Overzicht redactiemotoren
Motorrijden is emotie en in dat licht beschenen komt deze Sportster S goed beslagen ten ijs. Niet alleen omdat het een Harley-Davidson is, het karaktermerk bij uitstek, maar vooral omdat ‘ie met zijn compromisloze benadering plezier in hoofdletters schrijft. Rijst de vraag: blijft dat op den duur ook leuk, of begint de ratio zich op een bepaald moment ook te roeren?
Met een bijna maagdelijke 308 kilometer op de teller meldde de Harley-Davidson Sportster S zich begin juni op de redactie. Door onder meer de tussenliggende vakantie ging het aanvankelijk nog wat schoorvoetend met de kilometers, maar inmiddels begint de tellerstand aardig wat meters te maken. Dat het de laatste tijd wat sneller gaat is zeker ook te danken aan het weer, om meerdere redenen is de Sportster S namelijk niet echt de favoriete machine voor natte dagen, waar we er de laatste maanden toch wel vrij veel van hebben gehad. Allereerst blijken de banden erg gevoelig voor kou en nattigheid. De dikke 160 voorband vraagt onder normale omstandigheden al om een resolute hand, onder mindere omstandigheden wordt dat effect alleen maar groter.
Daarbij komt ook nog dat het voorspatbord aan de nogal compacte kant is, om het even voorzichtig uit te drukken. De voorband gooit het water daarbij achteloos de lucht in, waardoor je door je eigen spray heen rijdt. Water op de rijbaan betekent kortom een nat pak, zelfs wanneer het niet (meer) regent. De alweer in 2021 gelanceerde Sportster S, met het tot 121 pk terug getunede, vloeistofgekoelde blok van de Pan America (die met 152 pk pronkt), is wat dat betreft wel een echte mooi-weer-motor.
Een motorfiets trouwens ook die altijd en overal de aandacht trekt. Voor de rijdynamiek is er een betere keuze qua bandenmaten, optisch gezien is dat een heel ander verhaal. Het heerlijk lage en lange profiel in combinatie met de overall bullige uitstraling van de S valt blijkbaar in goede aarde, want zelden kreeg een motorfiets zoveel complimenten, van een heel uiteenlopend publiek ook nog. Passend bij het stoere voorkomen, waarbij de Sportster ook nog de sier maakt met een heel opgeruimd uiterlijk (storende kabeltjes, slangen of stekker zijn ‘m volledig vreemd), is ook de zithouding.
Die vraagt trouwens in eerste instantie wel een beetje gewenning. Je zit echt opvallend hoog bovenop de motor, over de lange tank gestrekt waarbij de naar voren reikende benen bijna bovenop de flanken van de tank steunen. À propos tank, die lijkt behoorlijk fors, maar slikt met 11,8 liter een enigszins bescheiden hoeveelheid brandstof weg. Met een gemiddeld verbruik van 1 op 19,8 over de huidige testafstand toch goed voor een theoretische actieradius van 234 kilometer, die je bijna tot op de laatste kilometer kunt benutten dankzij het uiterst informatieve dashboard dat onder meer de resterende actieradius weergeeft. Het lijkt een behoorlijke knoppenkermis links en rechts op het stuur, maar het instellen van de verschillende elektronische hulpmiddelen, evenals het aanpassen en ophalen van informatie op het ronde TFT-dashboard, is eigenlijk heel simpel. Onder meer de handvatverwarming, cruise-control en rijmodus hebben elk een eigen knop, voor de overige zaken is er de met de linkerduim te bedienen vijfweg-schakelaar. Daarbij is er ook een aparte Home-knop, die je direct terug in het hoofdscherm brengt, bijzonder praktisch. De komende maanden gaan we de Sportster S wat vaker uit z’n comfortzone halen, zodat ‘ie kan bewijzen meer te zijn dan enkel maar een ‘fraai snuutje’.