Reizen Baltische Staten
Komt het op cultuur aan, dan hebben de Baltische Staten de neus voor. Landschappelijk gezien biedt Europa weliswaar meer spectaculaire regio’s, maar toch weten Estland, Letland en Litouwen wel degelijk te verassen met prachtige natuur. Zo mochten we zelf aan den lijve ondervinden!
Al een paar dagen zijn Tom en ik in conclaaf over wat ons volgende reisdoel moet worden, wanneer de Baltische Staten bij toeval in beeld komen. Tom is nog nooit zo ver noordelijk geweest, de woestijnen van Afrika zijn meer zijn metier. Ik ben er al een paar keer geweest, maar dan werden de landen meer als doorreisland naar Finland of Rusland misbruikt. Komt ook omdat wat ik zag van de Baltische Staten, in mijn boekje niet bepaald een motorparadijs was. Goede, brede wegen door een groene eindeloosheid van weilanden en bossen. Prima voor een doorreis, maar als bestemming van een tweeweekse motorreis? Nee. En hoe zit het met de culturele hoogtepunten als Vilnius, Riga en Tallinn? Die steden zijn zeker een bezoek waard, maar ik wil vooral rijden. Rijden over stoffige paden door ongerept gebied.
Precies hier komt de expertise van mijn reisgenoot om de hoek kijken. Tom is een doorgewinterde specialist op het gebied van navigatiesoftware. Hij heeft een eigen routeplanner ontwikkeld en deze net uitgebreid met de optie ‘curvy routes’. Volgens hem is deze magische combinatie van letters de oplossing voor de broodnodige variatie onderweg. De opmerking dat hij deze nieuwe functionaliteit van bits en bytes nog niet echt heeft kunnen testen, komt slechts terloops voorbij. En dus is de afspraak snel gemaakt: Tom zorgt voor de route, ik organiseer de rest.
Twee weken later staan we op de DFDS-kade in Kiel te wachten tot het steven van de Victoria Seaways opengaat. We zijn niet alleen, de veerboot is bijna volgeboekt en naast de vele vrachtwagens staan er ook talrijke campers bij de terminal te wachten om in te schepen naar Klaipeda.
Bijna twintig uur later komt de Litouwse stad in zicht en kort daarna hebben we weer vaste grond onder de voeten. Slechts voor een paar kilometer. We zijn de stad nog niet uit of zitten alweer op een veerboot. Deze keer duurt de overtocht echter maar enkele minuten en dan staan we op de Koerse Schoorwal. Deze bijna honderd kilometer lange landtong is een toeristisch verzamelpunt, in ieder geval aan de Litouwse kant. De grens tussen deze Baltische Staat en Rusland loopt namelijk precies over de landtong, die de Oostzee van het Koerse Haf scheidt. Aan de duinen, tot wel 60 meter hoog, dankt het zijn voormalige bijnaam: Oost-Pruisische Sahara. Tegenwoordig staat dit buitengewone landschap op de Werelderfgoedlijst van Unesco en is het – net als het Russische deel – uitgeroepen tot nationaal park. Helaas voor Tom werkt zijn ‘curvy routes’ niet op de Koerse Schoorwal. Waarom niet? Omdat er maar één weg is en alternatieven ontbreken. Bijna alle andere wegen op deze zandstrook zijn namelijk verboden terrein.
Erg tevreden is mijn reisgenoot daarom niet. Zijn software vindt geen punten voor de routeberekening tussen de Oostzee en de Koerse Schoorwal. Op navigatiegebied zijn we daarom volledig blind en helaas zitten kaart noch reisgids in de bagage. Niet dat ik me zorgen maak, want het is moeilijk verdwalen op deze landtong. Maar hoe zit het met de rest van de Baltische Staten? Ik zie ons al gedesoriënteerd ronddwalen in het achterland, verdwaald tussen meren, weides en bossen. “We moeten hier weg,” mompelt Tom, terwijl hij stipjes heen en weer schuift op zijn tablet.
