+ Plus

Oud versus nieuw: Yamaha Tracer 700

Wie in het segment van lichte crossovers op zoek is naar de magische driehoek van vermogen, gewicht en prijs, kan sinds 2016 niet om de Yamaha Tracer 700 heen. Het jaar 2020 staat voor de vernieuwde Tracer in het teken van evolutie. Tijd voor een overstap?

Maar misschien eerst het antwoord op de vraag hoe het ook alweer stond en staat met de voorgaande Tracer 700. Eigenlijk kun je daar voor ieder MT-07-derivaat hetzelfde antwoord op geven: uitstekend. De kwaliteiten van de kleine toer-MT doen een update eerder als een kuurtje dan als verplichte kost voorkomen, want ook over de 1.0-versie wordt haast louter in superlatieven gesproken. Volgens Yamaha exact 196 kilo licht, 200 kilo op onze geijkte redactie-weegschaal; daar komt geen concurrent bij in de buurt. Met een uiterst aantrekkelijk basisprijs werd de eerste Tracer 700 meteen een succesnummer en met de aangename 75 paarden in de stal stond de Yamaha op gelijke hoogte met bijvoorbeeld de BMW F750GS.
De Tracer reed en rijdt uitstekend, maar markt, stamtafel en designers hebben geregeld nieuw voer nodig. Dat mag in de huidige crisistijden enigszins bizar lijken, maar dat is het zeker niet. In de vier jaar dat de Tracer 700 nu op de markt is, zijn de verkopen langzaam maar zeker gedaald, wat in de modelcyclus van een motorfiets uiteraard een logische gang van zaken is.

 

En dat brengt ons bij het nieuwste hoofdstuk van de Tracer. Al te bezorgd zijn ze bij Yamaha in ieder geval niet geweest, want met het scherpere en tegelijkertijd gladder vormgegeven voorkomen is de meest opvallende wijziging aan de Tracer 700 al benoemd. We herkennen een beetje MT-10 hier, een vleugje Ténéré daar en dagrijlichten doen inderdaad een beetje aan die van de R1 denken. En verder? Euro5, uiteraard. Herkenbaar aan de samengevoegde uitlaatbochten en 2 pk minder vermogen. Led-verlichting rondom. Een wat steviger gevoerd zadel voor de passagier, een wat breder stuur en een verbeterde stelmogelijkheid voor het ruitje. Niets mis mee.
Maar de meest veelbelovende update zit in de vering. Zowel voor als achter kunnen nu de veervoorspanning en de uitgaande demping worden versteld, een welkome verbetering. Tractiecontrole, IMU-voodoo, modi-gepriegel? Nee, net als voorheen geen gedoe op deze Yamaha. Gezien de kwaliteit van de basis, de te verwachten dynamiek en het onderscheid met de niet eens zo gek veel duurdere, beduidend sterkere en eveneens succesvolle Tracer 900 is dat zeker geen tekortkoming. Zeker gezien het feit dat het resultaat beduidend meer kan zijn dan de som der delen.

Desondanks blijft de vraag: is het tijd voor een overstap? Er is maar één manier om daar achter te komen: een showdown tussen het nieuwe model en zijn voorganger. En daar hebben we eigenlijk niet zo gek veel voor nodig. Een zonnige dag, een handvol lekkere kronkelwegen en twee volle tanks. Met een capaciteit van zeventien liter elk en een bijzonder gematigd secundair verbruik van gemiddeld zo’n 1 op 25 kan een dagje op een Tracer lekker lang duren.
Nu we het toch over de paralleltwin hebben, niet echt vernieuwd, al vaak geprezen, maar geen enkel positief woord over dit 689 cc metende wonder van efficiëntie en lol is overdreven. Ook in Euro5-spec verenigt de twin als geen ander model in deze klasse uitstekende draai-eigenschappen, punch en een aanstekelijke levensvreugde met elkaar. 75 respectievelijk 73 pk blijft wat het is, maar die paarden zijn altijd bij de les en laten zich altijd en overal zonder hakken op de ketting, vibraties of ander ongemak mobiliseren. Ongeacht of het nu bij 2.000 toeren is of bij 9.000. Om de Euro5-aderlating van twee pk bij de Tracer 2.0 te compenseren is de overbrenging door een tandwiel met twee tandjes minder wat korter gemaakt. Het resultaat is hetzelfde, want iedere beweging van de rechterpols resulteert in een levendige voorwaartse drang en met het geringe aantal kilo’s van beide Tracers heeft de paralleltwin beslist geen moeite. Subjectief bekeken duwt de krachtbron beide Yamaha’s met dezelfde overtuiging richting de horizon.

 

