Nico Perk – Vroeger
In voorgaande jaren waren er geluiden dat we minder regelgeving zouden moeten hebben. Wetten zouden dan eenvoudiger en inzichtelijker worden. Dat dit nog steeds niet gelukt is, hebben we ook als motorrijders kunnen merken. Nu ga ik niet stellen dat vroeger alles beter was, maar er zijn best wat voorbeelden te noemen die een dergelijke mening ondersteunen.
Om te beginnen zitten we tegenwoordig opgescheept met een MRB (voorheen wegenbelasting) die op gelegaliseerde staatsdiefstal lijkt. Motoren zouden buiten schot blijven bij het invoeren van de kilometerheffing. Dat was vooral omdat we niet in het systeem pasten wegens het ontbreken van een kentekenplaat aan de voorzijde. Het leek logisch en fair dat we wel op een andere wijze MRB zouden blijven betalen. Onze staatszakkenrollers veranderden echter de spelregels zodanig dat motorrijders de afgelopen jaren een totale tariefsverhoging van meer dan 100% voor de kiezen hebben gekregen. De kilometerheffing ging niet door, maar die op slinkse wijze bij wet vastgelegde hogere MRB werd schaamteloos gehandhaafd. Per (gemiddeld) gereden kilometer betalen wij daardoor voor een motor nu ruim drie keer meer dan voor een kleine auto.
Daarnaast zitten we dankzij Europa opgescheept met een compleet overbodig drie-fasen motorrijbewijs. Jongeren mogen tegenwoordig eerder in een F16 vliegen dan op een ‘zware’ motor rijden. De Europese bestuurders zijn sinds kort ook van mening dat de registratie van motorfietsen (met of zonder zijspan) verbeterd moet worden. Enigszins weemoedig gingen mijn gedachten terug naar de jaren zestig. Met mijn uit 1955 stammende DKW RT 250/2 (een tweetakt éénpittertje van 248 CC) wilde ik een vakantietrip maken naar Zuid-Frankrijk en Italië. Met mijn vriendin als duopassagier en een complete kampeeruitrusting meegerekend, waren de meest voor de hand liggende bagageoplossingen een aanhangertje of een zijspan. Het werd die laatste optie. Ik had de mazzel dat bij een dealer een omgebouwde Steib (bagage)zijspan te koop stond. Op mijn DKW was hiervoor een originele driepuntsbevestiging aangebracht en het zijspan kon daarmee in een paar minuten gemonteerd worden. Stekkertje voor de verlichting aansluiten en rijden maar. Het was vooral handig om op je bestemming het zijspan bij de tent te laten staan en met de solo-motor te kunnen toeren. Voor de toenmalige kentekenregistratie, wegenbelasting en WA-verzekering was dit ook geen enkel probleem, het was en bleef gewoon een motorfiets en die omschrijving voldeed. Hoe eenvoudig kan het zijn?
Om te testen of de Europese beleidsmakers bij deze nieuwe zijspanregistratie praktijkgericht mee hadden gedacht, heb ik bij RDW de vraag neergelegd waar mijn toenmalige combinatie nu onder valt. Categorie L3 (zonder zijspan) of L4 (met zijspan), want beide situaties kunnen immers afwisselend van toepassing zijn. Als voorbeeld gaf ik daarbij aan dat de motor zonder zijspan voor woon-werkverkeer gebruikt wordt en met zijspan voor kampeeractiviteiten. Daarop kwam van de RDW het ontluisterende antwoord dat in een dergelijk geval niet voorzien was. Mocht je zo’n combinatie bezitten dan moet je nu de keus maken tussen registratie als solo-motor of als motor met zijspan. Voor mij het zoveelste bewijs dat politici en vooral beleidsmakers soms maar wat aanklooien, zonder mensen uit de praktijk voldoende te raadplegen. Deze helaas vaker voorkomende situatie is een van de oorzaken dat je als burger steeds minder vertrouwen hebt in onze Europese en nationale bewindslieden. Het lukt in Nederland niet eens om sommige zaken landelijk te regelen. Zolang men ons nog steeds per provincie verschillende MRB-tarieven voorschotelt, is één Nederland een utopie, laat staan één Europa.