De volgende ochtend vroeg zitten we weer op een kleine veerboot, die ons in een paar minuten in Klaipeda afzet. Na een paar kilometer door de drukte van de stad verdwijnen we in een ander universum. ‘Curvy routes’ zoekt en vindt steeds kleinere en fraaiere routes. Onze ruwe bestemming voor vandaag is een bijzondere plek in Litouwen. Tien kilometer ten noorden van de stad Šiauliai ligt een bos dat zijn gelijke niet kent. Op een kleine heuvel lijken kruizen uit de grond te groeien. Voor de inwoners van Litouwen is het een heilige plek, die Paus Johannes Paulus II in 1993 ook bezocht. In de Sovjettijd hebben de kameraden herhaaldelijk geprobeerd deze heuvel met de grond gelijk te maken. Het socialisme tolereert geen enkele religie op de heuvel, maar de mensen bleven kruizen neerzetten. De interventies van de Communistische Partij mochten niet baten. Niemand weet hoeveel kruizen er vandaag de dag op de heuvel staan. In de jaren negentig probeerden studenten van de Universiteit van Vilnius het exacte aantal te bepalen, maar ze gaven het op bij 50.000. Het enige dat vaststaat, is dat het aantal de honderdduizend in ieder geval dik overstijgt.
Dit alles is overigens geen basiskennis, maar wordt ons verteld door Julius. We zijn op zoek naar een kampeerplek wanneer de jongen in zijn auto naast ons stopt. Na een kort gesprek nodigt hij ons uit om de nacht door te brengen op de boerderij van zijn ouders. Hij zegt dat er voldoende ruimte is en dat er in de directe omgeving eigenlijk ook geen andere kampeermogelijkheden zijn. En zo brengen we de nacht door bij zijn familie, krijgen zo meteen een goede indruk van hoe positief de mensen in de Baltische Staten zijn over de toekomst. Er is veel gebeurd toen het begin jaren negentig afscheid nam van Lenin en het communisme. De toetreding tot de Europese Unie bracht een economische impuls voor de mensen, die de EU daarom een warm hart toedragen.
De volgende ochtend zijn we alweer vroeg op pad. Op dit tijdstip ruikt de lucht op het platteland nog fris. Met andere woorden, het is behoorlijk koud op de motor. De kou houdt gelukkig niet lang aan en al snel kruipt de warmte onder de kleren. Vandaag volgen we heel strikt de instructies van het navigatiesysteem. Ik ben zelf meer van de traditionele wegenkaart, maar het apparaat doet zijn werk bijzonder effectief. We struinen nu al een tijdje over kleine paadjes en verliezen onszelf in de bossen en velden van Litouwen. We rijden door kleine dorpjes die niet eens een plaatsnaambordje hebben. Ik heb geen idee waar we zijn. Mocht de elektronica ons in de steek laten, dan wordt het op het gevoel een weg terugvinden naar de beschaving. De kleine wegen hebben ook een nadeel. Geen van de paden die we tot nu toe hebben gevolgd, heeft langs een restaurant geleid en naarmate de dag vordert, begint de maag steeds harder te knorren. Uiteindelijk vinden we in Kupiškis culinaire redding, en wel in de vorm van een kleine supermarkt. Brood, worst en kaas voorzien het lichaam weer van de broodnodige energie.
Onze bestemming vandaag is het Nationaal Park Aukštaitija in het uiterste oosten van Litouwen. Het beschermde natuurgebied, dat in 1974 werd opgericht, is het oudste nationale park van het land en geniet grote populariteit onder de eigen bevolking. Vooral als er een lang weekend voor de deur staat.
De kleine camping is goed gevuld, de weersvooruitzichten voor de komende dagen zijn dan ook prachtig. Iedereen is kortom in een opperbeste stemming. We vrezen zelfs een beetje voor onze nachtrust, maar dat blijkt volledig onterecht. De terughoudendheid en rust van de Baltische bevolking is blijkbaar ook terug te vinden in hun manier van feest vieren.
We rijden verder naar het oosten tot de grens met Wit-Rusland ons tegenhoudt. De denkbeeldige lijn die de twee landen scheidt, loopt door het midden van het Prütasmeer, maar verder zijn er ook totaal geen tekenen dat Wit-Rusland minder dan 300 meter verderop begint. We rijden een paar kilometer dicht langs de grens, waarna twee rood-wit gestreepte schoorstenen zich in ons blikveld melden. De landelijke idylle waar we een paar minuten geleden nog doorheen dwaalden, is voorbij. We staan voor de kerncentrale van Ignalina, die qua constructie identiek is aan die van Tsjernobyl. De reactor werd in 2009 buiten bedrijf gesteld en delen van de Amerikaanse TV-serie ‘Tsjernobyl’ zijn hier opgenomen, wat voor een kleine toeristische opleving heeft gezorgd. Vandaag de dag kunnen bezoekers in de voetsporen van de acteurs treden en een kippenvelmomentje krijgen wanneer ze met hun voeten op de reactor staan. Slechts een paar kilometer verder zwerven we weer door de eenzame natuur. Het ontgaat ons bijna dat we nu in Letland zijn.
