Reizen door Vietnam
Denk je aan Vietnam, dan dwalen de gedachten al gauw af naar de oorlog tussen het communistische noorden en het naar eigen zeggen democratische zuiden in de jaren ’60 van de vorige eeuw. Sinds 1976 is Vietnam echter weer één republiek en probeert het hardnekkig die inktzwarte periode achter zich te laten. Het land heeft ook zoveel meer te bieden dan enkel tragedie, wonderschone natuur en een enorme rijkdom aan historie en cultuur bijvoorbeeld. En hoe mooier dat te ontdekken dan op de motor.We pikken onze KTM ‘dirtbikes’ op in Saigon bij hetzelfde bedrijf waar Jeremy Clarckson en zijn Top Gear team in 2008 zijn Minsk, Vespa en Honda Cub ophaalde voor hun Vietnam special. Volgens internet zouden ze ‘brand new’ zijn, maar al bij onze eerste rit stranden we na ongeveer vijftig kilometer. Gelukkig vinden we als snel een hutje dat fungeert als werkplaats. De chef monteur kruipt uit zijn hangmat en ontfermt zich over de KTM. Een uurtje later is de diagnose gesteld: ontstekingsfout, versleten remblokjes, kapotte gaskabel, niet werkende snelheidsmeter en een versleten koppeling. De motor rijdt wel weer, dus rijden we terug naar de verhuurder. Een dag later krijgen we daar een andere brand new KTM, waarvan overigens wederom de snelheidsmeter het niet doet. Kleinigheidje, onze reis kan nu echt beginnen.We verbazen ons over de enorme aantallen scooters in de stad, ruim 3 miljoen, en het schijnbaar volledig ontbreken van verkeersregels. Om links af te slaan, gaan ze simpelweg eerst links spookrijden. En als het zo uitkomt dan draaien de waarschijnlijk levenmoede scooterrijders er ook hun handen niet voor om om vanaf de linkerbaan vóór het verkeer langs rechtsaf te slaan. De gouden regel hier: go with the flow. Scooters worden bovendien zonder problemen bevolkt door vier of vijf man tegelijk en ook twintig zakken cement vormen geen onneembare horde. Verbazingwekkend eigenlijk dat het aantal ernstige ongelukken in de stad wel meevallen. Zal er ongetwijfeld mee te maken hebben dat je altijd volledig bent ingemetseld met scooters en dus nooit echt hard kunt vallen. Elke dag zie je natuurlijk wel een paar aanrijdingen, maar meestal beperkt het zich tot wat blikschade en wat onvriendelijke blikken over en weer. In Saigon, sinds de eenwording met Noord-Vietnam officieel Ho Chi Minh City, bezoeken we het Reunification Palace. Vandaag de dag fungeert dit gebouw als museum over de Vietnam oorlog, maar tot het einde van de oorlog deed het dienst als presidentieel paleis van waaruit de nodige veldslagen werden gecoördineerd. We bezoeken de enorme bunker onder het gebouw, het evacuatie helikopter platform op het dak en maken natuurlijk een foto van de Noord-Vietnamese tank die op 30 april 1975 door het hek reed en daarmee de oorlog officieel tot een einde bracht.Even buiten Saigon bevindt zich het tunnelcomplex van Cu Chi, waar we een indruk krijgen van de situatie onder de grond tijdens de Vietnam oorlog. Maar liefst driehonderd kilometer ondergrondse gangen met boobytraps, watersluizen (tegen gasaanvallen) en complete ondergrondse zalen bezorgen ons regelmatig kippenvel. Alleen met zware B-52 tapijtbombardementen waren deze tunnels uiteindelijk onschadelijk te maken. Hoogtepunt is ongetwijfeld de honderd meter die we door een van deze tunnels in het donker kruipen. Als je niet claustrofobisch bent, dan word je het wel. Nog nooit zo blij geweest weer daglicht te zien! Eenmaal terug bij onze fietsen zien we een aantal lokale inwoners verwonderd naar onze koppeling kijken. Hier rijden voornamelijk scooters, het intrekken van de koppeling is daarom duidelijk nog lang geen ingeburgerd begrip.Buiten Saigon verandert het mierennest van scooters en brommers in een nog veel gevaarlijker omgeving. Volop vrachtwagens en bussen die werkelijk niets om tweewielers lijken te geven. We zijn onderweg naar Dong Xoai, waar we voor het eerst buiten de stad zullen overnachten. We merken al snel dat hier niemand Engels spreekt of verstaat, communiceren gaat enkel door middel van handen en voeten.We vinden een prima hotelletje met geheel betegelde kamer voor een schamele 8 euro per nacht en wandelen over de locale versmarkt. Hier is het normaal om met de scooter tussen de kraampjes door te rijden en een levende kip of vis te