Praktijktest 9 kunststof kleurherstellers
Wanneer je door de zon verbleekte kunststof delen weer in ouderwetse glorie wilt laten stralen, dan ontkom je niet aan een beetje chemische hulp van buitenaf. Negen kleurherstellers gaan met elkaar een bikkelharde strijd aan om uit te maken wie zich uiteindelijk de ‘King of Kunststof’ mag noemen!
“Nou, jij ziet er wat bleekjes uit vandaag. En je huidje houdt ook niet over, voelt wat hard en bros aan!” Wanneer je een dergelijk gesprek voert met de kunststof delen van je zeer geliefde tweewieler, dan wordt het de hoogste tijd voor een onderonsje met een in eenzaamheid en/of depressies gespecialiseerde psycholoog. Op weg daar naar toe kun je dan even bij de bouwmarkt of automaterialenzaak om de hoek kijken voor een kunststof onderhoudsmiddel. Dit niet te verwarren met een kunststof reiniger, dat enkel dient voor het verwijderen van vuil.
Een dergelijk onderhoudsmiddel is allesbehalve chemische hocuspocus, maar juist relatief eenvoudig. Men neme wat siliconenolie, kost afhankelijk van de kwaliteit tussen de vijf en vijftig euro per kilo, en zorgt daarnaast voor een spuitvriendelijke en in het beste geval ook nog een prettig ruikende verbinding. Mix het geheel, waarbij de siliconenolie een percentage tussen de twee tot vijf vertegenwoordigt, en klaar is het wondermiddel dat zich vervolgens voor bedragen tussen de twintig en vijftig euro per liter aan de man laat brengen. In combinatie met wat wervende reclameteksten – denk ik de trant van ‘nano’, ‘micro’ of ‘penetreren van het oppervlak’ – loopt de verkoop van het goedje waarschijnlijk nog beter. Of de klant er dan ook echt plezier van heeft, is dan een tweede, want van een goedkoop mixje dat niet werkt, wordt niemand vrolijk. Wassen en de invloed van het weer halen al vrij snel de glans van het kunststof en middelen met een wat meer doordachte, hoogwaardiger receptuur werken niet alleen beter, maar ook langer. Welke dat zijn, lees je op de volgende pagina’s. En die kun je trouwens ook gewoon kopen, zonder eerst met je voertuigcomponenten te praten!
ZO TESTEN WE
Het komt niet vaak voor dat motorredacteuren zich hartje winter op een autosloop begeven, maar in dit geval wel. Dat vormde het begin van een omvangrijke test.
Waar geen motoronderdelen? Te klein oppervlak, niet gelijkmatig genoeg verweerd en daarom niet geschikt als basis voor een eerlijke vergelijking. Die basis werd wel gevonden op de schroothoop, meer specifiek in de vorm van een ongelakte voorbumper van een Ford Fiesta. Bouwjaar 1996, voor de liefhebber. Die werd begin december, samen met de testmonsters afgeleverd bij een laboratorium gespecialiseerd in chemische middelen. De bumper werd allereerst gesegmenteerd en vervolgens volgens de specifieke gebruiksaanwijzing per fabrikant behandelt met de verschillende producten (in de beoordeling te vinden onder het kopje ‘gebruik’). Vervolgens werd na een uur inwerktijd het resultaat niet alleen visueel beoordeeld, maar ook via een glansmeter gemeten (‘direct kleurhersteleffect’). Vervolgens volgden twee, elk tien minuten durende beregeningsfases, onderbroken door een uur durende droogpauze waarna andermaal een meting werd gedaan (langdurig kleurhersteleffect). Daarnaast werden ook behandelde ABS kunststofstroken in een bad gehangen met ‘norm-vuil’, het smeer dat achterblijft geeft uitsluitsel over ‘vuilgevoeligheid na behandeling’.