kapot stuiteren op de grote stenen die we onderweg tegenkomen. We zijn maar wat blij als we die middag terug zijn op de Pamir Highway. Het slechte wegdek is duizend keer beter dan wat we vanochtend voor de kiezen kregen. Bovendien is de omgeving ook hier geweldig! Het is dan ook geen straf om de komende dagen deze legendarische route te volgen, verder rijdend door het verrassend mooie Tadzjikistan!
NAWOORD
Dit was de laatste van vijf delen over de wereldreis die we tussen 2013 en 2016 maakten. Nadat we zigzaggend Tadzjikistan verkenden, was het tijd om verder te rijden en voorzichtig te denken aan de terugkeer naar Nederland. We zijn in 2013 vertrokken met het idee om twee jaar weg te blijven en hadden ook voor die tijd gespaard. Inmiddels waren we bijna drie jaar onderweg en was de spaarpot leeg. Bovendien zijn we tijdens de reis nooit naar huis gevlogen en keken we uit naar het weerzien met familie en vrienden. We zetten koers naar het westen, nieuwsgierig naar neefjes en nichtjes die waren geboren, de kat die op ons wachtte en de smaak van boerenkool met worst. Via Oezbekistan en Turkmenistan verlieten we Centraal-Azië en vervolgden de reis door Iran, een land dat ons verraste met haar vriendelijke mensen en prachtige steden. Daarna volgde Turkije, waar we in Istanbul de Bosporus overstaken en Europa binnen reden. Europa voelde vertrouwd: de vogels klonken zoals thuis, we zagen Nederlandse nummerplaten en betaalden weer met Euro’s. Zoals een paard dat de stal ruikt, reden we vanaf de Turkse grens in korte tijd, zonder omwegen, naar Nederland. Daar, op de oprit van mijn vader waar we drie jaar eerder ook waren begonnen, werden we welkom geheten door ouders, broers en zussen. Een emotioneel moment waarin blijdschap over het weerzien waren vermengd met treurnis en trots over de reis die we daarmee hadden afgerond. Die gemengde gevoelens kenmerkten ook de acht maanden die zijn verstreken sinds de terugkomst met het besef dat we de reis van ons leven hebben gemaakt, maar ook met energie voor nieuwe plannen. Hoewel we geen nieuwe reisplannen hebben, staan we nog met één voet in de motorreis-wereld door het geven van presentaties, het schrijven van een boek en de oprichting van een webshop (die we Bartang hebben genoemd naar die o zo mooie vallei). We hopen dat onze verhalen jullie hebben kunnen inspireren om op de motor te stappen en nieuwsgierig, vol verwondering op pad te gaan. Veel reisplezier!
Meer lezen over onze reis, foto’s bekijken of weten waar we nu mee bezig zijn? Kijk dan eens op www.amsterdamtoanywhere.nl of vind ons op Facebook.