selecteren, die dan terplekke voor je wordt geslacht. Indien gewenst wordt het dier ook direct – in de volle zon – schoongemaakt. En dat zorgt voor een nogal rijkelijk geurend zooitje met rondvliegende veren, visschubben en bloed. Als we ‘s avonds wat willen eten, lijkt de stad plots uitgestorven te zijn. Gelukkig wil iemand van het hotel ons wel voorrijden naar een eettentje en tien minuten later zitten we aan een noedelsoepje bij een kraampje langs de grote weg. De echte verassing komt echter bij terugkomst in ons hotel. Dat blijkt eveneens een grote karaokebar te herbergen, waarbij de omringende kamers zich als prima klankkasten presenteren. In bed worden we tot ruim drie uur in de nacht getrakteerd op onherkenbare en vaak vals gezongen Vietnamese drankliederen. Wat nou vakantie?!Krap twee uur later, om vijf uur ’s morgens, worden we ‘subtiel’ wakker gemaakt door het Vietnamees volkslied dat uit de luidsprekers op straat buldert. We proberen toch nog even te blijven liggen en zien rond zessen de laatste mensen voor het hotel Tai Chi oefeningen doen. Zo begint de dag hier namelijk. Ons vervolg naar de plaats Gia Nghia is niet echt schokkend, maar de daaropvolgende route richting Da Lat is er een uit het boekje. We doorkruisen eerst het Ta Dung National Park en rijden over schitterende onverharde wegen dwars door de jungle. Af en toe passeren we een verlaten dorpje met houten hutjes, maar de meeste tijd zien we alleen zand, jungle en bergen. Hier heeft duidelijk nog nooit een auto gereden en al snel bekruipt ons het gevoel dat de befaamde Ho Chi Minh Trail er in de jaren ‘60 en ‘70 ongeveer gelijk uitgezien moet hebben. Bij een stromend beekje stuiten we op een hutje met stoelen alwaar we ons laven aan een heerlijke warme cola. Via het Lam Vien gebergte rijden we vervolgens verder naar de toeristische plaats Da Lat, waarbij we regelmatig flink moeten terugschakelen om tegen de bergen op te komen. Eenmaal in Da Lat aangekomen vinden we al snel een goed hotel en genieten ’s avonds van een heerlijke westerse pizza.Al in 1890 werd het eerste resort in Da Lat gebouwd, waar het dankzij het bergklimaat altijd lekker koel is. We bezoeken de bekende Datanla watervallen en bewonderen na een klim van een kwartiertje het indrukwekkende waterspektakel. We verbazen ons echter ook over de rotzooi die de locals hier achterlaten. Na een picknick blijft er een waar slagveld aan lege blikjes en zakjes achter, bovendien wordt er zonder enige schroom van alles in de waterval gedumpt. Even verderop in de bergen bevind zich de boeddhistische Thien Vien Truc Lam tempel, waar alles gelukkig wel spik en span is. Deze tempel, maar liefst 24 hectare groot, wordt bewoond door vijftig mannelijke en evenzoveel vrouwelijke monniken en vormt het grootste Zen meditatiecentrum van Vietnam. Minder Zen worden we ‘s avonds van de hotel receptioniste, die beweert dat de door ons geplande weg voor morgen niet bestaat. Nu had ik op verschillende wegenkaarten inderdaad geen lijntje gezien, echter op Google satellietbeelden was wel degelijk een klein weggetje te zien. We zullen morgen wel zien waar we uit komen.De volgende dag rijden we de eerste uren over een van de mooiste wegen die ik ooit heb gezien. Splinternieuw asfalt slingert zich tussen de bergen en jungle door en bovendien is er slechts sporadisch een auto te zien. This must be heaven! Pas rond het middaguur zien we de eerste scooters, waarvan de rijders bijna unaniem zijn uitgerust met een regenjas, dat terwijl het dik 35º is. Niet veel later dient zich het nut daarvan aan, ze worden gebruikt tegen stof. Het asfalt is namelijk verdwenen en de laatste vijftig kilometer is één lange bruine zandweg. Stoffig maar met een bijzonder voldaan gevoel arriveren we in Nha Trang, een van Vietnam’s vele kustplaatsen. We genieten van een heerlijke douche en bezoeken de Long Song Pagode. Deze pagode heeft naast de grootste zittende Boeddha van Vietnam, ook een gedenkplek voor de twaalf boeddhisten die zich uit protest levend hebben verbrand. De man die ons ongevraagd een rondleiding geeft, trekt zonder schroom een bloem uit een grafstuk en geeft die aan ons cadeau. Nog verbaasd over deze actie geeft hij ons een paar half verbrande wierook stokjes en vraagt aansluitend ongegeneerd tien euro voor zijn