Oude namen, nieuwe glans: Norton
Tussen genie en waanzin: steeds weer proberen verwoede gelukszoekers, bevlogen enthousiasten of koel calculerende ondernemers grote namen uit de motorgeschiedenis nieuw leven in te blazen. Maar lang niet iedereen is even succesvol. In een nieuwe serie meten we de polsslag van een aantal van die merken. In dit deel: Norton.
“Zo’n kans krijg je maar één keer in vijf levens”, aldus de Britse selfmade-miljonair Stuart Garner, die in 2008 de rechten op de merknaam Norton kocht en het merk nieuw leven inblies. De 46-jarige Garner, die zijn vermogen onder andere vergaarde met vuurwerk en met het fokken van zeldzame antilopen voor safariparken, kocht later ook nog kasteel Donington, in de buurt van het gelijknamige circuit, waar Norton tegenwoordig ook resideert. Een goed verhaal, want enerzijds stond de stamtafel van het merk ooit in de omgeving van Birmingham en anderzijds is het merk onafscheidelijk met de racerij verbonden. Het merk werd in 1898 door James Norton opgericht en tijdens de eerste Tourist Trophy op het Isle of Man in 1907 stond er al een Norton op de hoogste trede van het podium. Daarna volgden nog talloze andere titels.
Tot halverwege de jaren vijftig domineerde Norton de internationale racerij. Vooral de bewierookte Manx, gebouwd van 1949 tot 1962, had een abonnement op overwinningen; de ééncilinder van deze machine werd zelfs gebruikt in de Cooper Formule-3-wagen. Ondanks of misschien ook wel door de racesuccessen bleek de neergang van het merk niet te stoppen. In de jaren vijftig werd Norton samen met andere noodlijdende merken als AJS en Matchless in het AMC-concern (Associated Motor Cycles) ondergebracht, dat niet veel later ook ten onder ging. Uit de as herrees Norton-Villiers (later kwam Triumph daar ook nog bij), dat in de jaren zeventig met de Norton Commando een korte opleving beleefde. Maar op den duur bleek de ouderwetse techniek niet bestand tegen de moderne Japanse modellen. In de jaren 80 werden de rechten op Norton wereldwijd gesplit en meerdere reanimatiepogingen mislukten jammerlijk. Tot de bekende motornar Stuart Garner opdook en met hem het benodigde kapitaal. Hij laat tegenwoordig kleine series van de modellen Dominator en Commando met de hand produceren, en met redelijk succes.