De kwaliteiten zijn gebleven, maar een aantal zwakke punten ook. Toegegeven, dat zijn er niet veel. Net als voorheen is de gasrespons een tikje aan de harde kant en net als voorheen is de versnellingsbak weliswaar precies, maar is de bediening wat aan de grove kant. Dat dit bij de oudere Tracer meer present is, komt waarschijnlijk eerder door het kilometrage van ruim 13.000 kilometer dan door een sprong in ontwikkeling. Het blok is dus, zoals eigenlijk al verwacht, niet van doorslaggevende betekenis in deze test. Een eerste functioneel verschil wordt al duidelijk voor er überhaupt een startknop is ingedrukt. En dat maakt een groter onderscheid dan het getal 34 suggereert. Precies dit aantal millimeters is het nieuwe stuur namelijk breder dan het voorgaande en daarmee is een van de voornaamste kritiekpunten van het oude model met succes aangepakt. Een smaller stuur past namelijk net zo min bij een motorfiets als deze als een kofferbakspoiler op een S-klasse. Natuurlijk hoeft een lichtgewicht als de Tracer 700 in tegenstelling tot zware crossovers als bijvoorbeeld een Kawasaki Versys 1000 niet een stuur als een scheepsmast te hebben om lekker handelbaar te zijn, maar met het nieuwe stuur in handen voelt de Tracer ineens een stuk volwassener aan.
Hetzelfde geldt voor het uitzicht op het dashboard, dat in feite niet veel anders doet dan voorheen, maar het omgekeerde kleurenschema van het display oogt een stuk eleganter. Ook de bediening van het dashboard is nu stukken eleganter, want in plaats van op kleine knopjes op het dashboard zelf te moeten drukken, kan er nu vanaf het stuur door de info worden gesurfd. En ook voor wat de bediening van het ruitje betreft is er een stap voorwaarts gezet. De dubbele draaiknoppen hebben namelijk plaatsgemaakt voor een groot hendel, dat als het moet ook tijdens het rijden kan worden gebruikt. Uiteraard beschermt de beduidend grotere ruit van onze test-Tracer 2.0 veel beter dan de oude en houdt het het bovenlichaam nagenoeg geheel uit de wind (bij een lengte van 1.80 meter), maar net als een aantal andere onderdelen op de testmachine hoort deze ruit tot de opties. Ook op de snelweg is het bij een licht verhoogde maximum snelheid trouwens prima uit te houden achter het ruitje van het oude model.
En wie wil er nu met deze lichte padvinders tegen de begrenzer aan over de snelweg denderen? Nee, liever nemen we de eerste afslag richting het bochtenparadijs dat we voor deze test hebben uitgekozen. Daar komen beide Tracers ook helemaal tot hun recht en onderstrepen ze wat voor de MT-lijn als geheel geldt: een levendige en onbezwaarde lichtvoetigheid.

De kenmerkende crossover-ergonomie met een rechte zitpositie en hoog stuur kom je tegenwoordig ook al tegen op vette naked bikes, maar bij een gewicht van 200 kilo krijgt lichtvoetigheid er een heel nieuwe dimensie door. Beide Tracer laten zich moeiteloos van de ene naar de andere hellingshoek dirigeren, pakken iedere bocht heerlijk constant en volgen heel betrouwbaar de gekozen lijn. Zowel een draai aan het gas als een kneep in het remhendel ontketenen krachten die in dit segment niet vanzelfsprekend zijn.
Wat bij de eerste Tracer bovendien al in de smaak valt, is dat hij geenszins last heeft van de zachte achtervering, die de eerste generatie van de donerende MT-07 zo kenmerkte. Beide veerelementen zijn in de basis aangenaam stug en spreken netjes aan. Alleen aan de achterzijde mist een beetje souplesse op korte oneffenheden en worden klappen wat harder aan de wervelkolom doorgegeven.
En Tracer nummer twee? Die voegt op dit gebied eigenlijk overal merkbaar iets extra’s toe. Misschien niet voldoende om beslissend te zijn, maar gevoelsmatig toch aardig wat. De basis setup van de voorvork is wat stugger, zelfs als je de nu instelbare uitgaande demping helemaal opendraait. De achterschokdemper spreekt in de basis nu heel iets verfijnder aan, maar zou voor een snelle rit nog wat meer uitgaande demping kunnen gebruiken. Geen probleem, want ook dat is nu instelbaar. We gingen van 1,5 omwenteling naar exact één omwenteling, geteld vanuit gesloten positie. Dat maakt het geheel iets harmonischer, met iets meer reserve en ook wat meer stabiliteit. Met het brede stuur stevig in de knuisten stuur je dan nog moeitelozer en preciezer door het bochtenwerk.
Onder de streep rijdt de nieuwste Tracer net even volwassener en daarmee wordt het testuitslag meteen ook in grote lijnen duidelijk. Maar waarom de slijtnokken onder de voetsteunen nog steeds zo enorm lang zijn en de grondspeling mede daardoor beperkt…we weten het niet. Maar goed, dat is een probleem dat zich met voldoende tijd en ambitie vanzelf oplost. Hoe het dus staat met de nieuwe, kleine Tracer? Die vraag is met slechts één woord te beantwoorden: uitstekend!

MOTOPLUS-conclusie
Sterkste motorblok, laagste gewicht, verfrissend ongecompliceerd: het Tracer-recept is aanstekelijk, ongeacht of het nu om het oude model of zijn opvolger gaat. De tweede generatie is zowel optisch als ook functioneel wat volwassener geworden, maar beschikt in de basis over dezelfde competenties. Eigenaren van de eerste Tracer hoeven niet per se onmiddellijk hun banksaldo te checken. Maar als je een nieuwkomer in de Tracer-wereld bent, dan is het mede door de vaak stevige occasionprijzen meer dan de moeite waard om de blik op het nieuwe model te richten.

Lees meer over

BMW Kawasaki Yamaha

Gerelateerde artikelen

Eerste test Kawasaki Versys 1100SE

Eerste test Kawasaki Versys 1100SE

31 oktober, 2024

Het was best een gok van Kawasaki in 2012 toen het een dikke vier-in-lijn in een hoogpotig rijwielgedeelte lepelde, ...
Eerste Test BMW R1300GS Adventure

Eerste Test BMW R1300GS Adventure

31 oktober, 2024

Afgelopen juli greep BMW haar eigen Motorrad Days in Garmisch Partenkirchen aan om de jongste Adventure-exponent ...