Offroad door Smaland, Zweden
‘Klein land’ betekent het letterlijk, een naam die deze Zuid-Zweedse regio eigenlijk helemaal geen recht aan doet. In al haar facetten is Småland namelijk groots, ongeacht of het nu het landschap, de bevolking, geschiedenis of cultuur betreft. Met de motor door Pipi Langkous’ achtertuin voelt bijna als een reis door je eigen sprookje. Zeker wanneer je daarbij de grote wegen links laat liggen!
Echt indrukwekkend was het niet bepaald, Zuid-Zweden. De pak ‘m beet eerste twee uur na het verlaten van de Sontbrug, die het Deense Kopenhagen met het Zweedse Malmö verbindt (bij velen vooral bekend van de TV-serie The Bridge), waren allesbehalve enerverend. Het landschap oogt bijna Hollands: vlak, weinig begroeiing en volledig gevrijwaard van iedere vorm van dramatiek. Echt saai is het ook niet, maar het weet simpelweg niet de zintuigen te prikkelen. Misschien omdat het gewoon té herkenbaar is. Het passeren van het bord Småland (spreek uit: Smolland), een kilometer of vijf terug, lijkt voor het landschap echter het startsein om drastisch van karakter te veranderen. Het begint te glooien en uitgestrekte bossen dienen zich aan, net als meren. Bovendien lijken de plaatsen niet alleen kleiner qua omvang, de intervallen waarmee ze elkaar afwisselen worden langer en langer. Met Kopenhagen kleiner wordend in de spiegels, verdween al het jachtige stadsleven, maar de serene rust die hier nu heerst is bijna overdonderend.
Het loopt inmiddels tegen de middag en in Ljungby wordt daarom nog even snel geluncht. Snel, omdat er vanmiddag nog de nodige kilometers moeten worden gemaakt. En die zullen voornamelijk over het onverhard voeren, waardoor het gemiddelde tempo zeker niet hoog zal liggen. We zijn hier op uitnodiging van MagicMotor Experience, dat ‘kantoor’ houdt in Bolmsö, een eiland in het grootste meer dat in zijn geheel in Småland ligt, het Bolmenmeer. Dat ‘kantoor’ is eigenlijk de oude boerderij van de familie van Mats Jonsson, een aimabele Zweed die in het dagelijks leven bosbouwmachines assembleert. Hier opgegroeid kent hij de regio zijn duimpje en zo ontstond het idee voor het organiseren van offroadreizen. “Wil je de omgeving leren kennen, dan is er eigenlijk geen betere en mooiere manier dan met de motor, bij voorkeur een offroad. Buiten de gebaande paden leer je namelijk het echte Småland kennen”, aldus de Zweedse filosoof annex techneut annex toergids. Met dat doel kocht Jonsson in 2012 zeven Yamaha XT660R’s en organiseert hij sindsdien offroad rondreizen door zijn thuisregio. En zonder nog maar een meter gereden te hebben, maakt die achtertuin nu al behoorlijk wat indruk. Dat voorspelt in ieder geval al veel goeds!
De officiële status van Småland is niet provincie of landsdeel, maar landschap. De regio heeft ook geen bestuurlijke functie, maar kent vooral een culturele achtergrond. Landschap en inwoners ontlenen feitelijk hun identiteit aan het gebied, wat je ook grotendeels terugziet in de alledaagse normen, waarden en gebruiken. Eén van de meest karakteristieke elementen van de regio wordt bijvoorbeeld gevormd door de zo bekende rode houten huizen met witte kozijnen. Het stereotype beeld van Zweden wordt dan ook al tijdens de eerste kilometers eiland af volledig bevestigd. Niet zonder reden trouwens. Dat beeld ontwikkelde zich namelijk voornamelijk tijdens de jeugd en dan vooral door de films van Pippi Langkous. De geestelijk moeder van het meisje met de rode vlechten, Astrid Lindgren, groeide op in Småland en nagenoeg alle verhalen van haar hand, onder meer De Gebroeders Leeuwenhart, Emil van de Hazelhoeve en Ronja de Roversdochter, spelen zich hier in de regio af. Het beeld heeft zich zelfs zo hardnekkig in het gemoed genesteld, dat er constant een soort van herkenning optreedt. Ieder karakteristiek huisje dat opdoemt, lijkt weer een dejà vu momentje te triggeren. Het voelt een beetje als thuiskomen.