We meanderen over de kleinste paadjes door de achtertuin van de Baltische Staten. In veel gaten en hoeken zijn nog herinneringen aan de Sovjet-tijd zichtbaar. De EU is nog niet echt aangekomen in deze uithoek van Europa. Juist dat maakt dit gebied zo charmant. Op het platteland worden de boerderijen steeds kleiner, velen zijn in verval geraakt en jaren geleden door hun eigenaars verlaten.
De helft van de Baltische Staten is bedekt met bos, met daartussen moerassen en meren. Aan een van die wateren zetten we onze tenten op direct aan de oever. De perfecte plek voor een langere pauze. We zijn bijna alleen op de camping, het grootschalige toerisme is nog niet gearriveerd in het achterland. Misschien komt het omdat veel faciliteiten op de campings eenvoudig zijn. Je vindt hier eerder een plek voor het kampvuur dan een douche.
De afgelopen drie dagen heeft het navigatiesysteem ons over de kleinste paadjes van het platteland gejaagd. We zitten nu ergens in Estland. Hoewel we grotere steden zoveel mogelijk proberen te vermijden, maken we een uitzondering voor Tartu. Deze oudste stad van de Baltische Staten heeft verschillende architectonische pareltjes in de aanbieding, waaronder het 18e-eeuwse stadhuis.
Onze reis naar het noorden eindigt bij de Finse Golf. Bij de landtong van Purekkari bereiken we het noordelijkste punt van Estland. Langs de kust rijden we verder in westelijke richting. We overwegen even een bezoek aan Tallinn, maar geven dan toch de voorkeur aan de eilanden voor de westkust. Er wordt gezegd dat er alleen al in Estland 1521 eilanden zijn. De grootste daarvan, zoals Saaremaa, Muhu en Hiiumaa, zijn echter goed voor 95 procent van de totale oppervlakte.
We beginnen met Hiiumaa, waarvan wordt gezegd dat het nagenoeg volledig verlaten is in het binnenland. Dat klinkt goed. De mensen op het op één na grootste eiland vestigen zich liever aan de kust. Hiiumaa is pure rust, niets of niemand lijkt haast te hebben. Alles wat er gebeurt, gebeurt in pure sereniteit. Een manier van leven die goed voor je is. Onder deze omstandigheden wordt zelfs het handjevol bezoekers, dat de vuurtoren van Tahkuna passeert, als onrustig ervaren.
De volgende dag steken we over naar Saaremaa. De districtsstad Kuressaare, met zijn 16.000 inwoners, komt op ons over als een levendige metropool. Het grootste eiland van Estland is in één dag doorkruist, en dat is eigenlijk helemaal zo verkeerd niet. Een naderende storm, die winderig over Saaremaa trekt, maakt het leven op het eiland nogal onstuimig. Het weerbericht belooft betere omstandigheden op het vasteland, dus steken we over. Maar daar is het niet beter, het lagedrukgebied raast door. In de middag neemt de wind af, maar het turbulente weer is niet zonder gevolgen gebleven. Steeds weer moeten we met onze motoren over of om omgevallen bomen heen rijden.
We hebben nog twee dagen over, die we doorbrengen in het Gauja National Park en aan de kust. Langzaam maar zeker komen we weer in de buurt van Klaipeda. In de haven zien we de littekens die deze reis op de motoren heeft achtergelaten. Zowel de Ténéré als KTM zijn helemaal bedekt met stoffige insignes. Op het eerste gezicht lijken ze rechtstreeks terug te komen uit de diepten van de Siberische taiga, hoewel we gewoon aan de Oostzee waren. Maar nu weten we in ieder geval dat de wegen in de Baltische Staten heel avontuurlijk kunnen zijn!