Preview MotoGP 2024-seizoen
Met vijf spraakmakende transfers en één veelbelovende nieuwkomer mag je zeggen dat er in 2024 veel veranderd is in de MotoGP. Maar de top 3 van vorig jaar, Pecco Bagnaia, Jorge Martin en Marco Bezzecchi zijn blijven zitten waar ze zaten. Die garantie is er voor 2025 bepaald niet. Met talrijke aflopende contracten is het in 2024 warmlopen voor de grote stoelendans. En dan is er ook nog een wereldtitel te verdienen.
DE FAVORIETEN
Ducati liet in Sepang bij monde van teammanager Davide Tardozzi weten dat men hoopt al vóór de eerste Grand Prix een nieuwe meerjarige deal rond te hebben met Pecco Bagnaia. Logisch ook, aangezien de nu 27-jarige Bagnaia de eerste rijder was die Ducati twee titels op rij bezorgde. Ondanks het feit dat de Italiaan ook in 2023 voor de buitenwereld soms onbegrijpelijke fouten maakte – Bagnaia crashte in vijf van de twintig GP’s – wist hij een vormcrisis te overwinnen. De titel winnen met een overwinning, zijn zevende van 2023, maakte die tweede MotoGP-titel op rij extra speciaal voor de stille kracht Bagnaia. Tijdens de wintertesten straalde hij naast rust ook ongekend veel zelfvertrouwen uit. Dat zal hij ook nodig hebben om de strijd aan te gaan met Jorge Martin. Het contrast tussen de twee voormalige teamgenoten in het Mahindra Moto3-team van Jorge Martinez kon nauwelijks groter zijn. De explosieve Martin, één jaar jonger dan Bagnaia, lijkt de sterkere van de twee als het gaat om agressiviteit en brute snelheid. De Spanjaard weet echter ook dat hij gewaagde gokjes omtrent bandenkeuzes zoals in Phillip Island dit seizoen maar beter achterwege kan laten. Een belangrijke troefkaart van de Prima Pramac-rijder is zijn kracht in de Sprints, waarin hij dankzij onder meer negen overwinningen (tegen vier voor Bagnaia) 28 punten meer scoorde dan zijn grootste tegenstander. Martin heeft twee doelen: bewijzen dat je met een satellietteam wereldkampioen kunt worden en met die wereldtitel belanden in Ducati’s fabrieksteam – waar hij al in 2023 een plek had moeten hebben, meent de voormalige Moto3-wereldkampioen. Niet voor niets zei hij na die verloren seizoensfinale in Valencia al ‘next year is mine’.
DE TE KLOPPEN MACHINE
Voor het vierde seizoen op rij veroverde Ducati vorig jaar de constructeurstitel, maar liefst 327 punten voor ‘runner-up’ KTM. Vijf van de acht rijders in de top 10, zes winnende rijders, zeventien GP-zeges in twintig wedstrijden, 43 podiumplaatsen en negen volledige Ducati-top 3’s gaven die Ducati-dominantie gestalte. En dan waren er trouwens ook nog zestien Sprint-zeges. Al tijdens de Sepang-test gaven Pecco Bagnaia, Jorge Martin en ook Enea Bastianini (foto) aan dat de GP24 nog weer beter is dan zijn voorganger. Wel stelden zij dat de gasreactie en de vermogensafgifte van het sterkere blok verder kunnen worden verfijnd. De ‘engine brake’ en – mede daar aan gekoppeld – het remgedrag zijn naar een hoger plan getild. Op de afsluitende dag van de Sepang-test schaarde Martin zich bij Bagnaia en Bastianini, die al van mening waren dat de nieuwe stroomlijn een stap voorwaarts was. Dat de machine er wat zwaarder door stuurt, lijken de drie vanwege de grotere downforce verbeterde stabiliteit voor lief te nemen. Door de ophanging van het blok is de gewichtsverdeling ook veranderd. GP24-rijder Franco Morbidelli begint met een grote achterstand: vanwege een hersenschudding opgelopen bij een crash met een Ducati Panigale in Portimao miste de de nieuwe Prima Pramac-rijder de testen in Sepang en Qatar.
DE ACHTERVOLGERS
Het scheidslijntje tussen achtervolger, favoriet en outsider kan best eens dun zijn. Want: waar plaatsen we Enea Bastianini, in 2022 nog derde van de wereld en winnaar van vier GP’s op een oude machine? Het wilde vorig jaar diezelfde Bastianini maar niet meezitten – die ene overtuigende overwinning in Sepang ten spijt. Maar met knappe tijden tijdens de laatste test in Qatar zette hij zichzelf weer op de kaart. En Marco Bezzecchi, vorig jaar derde in zijn tweede MotoGP-seizoen? Achtervolger toch maar? Hij koos bewust voor een langer verblijf met zijn vertrouwde VR46-mensen om zich heen. De Italiaan worstelde gedurende de Sepang-test met het remgedrag van de GP23 – die echt anders blijkt dan de GP22 waarmee hij vorig jaar drie GP’s en een Sprint won. Brad Binder werd vorig jaar vierde. “Ik twijfel niet dat we het dit jaar beter gaan doen dan vorig jaar”, klonk Binder zelfverzekerd aan de vooravond van zijn tiende seizoen als KTM-rijder. De Zuid-Afrikaan is geen geweldige ‘qualifier’- twee keer slechts startte hij in 2023 vanaf de eerste rij – maar reed in Silverstone wel van de tiende startplek naar de laatste plaats op het podium. Tijdens de Qatar-test reed hij een indrukwekkende racesimulatie. In Sepang was Binder zeer positief over de nieuwe KTM, sinds Japan vorig jaar voorzien van een carbon frame.
Ook Aleix Espargaro was in Maleisië al zeer te spreken over zijn nieuwe Aprilia RS-GP, ondanks het feit dat die toen nog voorzien van 2023-blok. De nog steeds te licht ontvlambare 34-jarige veteraan blijft de stuwende kracht achter het Aprilia-project. Net als KTM is Aprilia zeer actief met de ontwikkeling van aerodynamica, maar een pijnpunt blijft de betrouwbaarheid én de onhebbelijkheid om onder warme omstandigheden extreem heet te worden. Espargaro en zijn wispelturige teamgenoot Maverick Viñales kwamen tijdens de tropische overzeese races letterlijk in ademnood. De 2024-RS-GP kreeg meer downforce en Espargaro constateerde dat de bochtensnelheid verbeterde, mede dankzij meer stabiliteit mid-corner. Wel werd de machine door de downforce zwaarder te sturen. Nog wat te wensen? Meer koppel en meer power.
VR46’s nieuwe rekruut Fabio Di Giannantonio (foto) was in de slotfase van 2023 na een lang aanlooptraject één van de snelste rijders van het veld. Zijn podium in Australië en vooral de gedenkwaardige overwinning in Qatar maakten duidelijk dat hij zijn plaats verdiende. ‘Diggia’ leek de stap van de GP22 naar de GP23 wat makkelijker te maken dan teammaat Bezzecchi.