Presentatie Yamaha WSBK-team
Na een jaar proefdraaien met de R1M in nationale kampioenschappen en het WK Endurance is de Yamaha klaar voor een nieuwe start in het WK Superbike. met het Crescent Team van Paul Denning en de rijders Sylvain Guintoli en Alex Lowes. In Barcelona werd het gezelschap gepresenteerd.
Titels in het Britse en Amerikaanse Superbike-kampioenschap en een zeer belangrijke overwinning in de Acht Uren van Suzuka – Yamaha´s eerste zege op Honda´s thuiscircuit sinds 1996 – en ook nog een zege in de Acht Uren van Oschersleben hintten al dat de metamorfose die de R1 voor 2015 had ondergaan, met succes was voltooid. Het Engelse Crescent Team van Paul Denning werd uitverkoren om Yamaha’s rentree de komende drie jaar – met Pata in die periode als hoofdsponsor – gestalte te geven. 2014-wereldkampioen Sylvain Guintoli en Alex Lowes vormen de combinatie ‘ervaren coureur en ambitieus jong talent’ waar Yamaha naar op zoek was. Na een teleurstellend seizoen op de Ten Kate/Honda wacht de 33-jarige Fransman ‘een geweldige uitdaging’. “De machine heeft vorig jaar in verschillende kampioenschappen mooie successen behaald, maar de stap naar het WK Superbike is erg groot”, waarschuwt Guintoli. “Onze eerste test was al erg positief en de machine deed mij heel erg denken aan de M1 die ik in 2007 (voor het Tech3 team, FW) in de MotoGP reed. We werken nu aan de ontwikkeling en er zitten heel wat modificaties aan te komen.”
Alex Lowes kampt nog met de naweeën van een schouderblessure die hij tijdens die eerste test in november opliep in Jerez, maar de Brit verwacht bij de start van het nieuwe seizoen in Phillip Island volledig fit te zijn. “Deze kans komt op een goed moment in mijn carrière”, meent de tweelingsbroer van Moto2-coureur Sam. “Als ik ‘m twee jaar geleden was gekregen, was ik waarschijnlijk nog niet klaar voor geweest. Ik heb net (op Suzuki, FW) de twee moeilijkste jaren uit mijn carrière achter me. Ik heb de laatste twee jaar fouten gemaakt, er zijn fouten gemaakt buiten mijn schuld en ik heb nu de ervaring en ik ben als rijder ook sterker geworden. En hoe Paul achter me staat, dat is voor mij heel belangrijk.”
Tijdens de Acht Uren van Suzuka zag Lowes de mogelijkheden van de YZF-R1M, waarmee Pol Espargaro, Bradley Smith en Katsuyuki Nakasuga wonnen. “Dit is echt een machine van een nieuwe generatie, een machine met een enorm potentieel. Dat heb ik zelf ook, maar we zullen er nog flink aan moeten trekken. Het chassis is heel goed en de updates die komen, zullen het blok alleen maar beter maken. Ik heb nu al de bevestiging gekregen van wat ik in Suzuka zag.”
Paul Denning werkte zo’n twintig jaar samen met Suzuki, als teameigenaar in het Britse Superbike-kampioenschap, als teammanager in de MotoGP en de laatste seizoenen als teambaas van zijn eigen Crescent Team in het WK Superbike. “Toch was het niet moeilijk om te breken met Suzuki”, zegt Denning. “We wisten dat bij Suzuki de focus lag bij de MotoGP en dat het WK Superbike dus altijd op het tweede plan zou staan.” Denning, die al in april in contact trad met Yamaha, is onder de indruk van de R1. “Het is de meest ‘high tech’ straatmachine die de Japanners ooit hebben geproduceerd. Yamaha heeft enigszins de weg van Europese fabrikanten gevolgd door een machine te bouwen met een extreem hoog niveau aan technische specificaties. Dit is geen glad marketing-praatje: de R1 is gewoon afgeleid van de M1. Kijk maar naar de stijfheid en de geometrie. Het is een echte racer voor de straat. Het is onmogelijk om een machine om te toveren tot een ‘winner’ als de basis niet klopt. De basis van deze R1, het rijwielgedeelte en het blok, is geweldig. Sylvain en Alex stapten allebei na hun eerste ronden met een grote grijns af, ondanks de verre van ideale omstandigheden. De mensen rondom het project willen er ook alles aan doen om Yamaha ook in het WK Superbike weer terug te brengen naar de top.”
