Motorreis door de Andes
Een gevoel van verwondering maakt zich van ons meester als we onze motoren over de uitgestrekte zoutvlakte van Uyuni sturen. De schittering van het felle zonlicht zorgt ervoor dat de horizon in een zinderend waas verdwijnt. Je krijgt hier het gevoel op een andere planeet te rijden. De Zuid-Amerikaanse Andes is een ultieme bestemming voor een avontuurlijke motorreis.
Het vliegtuig heeft ons vanaf Amsterdam via Lima naar Arequipa gebracht, diep in het zuiden van Peru. Als we de aankomsthal verlaten komt de zwoele avondlucht ons tegemoet. Vreemde geuren in een nieuw land zorgen bij mij altijd voor het gevoel van avontuur. Wat staat ons de komende drie weken te wachten? In ieder geval een periode van ultiem onthaasten: geen deadlines, geen telefoon, geen afspraken, neen, gewoon de dag z’n gang laten gaan en op de motor in een rustig tempo het onbekende tegemoet rijden.
Arequipa wordt ook wel “witte stad” genoemd en is een mooie plek om te wennen aan de Zuid-Amerikaanse cultuur. Op een aan de Plaza de Armas verorberen we een heerlijke Alpaca-steak en kijken onze ogen uit naar de mooie koloniale gebouwen, terwijl boven dit alles de 5.825 meter hoge vulkaan “El Misty” uittorent. Bij het hotel staan de motoren al klaar: Honda NX400 Falcons, een Honda XR650L’s en een Kawasaki KLR650’s. Als ik er naar kijk kan ik niet wachten om te vertrekken. Maar niet nadat we eerst nog een avond de lokale horeca hebben gespekt…
Bij ons vertrek spreken we af dat onze gids steeds voorop rijdt en de volgauto de hekkensluiter is. Daartussenin kunnen we elk dan ons eigen tempo rijden, wat een hoge mate van vrijheid geeft. Onderweg komen we reusachtige mijnen tegen voor de koperwinning. Het gladde asfalt van de Pan American Highway leent zich uitstekend om te wennen aan de motoren. Rechte stukken worden afgewisseld met lekkere bochten als we dwars door de woestijn rijden. Er is zelfs een punt waar je de weg tot 75 kilometer in de verte kunt volgen! Probeer dat maar eens te vinden in Europa.
Een heerlijk zonnetje, koele wind en in de verte de vulkanen van 6000 meter en hoger. Daar rijden we naar toe, over een baan asfalt dwars door een rode zandbak. In totaal zijn we met acht motorrijders, inclusief de gids. Als Spaanse conquistadores, maar dan op stalen paarden, rijden we het avontuur tegemoet.
De weg die ons vanaf zeeniveau naar grote hoogte moet brengen is er een uit de droom van elke motorrijder. Heerlijke bochten, prachtige vergezichten, besneeuwde toppen naast je en als je voor het eerst voor een groep lama’s uit moet wijken weet je zeker dat je in Zuid-Amerika rijdt. In dit geval op het grensgebied met Chili en Bolivia, waar je verder vrijwel geen verkeer op de weg tegenkomt. Om de bochten goed door te komen, hou ik mijn NX400 flink op toeren en bij het terugschakelen laat hij steeds forse knallen uit de uitlaat horen. Voor me rijdt Dave op zijn dikke XR650L. Maar de grootte van de motor doet er hier helemaal niet zoveel toe, want niemand heeft echt grote haast. Iedereen wil optimaal genieten van deze unieke reis.
Opeens zie ik in de verte een enorme rookpluim bij de motor van Dave. Ik vrees even het ergste, maar er is niets aan de hand. De rookpluim blijkt namelijk opstuivend zand te zijn. We verlaten de verharde weg en gaan off-road. En hoe! In volle vaart duik in vanaf het asfalt de bak zand in en weet met moeite de machine rechtop te houden. Hier heb ik totaal geen ervaring mee, maar waar beter te leren dan op deze plek. Gelukkig wisselt het mulle zand zich af met gravel, stenen en kleine groene pollen, Itchu genaamd. Als een echte rodeorijder blijf ik in het zadel, terwijl ik het gas nog eens verder open trek. De omgeving is zo anders dan ik ooit gezien heb, dat ik elk moment verwacht tegen een Hobbit uit Lord of the Rings aan te rijden. Het pad voert me door een smalle kloof en gaat dan steil naar beneden om in een grote open vlakte uit te komen, geheel ingesloten door bergen en vulkanen die als poortwachters de boel afsluiten. We gaan nu letterlijk dwars door het Andes gebergte. Als onze gids even stopt om te kijken hoe het iedereen vergaat voel ik de spieren in mijn onderarmen al protesteren. En we zijn nog maar net begonnen. We zullen ruim 3 uur doen over het 65 km lange traject van vandaag.
