Oud vs. nieuw – Kawasaki Eliminator
Wat zijn naam ook mag impliceren: de Eliminator 500SE is absoluut geen motorfiets die met liefde zijn berijder en tegenstanders elimineert. Daarvoor kan hij beter een voorbeeld nemen aan zijn verre voorvader de ZL1000 Eliminator.
Stel dat Nederlandse fabrikanten nooit gestopt waren met motorfietsproductie. Hadden ze dan net als Japanse fabrikanten in de jaren tachtig bovenmatige interesse gehad in het custom-segment? Decennialang was dit het domein van die ene Amerikaanse fabrikant uit Milwaukee, maar de Japanners roken kansen. Om de motoren een zo ruig mogelijk imago te geven – Harley-Davidson staat nu eenmaal bekend als ongepolijst – krijgen de Japanse concurrenten namen die stoer moeten klinken, maar in werkelijkheid wat lachwekkend overkomen: Shadow, Eliminator en Intruder. Als Sparta, Batavus en Hulsmann nog altijd motoren bouwden zou dat dan de Schaduw, Indringer en Elimineerder hebben opgeleverd?
Oog in oog met de bijna veertig jaar oude Kawasaki Eliminator ZL1000 van Bert Kwaak heeft de motorfiets toch onmiskenbaar iets stoers. Zijn naam is hem direct vergeven. Het contrast tussen de Eliminator 500SE uit 2024 is groot. Waar die laatste zich richt op de beginnende motorrijder en op dames is de duizend-variant groot en krachtig. Het is een van de eerste voorbeelden van wat we nu een power-cruiser noemen. Kawasaki wedde in die jaren op verschillende paarden om een zo’n groot mogelijk deel van de custom-markt te veroveren. Enerzijds bouwt het met de Vulcans de gebruikelijke V-twins waarmee het Harley-Davidson kopieert, maar anderzijds pakt het met de Eliminator uit met een dikke vier-in-lijn. Dat lijkt verfrissend, maar helemaal nieuw is dat kunstje ook niet, de KZ 900LTD heeft in 1976 al eenzelfde motorconfiguratie.
Over LTD gesproken: de nieuwste Eliminator 500SE heeft technisch meer weg van de LTD450 uit dezelfde tijd als de ZL1000. Met zijn staande twin, 50 pk en 454 cc lijkt de LTD450 zelfs als twee druppels water op de Eliminator 500SE. De ‘oude’ duizend cc viercilinder levert ruim het dubbele aantal pk’s. Dat klinkt imposant en passend bij een power-cruiser, maar er is die ene Yamaha die de Kawasaki vanaf zijn introductie in de schaduw zette: de V-Max. Het veranderde de Eliminator noodgedwongen van een zogenaamd vlijmscherp wapen op de dragstrip in een comfortabele cruiser. Comfortabel is de machine inderdaad, groot ook.
Dat laatste is eveneens van toepassing op eigenaar Bert Kwaak. De schouderpartij van de Haarlemmer jaagt een Hulk in een slechte bui nog schrik aan. Een jarenlange carrière als stratenmaker – Kwaak schopte het zelfs tot Nederlands Kampioen – levert een torso op die perfect past bij de minstens zo musculaire ZL1000. Werd Kwaak verliefd op zijn motorische evenbeeld? “Nee, een vriendin van ons had voor de tiende keer haar benen gestoten aan de Eliminator en was hem zat. Ze belde met de mededeling ‘Je kunt hem gratis ophalen. Nu!’ Vervolgens heb ik er nog wel € 3.500,- ingestoken om hem mooi te krijgen.”
Het is geen weggegooid geld, de Kawasaki is weliswaar op leeftijd, maar ziet er kras uit voor zijn leeftijd. Hoe anders was dat toen Kwaak hem ophaalde. De Kawasaki stond 25 jaar onder kleedjes. De eerste twintig jaar stond hij nog binnen, de laatste vijf jaar stond hij letterlijk buiten te verrotten onder een zeiltje. De foto’s die Kwaak toont laten een verwaarloosd wrak zien. “De benzinetank was zo verrot dat zelfs de oud-ijzerboer hem niet wilde hebben. Nieuwe tanks vond ik eerst voor duizend Amerikaanse dollars en vijfhonderd Britse pond. Gelukkig bood een kennis er twee aan voor slechts vijftig euro. Al kostte spuiten en sealen me ook weer vierhonderd euro.”
Kwaak is iemand die van zichzelf zegt: ‘ga maar op het geluid af dan vind je me wel’. Dat blijkt eens te meer als je hem vraagt naar de schoonheid van een ZL1000. Een tsunami aan woorden valt je dan ten deel. “Laat ik eerlijk zijn; als hij niet gratis was geweest, had ik hem nooit gekocht. Maar toen hij hier stond zag ik de cardan, die vloeistofgekoelde viercilinder, de zesbak en een naam die flink wat pit belooft.”
