Occasion – Suzuki GSX1400
Trekkracht zonder eind en toch bij machte om je volledig te doen ont-stressen. Een tegenstrijdigheid? Nee, althans niet waar het de Suzuki GSX1400 betreft in ieder geval. De dikke naked snoert theoretici met zijn bullige karakter de mond: viercilinders zijn niet alleen maar goed in maximaal toeren draaien, ook trekken vanuit de kelder kunnen ze als de beste!
Het is alweer een paar jaar geleden toen ondergetekende met exact zo’n GSX1400 een weekje naar Zuid-Frankrijk toog voor een bezoekje Saint-Tropez en belendende mediterrane steden. Op de snelweg tussen de 140 en 160 km/uur, weliswaar nauwelijks bescherming tegen de wind, maar verder? Ontspannen in z’n zes de Middellandse Zee tegemoet. Dwars door de bochtenrijke uitlopers van de Alpen, de motormaat op zijn snelle superbike strak in het vizier en moeiteloos volgend. In z’n zes, volledig ontspannen. Kleine dorpjes op de route? Rustig aan, gelaten, in z’n zes, geen stress. Tolpoort: stoppen, betalen. En dan – ik móet het gewoon een keer proberen – wegrijden in de zesde versnelling. Ging prima, wauw!
Wie zelfs ooit eens iets dergelijks heeft meegemaakt, weet als geen ander hoe rustgevend een zijzacht lopende, extreem koppelsterke viercilinder kan zijn. Iets dat zelfs de meest grote scepticus moet erkennen. Natuurlijk, uit een ferme longinhoud van exact 1.402 cc komt nu eenmaal veel koppel, wanneer al vanaf iets meer dan tweeduizend toeren een dikke 100 newtonmeters tot je beschikking staan, dan is dat toch ronduit indrukwekkend.
De grote GSX werd voor 2002 als alternatief voor die andere naked bike uit Suzuki’s eigen stal gepresenteerd, de Bandit 1200. Was destijds een goede 1.300 euro duurder, maar daarvoor verwende de 1400 zijn eigenaar met acht pk extra (106 pk) uit een compleet nieuw ontwikkelde vier-in-lijn met brandstof-injectie. Bovendien kreeg ‘ie er ook nog een volledig instelbaar rijwielgedeelte, sterke zeszuiger-remklauwen en chique RVS en aluminium componenten bij. Het geheel woog weliswaar een dikke 260 kilo, maar toch viel de GSX op door zijn lichtvoetige handling en zeker voor naked bikes uitstekende reiskwaliteiten. Bij de modelupdate in 2005 werd de heerlijk symmetrische vier-in-twee uitlaat vervangen voor een vier-in-één exemplaar met bijna belachelijk lange einddemper. In 2006 zei de 1400 de motorwereld vaarwel. Zonde!
AANKOOPTIPS
Hij is weliswaar duidelijk sportiever dan de meer toeristisch getrimde Bandit-modellen (1200/1250) uit eigen huis, maar dat betekent zeker niet dat de doorsnee GSX1400-piloot als racer mag worden gekwalificeerd. Materiaal verslindende volgas acties met koud blok blijft de doorsnee GSX dus over het algemeen wel bespaard. Sterker nog, de GSX-eigenaren zijn juist extra zuinig op hun trots, de meeste machines worden dan ook voorbeeldig volgens het boekje onderhouden. Bovendien staat de vier-in-lijn als uiterst robuust te boek. Desondanks doe je er goed aan de onderhoudshistorie nauwkeurig te controleren, zeker bij exemplaren met kilometrages van over de 50.000, en die zijn zeker niet zeldzaam. Werp daarbij een extra kritische blik op de zaken als balhoofd-, swingarm- en wiellagers etc. Lekkende vorkpoten, een typisch probleem van modellen uit het eerste bouwjaar, zou je inmiddels bijna niet meer tegen mogen komen. Een dure servicebeurt (o.a. controleren klepspeling) staat iedere 24.000 kilometer op de agenda, kosten rond de vijfhonderd euro. Hoogwaardige vervangingsdempers van bijvoorbeeld Akrapovic zijn een absolute meerwaarde en mogen extra centen kosten.
MARKTSITUATIE
Denk hier eens over na: deze Japanse occasion is minimaal tien jaar oud, heeft zelden minder dan 30.000 op de klok staan en wordt desondanks gemiddeld genomen nog succesvol voor bedragen van rond de vijfduizend euro aan de man (en veel minder de vrouw) gebracht. In uitzonderlijke gevallen vind je exemplaren voor duidelijk minder geld, dan betreft het doorgaans wel machines uit het eerste modeljaar met een bijna zescijferig kilometrage op de teller. Hoe dan ook, de GSX1400 is enorm waardevast, omdat het een veel gezochte machine betreft, terwijl het aanbod allesbehalve rijk is. Desondanks zou je zonder al teveel moeite en met enig geduld en minimaal € 4.500,- op zak toch wel een exemplaar met rond de 40.000 kilometer op de klok op de kop moeten kunnen tikken. Uiteraard netjes onderhouden en met niet meer dan twee vorige bezitters. Het meest waardevast zijn 1400’s uit de eerste modelserie met de dubbele (originele!) uitlaat, aangezien dat bestand zienderogen slinkt. Vervangingsdempers en kleine accessoires als remhendels en voetsteunen storen niet, flink verbouwde machines echter vallen bij modelfans meestal niet in de smaak. Er worden links en rechts ook speciaal getunede ‘showbikes’ aangeboden voor bedragen tot over de tien mille. Als dat je ding is prima, het is alleen wel de vraag of je dergelijke prijzige machines later zonder veel waardevermindering weer kunt verpatsen.