De eerst aanblik op het zoutmeer is er een van uiterste verbazing. Wat kan de natuur toch mooi zijn en wat voel je dan gelijk klein en nietig als mens. De Salar de Uyuni is het grootste zoutmeer ter wereld. Men schat dat hier 10 biljoen ton zout ligt! Het is zo wit dat je het gevoel hebt op Antarctica te staan. Zonder zonnebril is het letterlijk oogverblindend en zo ver als we kunnen kijken schittert en siddert het aan de horizon.
Op deze grote witte vlakte ligt 1 groen stipje: Isla de Pescua, oftewel “viseiland”. Zo genoemd omdat het vanuit de lucht gezien de vorm van een vis heeft. De enige bewoners zijn honderden cactussen en je vraagt je voor de zoveelste keer af hoe moeder aarde dit klaarspeelt. Net zoals bijvoorbeeld in Australië, waar in een uitgestrekt vlak landschap ineens Uluru – Ayers Rock – omhoog rijst, ligt er hier gewoon een eilandje midden in een zoutvlakte. Werkelijk te bizar voor woorden maar wel gaaf. Als ik ’s avonds uiteindelijk in mijn bedje lig, blijft dit beeld door mijn hoofd spelen.
Ergens midden op de vlakte worden we aangehouden door een man met een zeer kleurrijk hoofddeksel. Of we zijn dochter mee willen nemen naar de volgende plaats zodat ze daar met de bus mee kan. Zo werkt dat hier in deze omgeving, je helpt elkaar daar waar nodig. Ik moet er trouwens niet aan denken om mijn dochter met een stelletje wildvreemden mee te geven…. De volle tas bagage wordt op de ene motor geknoopt en het meisje stapt bij Lars achterop. Even wuiven naar papa en weg zijn we. Als we dochterlief afleveren bij de bus ben ik extra blij dat we door deze streek trekken op een motor en niet met de bus, die hier dus “Chicken Busses” genoemd worden. Het zijn echt vehikels uit de jaren zestig, met van ijzerdraad aan elkaar hangende geraamtes waar vier keer zo veel mensen in gepropt worden als dat er zitplaatsen zijn. Met het dak afgeladen vol met koffers, tassen, dozen, levend pluimvee (vandaar de naam) en allerlei ondefinieerbare andere zaken en dat op spekgladde banden en waarschijnlijk nauwelijks remmen… APK staat hier duidelijk voor Afladen, Plaatsnemen en Karren maar.
Als de bus in een grote stofwolk verdwijnt staan wij inmiddels bij een oude treinwagon op het “Train Graveyard”. Een kerkhof van rood verroeste treinen, hier geparkeerd na lange staat van dienst om in dit droge, zilte klimaat tot in lengte van dagen een futuristisch decor te vormen met de omgeving. Phil vindt een klein verroest hoefijzer en besluit dat achterop zijn bagage te binden voor geluk onderweg. Ik glimlach vanuit de wagon om zoveel bijgelovigheid. Iedereen weet toch dat geluk niet in een klein hoefijzertje zit, maar tussen je oren. En kan iemand zich nog gelukkiger voelen dan nu?
De weg blijft onverhard en we stijgen tot 4.070 meter naar de stad Potosi. Na dagenlang off-road gereden te hebben, gunnen we de spieren een dagje vrij en genieten we hier van een welverdiende rustdag. We laven ons aan lokale lekkernijen en spiritualiën.