Maar afijn, Småland is meer dan alleen rode huizen, en daarvan zullen we vanmiddag al flink stuk kunnen proeven, volgens Mats dan. Eindstation van vandaag is het Wärdshus in Ullinge, via de geplande route nog een flinke 170 kilometer verwijderd, zo verklapt het navigatiesysteem. Nadat we het Bolmsö achter ons hebben gelaten, gaat het linksaf richting Forsheda. De nazomerzon staat hoog aan de hemel en weet het kwik tot een uiterst aangename 22 graden op te stuwen. Perfect, offroad rijden is toch een stuk intensiever asfalttijgeren, aan tropische temperaturen dus absoluut geen behoefte. Bovendien melden verschillende weer-apps dat het de komende dagen ook zo blijft. Hoe zat het ook alweer met goed begin en half werk?
De eerste kilometers voeren nog over het asfalt, dat zich in levendige bochten rond de bosrijke heuvels kronkelt, maar al na een kilometertje of zes dient de eerste gravelweg zich aan. Een brede, voor Zweedse begrippen relatief drukke weg, getuige de twee platgereden sporen die als een volledig symmetrische dubbele lijn richting horizon verdwijnen. Een uitstapje naast het asfalt betekent in Nederland doorgaans drukken van de snelheid, maar de grip die het vast gereden gravel biedt is opvallend goed. De XT’s zijn uitgerust met redelijk beschaafd allroad schoeisel, dus geen noppenbanden, maar zelfs een normale toerband zou hier prima uit de voeten kunnen. Zolang je er maar mee in het spoor blijft tenminste, daarbuiten biedt het losse gravel maar weinig grip en pluk je de vruchten van het redelijk grove profiel.
Ergens in de buurt van Hånger wordt het parcours ineens een heel stuk technischer. Een uiterst smal bospad, dat de naam pad eigenlijk niet mag dragen maar verbazingwekkend genoeg gewoon als doorgaande weg op de GPS wordt aangeduid, kruipt gestaag de hoogte in, verdwijnt na een meter of vijftig tussen het groen van dennenbos, om zich vervolgens weer te verbreden. De mosachtige ondergrond maakt plaats voor dikke stenen, waarop de banden tevergeefs zoeken naar constante grip. Mats heeft de pas er nog altijd goed inzitten, wat het geheel toch net wat uitdagender maakt. De moeilijkheidsgraad van het offroad rijden hier valt behoorlijk mee, ook als absolute beginner kun je hier uitstekend uit de voeten, maar in combinatie met een wat hoger tempo biedt het ook meer dan voldoende uitdaging voor doorgewinterde endurorijders. Een kilometer of wat slingert het pad door een uitgestrekt woud van dennen, om uiteindelijk schijnbaar uit het niets bij een klein meertje uit te monden. Een paar kleine vakantiehuizen aan de oever vormen de eerste tekenen van beschaving sinds minimaal een uur. Niets zijn we gedurende die tijd tegengekomen, geen auto’s, mensen, dieren of huizen, helemaal niets. Wie hier ongestoord tot rust wil komen, hoeft blijkbaar alleen maar vijf minuten links of rechts de natuur in te wandelen.
De zon staat al vrij laag aan de hemel wanneer we tegen zessen wanneer we de parkeerplaats van het Wärdshus oprijden. Een behoorlijk chique etablissement met een fabelachtig mooie ligging aan de oever van het Södra Vixenmeer. Na een heerlijk avondmaal met lokale producten wordt snel het mandje opgezocht. Morgen staan er flink wat kilometers op het program!