vrijwillige rondleiding. Welkom in het toeristische Vietnam! Wij bedanken hem vriendelijk, maar stoppen ons geld toch liever in de officiële donatiebus bij de ingang.Van Nha Trang draaien we het stuur in de richting van Phan Rang waarbij we onderweg de Cham Towers bewonderen, die sinds 1999 tot het Unesco Wereld Erfgoed behoren. Deze Hindoe tempels uit de 13e eeuw zijn het best geconserveerd van alle Cham Towers in Vietnam en worden jaarlijks nog gebruikt tijdens het Kate festival in oktober. Onze motoren daarentegen lijken minder goed geconserveerd en hebben duidelijk last van al het stof van de afgelopen dagen. Waarschijnlijk zijn de luchtfilters verstopt, zodra je het gas dichtdraait slaat de motor spontaan af. Met constant tussengas geven komen we aan in Phan Rang en vinden een vies, afgedankt hotelletje. Omdat er werkelijk overal kakkerlakken rondkruipen douchen we met de sokken aan en vervolgen snel onze reis zodra de eerste zonnestralen ’s ochtends door het raam vallen. Rond het middaguur komen we aan bij Phan Thiet, een van de bekendste kustplaatsen van Vietnam. We lopen bij een aantal resorts binnen en vinden uiteindelijk een door Europeanen gerund strandparadijsje net buiten het stadje in MuiNe. Hier genieten we een paar heerlijke dagen van zon, zee en strand.Na het verblijf in het strandparadijsje rijden we verder naar de kustplaats Vung Tau om van daaruit per snelle draagvleugelboot over de Saigon rivier weer terug te varen naar hartje Saigon. Dit leek op internet de perfecte oplossing, maar na het nodige rondvragen blijkt dat de boot alleen voetgangers meeneemt. Noodgedwongen overnachten we daarom nog een nachtje aan het strand en duiken de volgende dag de idiote Highway One weer op. De verkeersituaties waar je hier mee te maken krijgt, tarten elke verbeelding. Vrachtwagens en bussen halen elkaar drie rijen dik in, terwijl tegenliggers vertwijfelt de berm induiken. Gekkenwerk! Gelukkig ontdekken we tijdig nog een weggetje waar alleen tweewielers door kunnen, dus de laatste uren rijden we in colonne, samen met duizenden scooters, over een gedeeltelijk verhard zandpad richting Saigon. Een fiets ferry over de Saigon rivier brengt ons vervolgens weer bij het beginpunt van onze reis. Een onvergetelijke reis vooral, die eindigt met het inleveren van onze KTM’s. En die zijn nog altijd ‘brand new’! ________________________________________INFOSOCIALISTISCHE REPUBLIEK VIETNAMLigging: Zuidoost-AziëBuurlanden: China (noorden), Golf van Tonkin, Zuid-Chinese Zee (zuiden) en Cambodja en Laos (westen)Hoofdstad: HanoiAfstand vanaf Utrecht: 8800 km Oppervlakte: 331.689 km² (acht keer Nederland)Inwonertal: 87 miljoen Hoogste punt: Ngọc Linh, 2598 meterToeristische trekpleisters: Hoi An, My Son, Parfumpagode, de vroegere hoofdstad (tot 1010 n. Chr.) Hoa Lu, prachtige kustplaatsen als Nha Trang, Cua Dai en Whale Island (ook wel Palmeneiland of Bounty-eiland genoemd) en natuurlijk vele pagodes en tempels.Taal: VietnameesSchrift: nationaal schrift genaamd Quốc Ngữ, deels gebaseerd op Latijnse schriftMunteenheid: Dong (VND)Tijdsverschil: 7 uur later Klimaat: De Socialistische Republiek Vietnam kent strikt genomen drie klimaten: tropisch klimaat (zuiden), subtropisch klimaat in het noorden en een gematigd klimaat in de gebieden boven de 2000 meter. Een kenmerk van het (sub)tropische klimaat is de aanwezigheid van een regenseizoen, in het zuiden duurt deze van juni tot en met september, in het midden van september tot en met november. Ondanks dat de naam anders doet vermoeden regent het dan niet de hele dag, vaak beperkt het zich tot zware regenbuien in de namiddag.Landschap: Het noorden van Vietnam kenmerkt zich voornamelijk door hoge bergen (Hoang Lien-gebergte), net als het smalle middendeel dat daarnaast voornamelijk bekend is door de oogstrelende mooie kuststreken. Verder richting het zuiden is het landschap meer heuvelachtig.Beste tijd: Het land is zo uitgestrekt dat het heel erg afhankelijk is van waar je heen gaat, maar over het algemeen zit je van december tot en met mei redelijk goed.Wetenswaardigheden: Je hebt een visum nodig om in Vietnam binnen te komen, deze is er vanaf € 65,- (geldigheid 1 maand). Een visum aanvragen kan via de Vietnamese ambassade in Den Haag of via www.visum.nl.Contact: www.vietnamonline.nl