Potosi was eens de rijkste stad van geheel Zuid-Amerika, gesticht door de Spanjaarden in 1545. het staat nu te boek als de hoogste stad ter wereld van deze omvang. Veel koloniale gebouwen herinneren aan deze tijd en het museum Casa de Moneda laat oude tijden herleven. De reden waarom Potosi eens de rijkste stad was is de zilverwinning; de omgeving herbergt namelijk een van de grootste en rijkste zilvermijnen ter wereld, de Cerro Rico. Als we die bezoeken kopen we eerst drank en coca-bladeren om als geschenk voor de mijnwerkers mee naar beneden te nemen. Dan volgt een verkleedpartij waarbij we laarzen en een regenjas aan krijgen en met een helm op met lampje lopen we via smalle en lage donkere gangetjes gebukt steeds verder onder de grond. Op laag vier zien we uiteindelijk de mijnwerkers in actie, met pikhouweel en emmers. Nog vrijwel op dezelfde wijze als eeuwen geleden. Eén ding is duidelijk: je moet hier niet claustrofobisch zijn….
De mijnwerkers zijn verenigd in coöperaties, werken onder erbarmelijke omstandigheden en verdienen zo’n 150 euro per maand. Geen ventilatie, zo’n 30 graden Celsius en het inademen van vervuilde lucht zorgen ervoor dat de meeste mannen binnen 10 jaar nadat ze met dit werk zijn begonnen overleden zijn.
De man aan wie ik de alcohol gegeven heb geeft me een blik van dank, stroopt zijn mouw op en giet de alcohol op een forse wond aan zijn onderarm. Zonder een spier te vertrekken ontsmet hij zo de wond! Daarna propt hij zijn wangzak vol met de verse coca-bladeren en kan hij er weer een shift tegenaan. Nee, aan dopingcontroles doen ze hier duidelijk niet.
Als ik later boven de grond sta moeten mijn ogen weer wennen aan het felle licht en ben ik blij mijn longen weer met verse lucht te kunnen vullen.
Een goede asfaltweg voert ons over de Boliviaanse hoogvlakte – de Altiplano – naar de rand van een krater en we kijken vol verwachting naar beneden. Daar in die kom ligt de hoogste hoofdstad ter wereld: La Paz. Ik denk even terug aan de startplaats van onze tocht, Arequipa, die dagelijks door 15 aardbevingen wordt getroffen en hoop dat ze dat hier nooit hoeven meemaken. De gehele maankrater is namelijk compleet volgebouwd. En hoe lager je woont, hoe warmer het is aangezien de ijskoude winden van de Altiplano niet tot beneden komen.
La Paz is een geweldige mix van traditionele markten met mensen in klederdracht (zoals de heksenmarkt) en heel moderne wijken, waar iedereen in dure maatpakken loopt. Een echte metropool, maar wel eentje met een gemoedelijke sfeer, waar je geweldig goed inkopen kunt doen.
Ik slenter door de stijl omhoog lopende straatjes rond de kerk San Francisco (gebouwd in 1549 en één van de mooiste koloniale gebouwen van Zuid-Amerika) en ga in het portaal van een restaurant zitten om de bonte wereld om me heen op te kunnen nemen. Al snel komt er een klein jongetje, zoals bijna overal ter wereld met snotterbel, naast me zitten. Als ik hem een vanuit Nederland meegebrachte lollie geef, glundert hij van oor tot oor. Ik laat me een paar glazen verse fruitdrank serveren. Die pure drank is supergezond en zorgt ervoor dat ik de lunch in feite kan overslaan, zo vult het.
In de dorpjes waar we doorheen rijden scandeert op bijna elke muur de naam “Evo Morales”. Twee jaar geleden is hij de eerste indiaanse president in Zuid-Amerika geworden. Vooral de arme bevolking heeft alle hoop op hem gevestigd voor verbeteringen; de tijd zal het leren. Terwijl ik de tank van de Honda volgooi (er staat alweer 245 km op de teller) zie ik achter zo’n muurtje in de verte een typisch Boliviaans plaatje: een vrouw in kleurrijke klederdracht, getooid met schuin zittend bolhoedje, hoedt het vee. Dit zie je overal terug langs onze route en op de een of andere manier vind ik het een rustgevend beeld. Het zal er trouwens wel idyllischer uitzien dan het in werkelijkheid is. Als ik de rekening voor de benzine betaal komt het omgerekend weer uit op 37 eurocent per liter. Tja, daar kun je het gas nog eens extra voor opendraaien.