Het loopt ’s ochtends net tegen achten, toch zijn Mats en volgautochauffeur Zingan al druk in de weer met het prepareren van de motoren. Gingen we gisteren vooral in noordelijke richting, vandaag voert de route eerst richting oosten, waarna het verder naar het zuiden gaat tot aan Kosta. Eerst echter even tanken in Eksjö, als vandaag hetzelfde brengt als gisteren, zijn de tankstations onderweg dun gezaaid. Bij de pomp heeft een camperbestuurder nog een paar waarschuwende woorden paraat: “Het is nog vroeg, dus er is een goede kans dat je in de bossen elanden tegenkomt, wees op je hoede.” Een nogal wrange manier om aan je einde te komen, toch komt het volgens Mats veel voor in deze contreien. “De mannetjes kunnen tot achthonderd kilo wegen, alsof je een muur raakt”, klinkt het bemoedigend. Hoewel best benieuwd naar zo’n beest, is het vooruitzicht naar een dergelijk innig rendez-vous met de Zweedse fauna niet heel aanlokkelijk. De kans dat we ze tegenkomen is volgens Mats echter gering, “dan moet je echt nog veel vroeger je nest uit.”
De etappe vandaag voert grotendeels over technisch uitdagende boswegen. Als de enkelspoorwegen al worden gebruikt, dan met name door land- en bosbouwverkeer. Buiten wat wandelaars in de nabijheid van grote wegen, is er echter geen sterveling te zien. De nog wat frisse ochtendlucht in de bossen is verzadigd met de geur van dennennaalden, bij tijd en wijle verdrongen door dat van zoet water. Tienduizend meren schijnt Zweden te hebben, vijfduizend daarvan liggen er in Småland en elke weet op de een of andere manier weer te verassen. Deze magistrale omgeving prikkelt het gemoed. Water fascineert, eindeloos lijkend groen fascineert, beide bij elkaar helemaal. Maar ook wanneer de menselijk beschaving zich aandient in de vorm van de karakteristieke houten huizen met unaniem strak gemaaide tuinen, verroeste wegwijzers of overwoekerde, vervallen schuren en ‘vergeten’ machines, is het smullen geblazen, alsof je door je eigen Lindgren-film rijdt. Eveneens kenmerkend voor de regio zijn de ontelbare natuurstenen muren. Een soort van noodzakelijk kwaad. Nadat het ijs van de laatste ijstijd zich had teruggetrokken, bleven er talloze stenen, keien en rotsen achter. Voor het cultiveren van landbouwgrond werden de stenen gestapeld, als een soort van natuurlijke afrastering. Geeft toch een mooi tintje aan het landschap en oogt heel wat fraaier dan een paar rasterpalen met prikkeldraad.
De kilometers rollen achteloos onder de banden van de XT door. Dennen- en wilgenbossen wisselen elkaar af, waarbij de wegen geen respect voor privé eigendom lijken te hebben. Meer dan eens rijden midden over het erf van een boerderij of letterlijk door de achtertuin van een huis. De bewoners lijkt het nauwelijks te deren, unaniem zwaaien ze gemoedelijk naar de toch ongenode gasten. Voor wie wel eens offroad rijdt in Nederland, een ongekend scenario!
