Motormarkt Hardenberg
De zomer is voorbij. Dagen worden merkbaar korter, bladeren beginnen te kleuren, en vogels maken zich op voor hun lange trek naar het zuiden. Niet alleen de natuur, maar ook motorrijders beginnen zich voor te bereiden op de koude maanden die in het verschiet liggen. En de ervaren sleutelaars onder hen weten instinctief wat hen dan te doen staat: een bezoek brengen aan de motormarkt in Hardenberg.
Twee maal per jaar wordt het Overijsselse dorp op nog geen tien kilometer van de grens met Duitsland overspoeld door duizenden motorrijders. Op de laatste zaterdag van maart en de eerste zaterdag van oktober is het mogelijk om binnen én buiten rond te struinen en te snuffelen tussen duizenden onderdelen, verspreid over tienduizend vierkante meter op het terrein van sportpark de Boshoek. De markt is een waar evenement en een must voor de sleutelaar en liefhebber van klassieke motoren. Naast het zeer uiteenlopende aanbod van onderdelen, gereedschap, werkplaatshandboeken, poetsmiddelen, tweedehands kleding, olie en stickersets, is het vooral de sfeer die het zo bijzonder en levendig maakt. “We zien er heel bewust op toe dat het kleinschalig blijft, en vooral niet te commercieel wordt”, benadrukken de organisatoren Lo Otten en Henk Kremer van de Hardenbergse motorclub de Gasschoeve. “Zo is het ook nooit bedoeld. Het is vooral een markt ván motorrijders, en vóór motorrijders, en zo moet het ook blijven.”
Lo en Henk zijn alweer de derde generatie die de markt organiseren. De motormarkt bestaat sinds 1978, toen bij de leden van de Hardenbergse motorclub de behoefte ontstond om op een leuke en goedkope manier aan onderdelen te komen om hun motoren op een betaalbare manier op de weg te houden. De motormarkt, begonnen in een klein hoekje in de binnenbak van de manege ‘De Gulden Spoor’, groeide al snel uit tot een begrip onder motorsleutelaars in binnen- en buitenland. Nu komen er niet alleen Nederlanders uit het hele land op de markt af. Ook Engelsen, Fransen, Polen en vooral Duitsers vinden steeds vaker hun weg naar Hardenberg. Niet verwonderlijk, want op de markt ligt in totaal zo’n honderd ton aan losse onderdelen verzameld. Carburateurs, benzinetanks, bakken vol met tandwielen, knipperlichten, koppelings- en remhendels, sturen, koplampen, uitlaten, banden, wielen. Als je een bijzonder onderdeel zoekt voor je oldtimer-sleutelproject is de kans groot dat je het hier vindt. En een stuk leuker winkelen dan via E-bay of Marktplaats!
Niet alleen bezoekers, maar ook de standhouders komen van heinde en verre gereden om hun waar te slijten. Een van hen is Jelle van Keimpema, oprichter en eigenaar van het oldtimer museum ‘De Veteraan’ in het Friese Metslawier. Al vanaf zijn twaalfde verzamelt hij motoren. Zoveel, dat zijn ouders er wel eens moedeloos van werden. Zijn vader zorgde er soms voor dat er af en toe wat motorspul, uiteraard zonder Jelle’s medeweten, weer afgevoerd werd.
De liefde voor motoren is er bij hem in de jaren daarna zeker niet minder om geworden. Een van de tweewielers die Jelle meebracht naar de motormarkt is een AJS ééncilinder uit 1956. Verkopen hoeft hij ‘m niet, en daar is het hem ook helemaal niet om te doen. “Het is gewoon leuk om wat bijzondere spullen mee te nemen die mensen aantrekken”, zo vindt hij. “Het is een oud beestje, maar leg er een zadel op, en je kunt er zo mee wegrijden!” Al zeker 25 jaar komt hij naar Hardenberg. “Alles kan hier, de sfeer is gewoon goed”, zo vat hij de markt simpel samen.
Een paar kramen met oud spul verder staat Joop in een van de vele bakken te zoeken. Hij is op zoek naar het spruitstuk voor een MotoGuzzi, een 50 cc tweetakt crosser uit 1971, die hij nu aan het restaureren is. Het lijkt zoeken naar een speld in een hooiberg, maar er ligt zoveel, dat de kans aanzienlijk is dat Joop vanmiddag met het juiste spruitstuk naar huis gaat. Is het niet bij deze kraam, dan lukt het wel bij een ander.
Voor wie als particulier maar een paar onderdelen of een enkele motor te verkopen heeft, maar absoluut geen verstand van zaken heeft – of gewoon geen zin heeft om de hele dag achter een kraam te moeten staan-, heeft motorclub De Gasschoeve een speciale service in het leven geroepen. Dit is de zogenaamde ‘inbrengstand’. De club biedt hiermee iedereen die iets te verkopen heeft de mogelijkheid het tegen een afgesproken prijs aan te bieden op de markt. De organisatie zorgt dat het te koop aangeboden wordt.
Een van de motoren die op deze manier te koop staat is een Moto Sacoche, een motor van Zwitserse makelij. In vooroorlogse kleurstelling olijfgroen en bordeauxrood staat de machine te wachten op een mogelijke koper. Belangstelling is er in elk geval genoeg. Een van de geïnteresseerden is Stefan uit Dortmund. Hij bekijkt de motor van alle kanten en noteert het unieke nummer op het blok. Aan de hand van dit nummer kan hij thuis opzoeken of het een 350 of een 500 cc motor is, iets dat tot nu toe nog niemand hem heeft kunnen vertellen. De grote koplamp vóór op het stuur is van Bosch, net als de dynamo en het ontstekingsmechanisme, weet hij. De versnellingsbak met slechts drie versnellingen is van Sturmey Archer, een Engels product. Een bijzondere samenwerking tussen drie Europese landen, die tijdens de bouw van deze machine aan de vooravond stonden van een donkere periode uit de geschiedenis.
“Waarschijnlijk komt de motor uit 1929”, legt Stefan in het Engels uit. “Kijk, zie je dit lampje aan de achterkant? Het is een Bosch van het type JN3. Dat bleek veel te weinig licht te geven, en is in 1930 vervangen door een ander soort. Op deze motor zit nog het oude soort, dus ik kan met zekerheid zeggen dat deze motor van vóór 1930 is.” Het puzzelen naar de afkomst van een motor, het hoort er voor de liefhebber ook allemaal bij.
De bijzondere éénpitter is nog helemaal in originele staat. Jarenlang heeft de machine onder een doek in de schuur gestaan, het klassieke oldtimer-verhaal. Zowel de grootvader als de grootmoeder van de erfgenamen die de motor aanbieden hebben er nog op gereden. Echt van een oud vrouwtje geweest dus. Vraagprijs? Als je 9.500 euro op tafel legt, mag je er zo mee naar huis rijden.
Een dag op de motormarkt is zomaar voorbij. Kijken, passen, onderhandelen, neuzen, zoeken, vragen. Voor je het weet is het alweer vier uur ’s middags en beginnen de eerste standhouders hun waren alweer in te pakken. Dan is ook de tijd gekomen dat de motorrijders zich langzaam terugtrekken richting hun warme nest. Volgend jaar maart vliegen ze ongetwijfeld allemaal weer uit, op zoek naar die ene mooie vondst op de motormarkt in Hardenberg.