De technische ontwikkeling van de R1M vindt plaats in Duitsland en voor besprekingen met Yamaha Europe en projectleider Andrea Dosoli (ex-Hayate, Kawasaki, Yamaha- en BMW) vliegt Denning naar Amsterdam, zegt hij. “Yamaha Europe is verantwoordelijk voor dit project met steun vanuit Japan. Ik kan binnen zo’n twee en een half uur in Amsterdam zijn, vergaderen en voor het einde van de dag thuis zijn. Ik verwacht dat we sneller oplossingen zullen vinden voor problemen en sneller stappen voorwaarts kunnen maken. Suzuki is afspraken altijd nagekomen. Maar er werd ons ook gezegd dat we alleen sponsoring zouden krijgen voor een Superbike-avontuur. Dit project is van Yamaha Europe en met hun engineers en de onze hebben we in feite twee keer zo veel technische slagkracht, door Yamaha’s inbreng. Dit team durf ik wel een fabrieksteam te noemen.”
Denning, die zich een groot voorstander toont van de voor 2016 nieuwe formule met een race op zaterdag en een op zondag, ziet voldoende ruimte in de strakker geworden technische WK Superbike-reglementen. “Ik vind de balans tussen het gebruik van standaardonderdelen en onderdelen die je mag aanpassen groot genoeg”, zegt hij. “We hebben voldoende technische vrijheid. Vorig jaar domineerde Johnny Rea, en niet Kawasaki. Zo zag ik het tenminste. De Kawasaki was een goed pakket, maar niet vanwege de reglementen. Vergeleken met een paar jaar geleden zijn de reglementen strikter en ik vind dat goed. Het is verstandig om de kosten zo laag mogelijk te houden en we praten hier ook niet over een prototype-klasse als de MotoGP. Het WK Superbike is een kampioenschap voor racers die gebaseerd zijn op productiemotoren. Dat is ook de aantrekkelijkheid van de klasse.”
In één seizoen kan een rijder reglementair beschikken over zeven blokken. De eerste twee races in Australië en Thailand verwacht Denning dat zijn coureurs racen met de technische ‘specs’ rijden zoals die er op dat moment zijn. “Elke rijder krijgt één blok voor Phillip Island en we hopen dat we daarmee ook de kilometers kunnen maken”, legt hij uit. “We verwachten nieuwe ontwikkelingsdelen en daarom laten we zo weinig mogelijk blokken verzegelen. Vanaf Aragon en Assen verwachten we dan nieuwe stappen.”
Niet heel verrassend ziet de Britse teammanager 2016 als een leerjaar. “Alex en Sylvain willen natuurlijk winnen, maar je mag niet verwachten dat we meteen op het niveau staan van Kawasaki. Ik hoop dat we aan het eind van het jaar in staat zijn om mee te doen voor overwinningen. In 2017 moeten we dan voor het kampioenschap gaan.”
Yamaha in het WK Superbike
In 1988 stond de eerste WK Superbike-titel op het spel. Op een Yamaha FZR750 reed Fabrizio Pirovano naar de tweede plaats achter Honda’s Fred Merkel. Pirovano zou jaren Yamaha’s vaandeldrager blijven, die af en toe eens goed was voor een overwinning maar nooit goed genoeg voor de wereldtitel. Ook toppers als Colin Edwards, Scott Russell en Noriyuki Haga kwamen te kort. De Japanner vormde op de exclusieve R7 in 2000 een ernstige bedreiging voor de naar Honda vertrokken Edwards, maar door een veelbesproken efedrine-schandaal liep hij veel punten mis.
Vanaf 2003 laat het reglement ook 1000 cc-viercilinders toe en met de in 1998 geïntroduceerde R1 werd Haga in 2005 en 2006 derde. In 2007 zorgden Haga en Troy Corser voor Yamaha’s eerste en enige constructeurstitel. De individuele titel miste Haga op drie punten; die ging naar James Toseland op een Ten Kate Honda. Een jaar later liep het duo Corser/Haga de titel weer mis met een tweede en derde plaats. Pas in 2009 behaalde eerstejaars Ben Spies voor Yamaha het hoogste goed in het WK Superbike, toen hij in het laatste raceweekend Ducati’s nieuwe kopman Haga passeerde. Tom Sykes kwam op de tweede R1 niet verder dan de negende plaats. Met Cal Crutchlow en James Toseland kwam het merk in 2010 tot een vijfde en negende positie, terwijl hun vervangers Marco Melandri en Eugene Laverty in 2011 beslag legden op de tweede en vierde plaats. Desondanks trok Yamaha zich aan het eind van het seizoen terug uit het WK Superbike.