Pasportret – Pordoipas
Ze brengen je over de bergen van A naar B: passen. Ze simpelweg als verbindingsweg of functionele route bestempelen zou echter heiligschennis zijn. Voor motorrijders is er immers niets mooiers dan deze hoogtegiganten onder je wielen door te laten rollen. We gaan daarom op pelgrimage en bezoeken de mooiste en anderszins opmerkelijke passen van Europa. Deze keer in de schijnwerper: de Pordoipas!
Startpunt voor de klimtocht over de Pordoipas is het Italiaanse dorpje Canazei in de Fassa Vallei. De prachtige piste tussen Sass Pordoi en Sass Becé is al van verre te herkennen boven het dorp. De Passo Pordoi, zoals de Italianen hem noemen, markeert de grens tussen de provincies Trentino en Belluno en verbindt de Valle di Fassa met de Valle di Fodom. Zoals in veel dorpen hier in de Ladinische valleien is het contrast tussen oude plattelandsgebouwen en moderne infrastructuur voor winter- en zomersport tenenkrommend groot. Door de zon zwartgeblakerde houten huizen en met fresco’s versierde gevels wedijveren met de schreeuwerige reclame van hotels die allemaal om aandacht schreeuwen.
Tot 1900 lag dit gebied grotendeels geïsoleerd van de rest van Italië. De Grote Dolomietenweg (Grande Strada delle Dolomiti red.) maakte de valleien rond het Sellamassief uiteindelijk toegankelijk voor toerisme. Al in het dorp begint de weg aan zijn klim omhoog, in eerste instantie vooral via flauwe bochten. De piste verrast met een eersteklas wegdek en een breedte waardoor je niet snel verrast wordt door tegenliggers. Na de tweede haarspeldbocht opent zich een weids uitzicht over de Fassa Vallei die zich in de verte terugtrekt. De weg slingert langs goed onderhouden en verhoogde haarspeldbochten. Niet alle slingers zijn overzichtelijk en als langs een lijntje getrokken, sommige vereisen een zorgvuldig gekozen lijn. Er zijn hier geen muurtjes of andersoortige wegafscheidingen, het groen van het bos reikt hier en daar zelfs tot aan de rand van de rijbaan.
Korte galerijen lopen onder de skipistes door, waarboven kleurrijke stoeltjes bungelen aan de kabels van de skiliftinstallaties, die hun schaduw voor het voorwiel werpen. En dat voorwiel heeft het naar het zin hier, bituumstroken noch hobbels of kuilen verstoren het ritme van de reis. Eigenlijk word je enkel afgeleid door het magistrale berglandschap dat door de bomen flitst. Daarbij is het niet alleen het torenhoge Sellamassief dat de omgeving domineert, aan het begin van de vallei steken bleke rotsnaalden hun neus de lucht in. Bocht na bocht, eindeloos rijplezier! Er zijn genoeg mogelijkheden om het allemaal rustig in je op te nemen, bijvoorbeeld op één van de talrijke parkeerplaatsen langs de weg en bij de Laghetto Lupo Bianco, een klein meertje net voor de tiende haarspeldbocht.
Bij bocht veertien splitst de weg zich en kun je kiezen tussen de Sellapas of de Passo Pordoi. Na een rechterbocht wordt de weg wilder en ongelijkmatiger, waarbij klassieke zwart-witte bermstenen zich afwisselen met gedeukte vangrails. Het wordt ook steeds moeilijker om de bochten te overzien. De steeds smallere delen vragen om je volle aandacht. En dan, midden in een bocht, duikt hotel Bellavista op, wat de evenknie zou kunnen zijn van hotel Schöne Aussicht in bocht 46 van de Stilfserjoch. Het hotel heeft een toepasselijke naam, gezien het fenomenale bergpanorama dat zich hier voor je ontvouwt. Het landschap wordt gekenmerkt door lage struiken en met korstmos bedekte keien. Rechte stukken gaan over in scherpe bochten en niet ver van nog twee hotels, eveneens direct gelegen aan de skipistes, passeer je dan eindelijk de boomgrens. De laatste zeven haarspeldbochten, omzoomd met een houten wegafscheiding, lopen door typisch Alpien terrein. Het ruige weer, niet geremd door regelmatig onderhoud, heeft vrij spel op de ondergrond en dat zie je duidelijk terug aan de staat van het asfalt.
De laatste meters voor pashoogte worden gedomineerd door de Sass-Pordoi kabelbaan. Dikke, stalen kabels strekken zich uit van een futuristische gebouw tot een hoogte van 2.950 meter. De bijbehorende infrastructuur – hotels, enorme parkeerterreinen, restaurants en kiosken – beslaat het volledige gebied tussen Sass Becé en Sass Pordoi. Alles maakt een hectische, opgewonden indruk, maar straalt daarnaast ook wat ‘vergane glorie’ uit.
De omgeving hier kent een behoorlijk roerige geschiedenis. Het eerste deel van de Grote Dolomietenroute werd hier aan het begin van de twintigste eeuw voltooid en de allereerste hotels die er hun deuren openden, het Savoia en Pordoi, beide met hun opvallend beschilderde gevels, zijn ook vandaag de dag nog in bedrijf. Ook woedde de Eerste Wereldoorlog hier in alle hevigheid. In het oosten is de Col di Lana te zien, ook wel bekend als de Col di Sangue, wat letterlijk vertaald ‘bloedberg’ betekent. Niet ver van de top van de pas staat een gedenkteken met de beenderen van duizenden gesneuvelde soldaten.
De oostelijke helling, die afdaalt naar Arabba, loopt door open terrein over een helling bedekt met alpenrozen met een gematigde dalingspercentage. Een groot deel van de route werd in de zomer van 2023 opnieuw geasfalteerd en is nu perfect begaanbaar.
Meer nog dan de westelijke helling wordt de route naar Arabba gekenmerkt door het contrast tussen de indrukwekkende natuur en de menselijke drang om het hele jaar door van vrijetijdsactiviteiten te genieten. Parallel aan de SS48 kronkelen mountainbikepaden rond kleine houten schuurtjes, en dat alles in de schaduw van stalen kabelbaansteunen. Deze klimmen omhoog langs de bergflanken en eindigen in onwerkelijke constructies op de verschillende bergtoppen. Hoewel ze net zo grijs zijn als de rotsen zelf, lijken ze misplaatst te midden van de majestueuze Dolomieten. Je krijgt de indruk dat het landschap bekabeld en opgesloten is. Er is uiteraard ook een keerzijde: zonder deze behoefte aan de wintersport zou de Passo Pordoi – en daarmee vele andere Dolomietenpassen – immers lang niet zo goed ontwikkeld en onderhouden worden.
De rest van de weg naar Arabba, vooral de laatste paar kilometers, is een eersteklas carrousel van bochten. Serpentines lopen naadloos in elkaar over, met alleen korte, rechte stukken waarin je jezelf eventjes kunt verzamelen voor de volgende dans door slingers met uitstekende grip. De oostelijke helling van de Pordoi eindigt na 33 haarspeldbochten in het centrum van Arabba. Missie voltooid!