Hoewel we vandaag toch een fikse 250 kilometer hebben gereden, rijden we al rond een uurtje of vijf Kosta binnen. De plaats is vooral bekend van de lokale glasblazerij, de oudste van Zweden. Kosta maakt onderdeel uit van het Glasriket, ofwel het Koninkrijk van het Glas, dat in totaal dertien glasblazerijen omvat. Dat die glasblazerijen allemaal hier in Småland liggen heeft trouwens een puur praktische reden, voor het stoken van de ovens was exceptioneel veel hout nodig, dat hier bijna ongelimiteerd voorradig is. Het Glasriket heeft trouwens ook een klein Nederlands tintje, de eerste glasblazers van Zweden leerden het ambacht namelijk in Delft. Dat dit stukje bedrijfsspionage haar vruchten heeft afgeworpen, zien we in het Kosta Boda Art Hotel waar we verblijven. Bijzondere fraaie glaskunststukken sieren de lobby, maar met name het inpandige café met glazen bar, barkrukken, sfeervolle ijspegel plafondverlichting en diverse opvallend glascreaties is domweg een lust voor het oog. Dan hier maar even blijven hangen. Puur uit cultureel oogpunt uiteraard…
Loodgrijs is de lucht de volgende ochtend. En nog veel erger, het regent. Niet het weer dat werd beloofd. Precies op het moment dat we wegrijden wordt het gelukkig droog, maar toch. Al direct na het verlaten van Kosta schieten we een bospad op dat grotendeels met gras is overgroeid. Spekglad, alleen al een blik op het gashendel is voldoende om de achterzijde als een blije pup te laten kwispelen. De brede gravelpiste die zich na een kilometer of vijf aandient, wordt dan ook met open armen ontvangen. Vandaag trouwens geen Mats die het spoor trekt, de vrouwelijke gestalte van Annki siert de gids-XT, Mats is gedegradeerd tot bestuurder van de volgauto. Annki werkt als lerares in de toeristische sector, is een zeer begenadigd trial-rijdster, maar valt vooral op door het tempo en enthousiasme waarmee ze praat. Zou ze net zo snel rijden als praten, dan hadden we het rijbewijs net zo goed meteen zelf kunnen inleveren bij de plaatselijke hermandad, maar gelukkig houdt ze er een meer ‘werkbare’ snelheid op na.
Het eerste deel van vandaag voert richting het zuiden en het landschap verandert licht. Wat minder meren en meer wilgenbossen. Het is duidelijk te zien dat de herfst, ondanks dat het nog maar begin september is, voor de deur staat. Het bladerdek begint al licht naar geel te verkleuren, de lucht heeft een bijpassend gronderig najaarsbouquet. Ook de hemel doet met zijn grijze wolkendek een duit in het herfstzakje, maar halverwege de middag komt daar verandering in. Een paar prachtige, onderhoudende technische bospassages worden onder een strakblauwe hemel verreden, waarbij het slalommen tussen de ontelbare paddenstoelen de pret alleen maar groter maakt. In Zweden kent men het public access-principe, wat onder meer inhoudt dat je zonder toestemming op iemands grond mag kamperen (mits niemand hier last van heeft en je je gedraagt), maar ook paddenstoelen mag plukken voor consumptie. De Zweden zelf weten over het algemeen wel welke paddenstoelen eetbaar zijn, maar zeker voor een leek is het verschil tussen wel of niet giftig vaak moeilijk te zien. En aangezien er meer giftige dan niet zijn, doe je er verstandig aan om je champignons maar gewoon bij de plaatselijke buurtsuper te kopen.
Het is zondag, de laatste rijdag. De laatste dag ook van de Zweedse zomervakantie, die met een zonnige 25 graden een ongekend mooi en warm slot krijgt. De meeste Zweden verruilen hun vakantiehuis in bos of aan meer voor de echte woning. “Het kan dus wel eens druk worden”, waarschuwt Annki. Nu is druk blijkbaar een behoorlijk rekbaar begrip, welgeteld komen we vier auto en één paard-met-wagen tegen die ochtend.
Vandaag pakken we vooral gravelwegen, die in ruime bochten A met B verbinden. Dat er uit deze buurt zoveel goede rallyrijders komen, is geen wonder. Mogelijkheden om in alle rust te oefenen zijn er te over, meer dan eens komen we over passages waar sporen duidelijk maken dat de plaatselijke helden hier de techniek van het driften onder de knie proberen te krijgen. Geeft je wel te denken wat er gebeurt wanneer zo’n idioot plots de bocht om komt vliegen?
Over vliegen gesproken, zowel de laatste kilometers terug naar Bolmsö als de tijd vliegen voorbij. Ruim achthonderd kilometer hebben we de afgelopen vier dagen gereden, stuk voor stuk enerverende. Enerverend omdat het offroadkarakter toch al een extra dimensie aan zo’n trip geeft, maar vooral de omgeving, rust en ruimte zijn magistraal. In Småland is elke kilometer smullen!