Dat laatste klopt wel want de literzware Eliminator is goed voor 110 pk. Hij deelt het blok met superbike Ninja 1000 en toerfiets GTR 1000, maar heeft onder meer door andere carburateurs (Ø 34 mm, Ninja Ø 36 mm en GTR Ø 32 mm) meer vermogen onderin en in het middengebied. De 1.000 volgt in 1987 de oer-Eliminator op: ZL900. Die blijft wegens matige verkoopaantallen maar twee jaar in productie en dat droeve lot valt meer Eliminators ten deel. De ZL1000 is trouwens meer dan een ZL900 met een vergrote cilinderinhoud. De 900 heeft een radicaler en langgerekter design dat veel meer aan dragbikes doet denken. De 1.000 heeft een veel groter zadel en de tankinhoud verdubbelt bijna ten opzichte van showpaardje 900.
Door dat grote zadel en brede tank is de ZL1000 in het zadel een flinke kluif. Zeker als je hem moet duwen. Daartoe zijn we helaas gedwongen omdat Kwaak zijn Eliminator vertroetelt en zonder benzine heeft weggezet. Een rijimpressie zit er niet in, een duwimpressie wel. Die leert dat het werken is aan boord. Met een drooggewicht van 243 kilo is de ZL1000 geen lichte jongen. Met 750 millimeter staat het zadel aangenaam laag, maar door de breedte van het zadel kost het toch de nodige moeite om met de voeten bij de grond te komen.
De Eliminator 500SE is kinderspeelgoed vergeleken met zijn voorvader. Waar je de duizend alleen met de hoogstnodige voorzichtigheid benadert – je wil de machine ook absoluut niet naast zijn breedgeschouderde eigenaar laten omkukelen – pak je de halveliter op alsof het kinderspeelgoed is. Met een rijklaargewicht van 177 kilo is het gewichtsverschil spectaculair. Het is simpelweg ontwapenend dat Kawasaki juist zo’n lief snoepje, zo’n braaf kind met zo’n slecht imago probeert op te zadelen.
Toch doen ook wij onbewust aan dat spelletje mee. We duwen het tweetal namelijk resoluut naar de Koepel. De voormalige Haarlemse gevangenis lijkt ons een uiterst geschikte fotolocatie die past bij dit duo gemene ‘elimineerders’. De nieuwe bestemming van het voormalige cachot past stiekem toch beter bij de Kawasaki’s bedenken we als we er de motoren op hun zijstandaard parkeren. Waar vroeger gedetineerden op water en brood leefden, kijken tegenwoordig bioscoopbezoekers naar de laatste films in een van de zalen in de kelder. Vermaak bieden past eveneens bij een Eliminator. Daarbij maakt het niet uit of het oude of nieuwe betreft.
Naast elkaar valt goed op dat Kawasaki als geen ander het kunstje beheerst om nieuwe modellen op oude te laten lijken. Dat bewijst de fabrikant met de retro RS- en W-modellen, maar ook met deze Eliminator 500SE. Het langgerekte uiterlijk dat het origineel zo typeert, komt ook duidelijk naar voren in het lijnenspel van de nieuwste Eliminator. Zit er toch een stukje Indianapolis en Santa Pod in de genen van de halveliter machine. Alleen in het lijnenspel! Met zijn 45,4 pk heeft het ding niets te zoeken op een dragstrip. Henk Vink zou zich om zijn graf omdraaien mocht het wel gebeuren. Maar waar motorsportlegende Vink onmetelijke bedragen in zijn Big Spenders stopte, ben je bij de 500SE al voor € 7.899,- klaar. Waar de huidige Eliminator een koopje is, waren de 900 en 1.000 dat niet. Het droeg er allemaal aan bij dat ze het nooit tot enorme succesnummers schopten.
Of het wel of geen succes werd kan eigenaar Kwaak niet schelen. Die blijft zich tijdens de gehele fotografiesessie verbazen over de schoonheid van zijn ZL1000. Al doet hij op het laatst nog wel een verrassende mededeling: “Plaats je op het eind van het artikel wel mijn telefoonnummer? De motor mag weg namelijk.” Op zich is dat ook wel weer begrijpelijk. Je geeft het hem niet, denkt zo maar dat hij 65 is, maar Kwaak is al 76 en daarom pakt hij liever een van zijn drie Royal Enfields voor een lekker motorritje. Als de Eliminator niet weg gaat, is het ook niet erg. Voor Kwaak is het absoluut geen straf om er iedere dag in zijn werkplaats even naar te kijken.