Als we bij onze lunchplek aankomen, geeft dit ons tevens een eerste blik op het hoogst bevaarbare meer ter wereld: Lake Titicaca. Vanachter mijn verse kopje cocathee kijk ik uit over het azuurblauwe water. Wat een magische klank, Lake Ti-ti-ca-ca. Net zoiets als Timbouctou, Ladakh of Ulan Batar; namen met een magische klank. En aantrekkingskracht. En Lake Titicaca kan ik nu dus mooi van mijn fictieve lijstje afstrepen van plekken die ik in mijn leven nog wil zien. Het probleem van dat “verlanglijstje” is dat het elk jaar alleen maar langer wordt, want er is nog zoveel moois te zien op de wereld.
Met 8320 vierkante kilometer en op een hoogte van 3812 meter lijkt dit meer wel een enorme binnenzee. Het water is het hele jaar steenkoud, dus alleen echte bikkels nemen een duik hierin. Zoals de befaamde Franse diepzeeduiker Jacques Cousteau, die dit meer jaren geleden heel uitgebreid doorzocht op zoek naar de mythische stad Atlantis en naar het Inca-goud, dat volgens de legendes in het meer geworpen is om het uit de handen van de Spaanse veroveraars te houden…
Als semi-bikkels stropen wij onze broekspijpen op en gaan heel “stoer” pootjebaden. Aansluitend bestellen we op een terras een verse forel en als deze “trucha” arriveert besluiten we onszelf ook maar eens te trakteren op een biertje.
We laten de motoren een middag rusten en als echte toeristen bezoeken de drijvende rieteilanden op het water van het Titicaca-meer. Op deze eilanden woont al eeuwen lang het Uros-volk. Deze mensen voelden zich verschoppelingen van de maatschappij en gingen op zoek naar een eigen gebied. Van het riet, dat welig in het meer groeit, bouwden ze eilanden, waarop weer woningen van riet kwamen te staan. Zelfs de boot waarin ze varen is helemaal van riet gemaakt. Ver weg van de bewoonde wereld vormen zij zo hun eigen leefgemeenschap en men leeft van het toerisme en van de visvangst. Tegen zonsondergang zie je de rietbootjes overal vandaan gevaren om de vangst van die dag aan de man te brengen.
Na bijna 2,5 week staan we op een richel van de Colca Canyon, de diepste canyon ter wereld. Hij is zelfs twee keer zo diep als de beroemde Grand Canyon. We kijken door de nauwe kloof naar beneden. Vanaf de lager gelegen rotswanden stijgen de Condors in de vroege ochtend op, terwijl ze zich door de thermiek omhoog laten voeren, majestueus zwevend tot grote hoogtes. Dit is de beste plek in geheel Zuid-Amerika om deze zeldzame giganten te zien. En wat doe je dan als een gier met een spanwijdte van meer dan drie meter vlak boven je hoofd scheert? Dan duik je onwillekeurig ineen en denk je echt niet meer aan foto’s maken! Het lijkt of z’n priemende ogen op die kale zwarte kop recht in die van mij kijken.
En wat te denken van de rit hier naar toe? Een prachtige, goed onderhouden grindweg, dwars door de canyon. De vergezichten zijn adembenemend en het voelt alsof ik in een filmdecor rijd. Als ik een bocht doorkom zie ik in de verte opeens de berg Mismi, met z’n besneeuwde top, liggen. Daar begint dus de grote Amazone-rivier als een piepklein beekje.
We zijn hier net na het regenseizoen dus alles is groen en staat in bloei. De lama’s, schapen en ezels hebben jongen gekregen en op de weg is het druk met beesten en begeleiders op weg naar de weidegronden. Aan weerszijden van de canyon zijn dorpjes en soms alleen huizen tegen de flanken gebouwd en is de grond zo goed mogelijk gecultiveerd. Het doet me denken aan de rijstvelden in Azië, met dien verschil dat de velden hier in de geschiedenis terug gaan tot zelfs voor de Inca-tijd. We moeten een klein riviertje oversteken dat buiten z’n oevers is getreden. Geen probleem voor onze motoren, maar wel voor de grote bus met toeristen die zich in allerlei bochten moet wringen om op deze toch al smalle weg door te kunnen rijden. Als ik behendig langs de bus manoeuvreer zie ik louter ongeduldige gezichten. Op die van mij staat niets dan tevredenheid.
“Salute!” Op de balustrade van het restaurant in Arequipa proosten we met het heerlijke Arequipeña-bier op het goede afloop van de reis. Iedeereen uit de groep blijkt zijn eigen favoriete hoogtepunt van deze unieke motorreis te hebben. Het gas vol opentrekken op de Pan American Highway, de onwerkelijke omgeving rond de Salar de Uyuni, de boottocht op Lake Titicaca, een Condor recht in z’n ogen kijken of het geweldige off-road-rijden. Voor mij is het de combinatie van dit alles. Het lekker onafhankelijk op de motor de wereld ontdekken, dat was voor mij immers jaren geleden ook de reden om mijn motorrijbewijs te halen. En daar ben ik nu nog blij om.
KASTEN fur seite 49
INFO
De Trans Andes Motor Challenge is een heerlijke avontuurlijke 22-daagse motorreis van ongeveer 3000 kilometer, georganiseerd door het Nederlandse Travel2Explore. De route voert voor ongeveer 50% over onverharde wegen. Met name in Bolivia is bijvoorbeeld slechts 1% van het wegennet verhard! Echt heel zwaar wordt het nergens, dus vrijwel iedereen zal deze trip kunnen rijden.
De reis speelt zich voornamelijk af rond het drielandenpunt Peru-Bolivia-Chili in Zuid-Amerika. Je komt door een enorme diversiteit aan landschappen (woestijn, hoogvlaktes, bergen, rivieren en jungle), culturen (Peru, Chili en Bolivia) en hoogteverschillen (van zeeniveau tot 4.900 meter).
MOTOPLUS LEZERS-AANBIEDING
In 2008 wordt de 22-daagse Trans Andes Motor Challenge bij voldoende deelname (minimaal 8 personen, maximaal 10 personen per reis) vier keer gereden. (Trouwens ook voor de reis die 1 augustus aanstaande gepland staat, zijn nog enkele plaatsen vrij). Indien je voor 31 juli 2007 al boekt voor een 2008-reis, krijg je circa 100 euro korting en ben je verzekerd van gegarandeerde prijzen (verhoging van de vliegtarieven worden dan niet doorberekend). Kijk voor meer info op www.travel2explore.com en geef bij een boeking aan dat je MotoPlus-lezer bent.
Prijzen en data De prijzen variëren per persoon (bij tijdig boeken, incl. MotoPlus-korting) van € 2.995,- tot € 3.295,-, afhankelijk van het tijdstip van de reis. Je kunt vertrekken op 28 mei, 30 juli, 8 oktober en 5 november. In 2008 dus. Voor een éénpersoonskamer geldt een toeslag van € 195,- en de vertrekdata zijn onder voorbehoud van wijzigingen in het vluchtschema. Voor reserveringen na 01-08-2007 zijn de prijzen onder voorbehoud van wijzigingen in vliegtarieven, huurtarieven en lokale belastingen. De prijzen zijn inclusief de vlucht Amsterdam-Lima-Amsterdam, binnenlandse vlucht Lima-Arequipa-Lima, de transfers, de huurmotoren (Honda NX400, Honda XR650 of Kawasaki KLR 650 met ongelimiteerd aantal kilometers), de volgauto met reserveonderdelen en monteur, een Nederlands sprekende gids, de tol en wegenbelasting, entreegelden bezoek Uros-Lake Titicaca, Inca ruines Puno en Colca Canyon en tot slot alle hotelovernachtingen met ontbijt
De prijzen zijn exclusief luchthavenbelasting en brandstoftoeslag, internationaal rijbewijs, benzine, vertrekbelasting, lunch en avondeten, eventuele reisverzekering en annuleringsverzekering en alle drank. Voor de huurmotoren adviseren wij om ter plaatse een schadeverzekering à $ 150,- (een soort all-risk zonder eigen risico) af te sluiten.
Informatie
Voor reserveringen of meer informatie over deze Trans Andes Motor Challenge kun je terecht bij Travel2Explore: M: info@travel2explore.com T: 06-44254136 I: www.travel2explore.com
Plaats hier uw tekst