Motorkleding maatwerk (2) – Dainese Custom Works
Personalisering, het is een groot goed in motorland. Wat betreft kleding bleef het vooralsnog vooral bij korte- en lengtematen, maar ook hier zie je de trend tot maatwerk op diverse gebieden groeien. In de serie ‘motorkleding maatwerk’ kijken we wat er tegenwoordig allemaal mogelijk is. In deel 2: Dainese Custom Works.
Dainese Custom Works, onder die noemer biedt de Italiaanse firma sinds september vorig jaar de ‘normale’ consument de mogelijk tot volledig geïndividualiseerd maatwerk, op leergebied om precies te zijn. Hoewel sinds afgelopen jaar?
Eigenlijk kon het al sinds de jaren ’70, echter was het vooral een verborgen parel binnen de onderneming, waar slechts een zeer select groepje weet van had en gebruik van maakte. Sinds afgelopen jaar heeft Dainese echter een speciale website in de lucht waarop Jan Modaal heel simpel zijn eigen kleding kan ontwerpen. De drempel tot een volledig gepersonaliseerde uitrusting is kortom, ontzettend laagdrempelig geworden.
Personaliseren
Dat personaliseren mag je daarbij behoorlijk breed interpreteren. De basis wordt gevormd door een standaard outfit uit de collectie, waarvan je vervolgens zelf onder meer de kleurstelling kunt aanpassen, logo’s/namen in het design kunt opnemen en bijvoorbeeld ook de kleur van protectoren en sliders kunt kiezen. Resultaat: een unieke outfit waarvan er maar één ter wereld is.
Nu is zo’n persoonlijke designtouch natuurlijk hartstikke leuk, maar wat het geheel pas echt interessant maakt, is de ‘custom fit’ mogelijkheid. Ofwel, op maat gemaakt. En dat beperkt zich niet enkel tot een raceoverall (hoewel die in de praktijk wel degelijk veruit het meest populair blijkt), de mogelijkheden zijn heel wat breder. Uiteraard kun je kiezen uit één- en tweedelige pakken, maar desgewenst kun je ook kiezel voor enkel een jas of broek. En zeker dat laatste is een behoorlijke meerwaarde, bijvoorbeeld wanneer je als ondergetekende een buitenproportioneel lang stel onderdanen hebt, waarmee de gangbare confectiematen zich doorgaans niet echt raad weten.
Proef op de som
Is de lengte van de broekspijpen goed, dan is de taille vaak te wijd. En is de taillemaat oké, dan reken er maar op dat er aan het eind van de broekspijp nog een stukje been over is. Een probleem dat rijders met wat langere armen ongetwijfeld zullen herkennen. Wil je toch passende proporties, dan kun je dus ook voor enkel een jas of broek kiezen.
Natuurlijk nemen we zelf de proef op de som, kiezen daarbij voor een eendeler. De Kyalami om precies te zijn, een kangoeroeleren pak met puur racebloed in de aderen.
Standaard leverbaar in het zwart/wit en zwart/wit/rood, via de configurator (de eerste stap in het proces) ontwerpen we echter een design dat net even wat mooier aansluit op onze eigen huisstijl (lees: meer wit en rood, minder zwart). Uiteraard worden ook logo en naam in het ontwerp opgenomen en klaar is Kees. Normaliter wordt de order dan in behandeling genomen en gaat het pak de productie, maar omdat er ook een vinkje is gezet bij de custom fit-optie, volgt nu een kleine tussenstap: de maten opnemen. En dat wordt gedaan door één van de zes gespecialiseerde Custom Works Centers die Nederland rijk is, waarbij je natuurlijk zelf kunt aangeven welke je voorkeur heeft.
In dit geval neemt Martijn Roes van Dainese het meetlint ter hand. Een secuur klusje, dat al met al toch al gauw een klein uurtje in beslag neemt, maar dan kan de definitieve bestelling ook de deur uit en kunnen ze in Italië aan de slag.
Dainese heeft een eigen productiefaciliteit in Tunesië en daarnaast wordt een deel door externe partijen in voormalig Oost-Europa geproduceerd (waarbij alle materialen eerst in Italië een kwaliteitscontrole ondergaan voor ze naar de betreffende partij worden gestuurd), alle maatwerk echter vindt plaats in het Noord-Italiaanse plaatsje Molvena. Op exact dezelfde plaats waar het in 1972 allemaal begon voor de motorkledingspecialist (zie kader).
Molvena
Uit praktische overwegingen (logistiek) zitten onder meer hoofdkantoor, dealershowroom en magazijn tegenwoordig in Vicenza, maar de plaats waar de wortels van het bedrijf liggen is zeker niet vergeten. Echt ruchtbaarheid wordt er overigens ook niet aan gegeven. Een kleine drieduizend inwoners telt het gehucht, maar nergens vind je ook maar een bordje dat je naar Dainese dirigeert, zo ondervinden we zelf. We hebben namelijk het aanbod gekregen om het pak zelf in Molvena op te halen, zodat we eens een kijkje kunnen nemen in de keuken van dit maatwerkhoofdkwartier, waar ook reparaties en garantiegevallen worden verwerkt trouwens. Iets dat we uiteraard met beide handen aanpakken.
Al was het alleen al om eens te kijken waar nu exact de meerprijs in zit. Want eerlijk is eerlijk, goedkoop is het stukje maatwerk bepaald niet.
De standaard Kyalami is met € 1.799,00 al redelijk aan de prijs, iets dat zich overigens makkelijk laat verantwoorden. Een standaard pak bestaat gemiddeld uit tussen de 180 en 200 losse delen (inclusief binnenvoering, ritsen etc.) en het in elkaar zetten neemt zo’n twee volledige werkdagen in beslag. Bovendien is de Kyalami gemaakt van kangoeroeleer, dat Dainese uit Madagascar en Australië haalt. Voor het vervaardigen van een pak van rundleer (betrekt de firma exclusief uit Brazilië) heb je ongeveer vier vierkante meter leer nodig, wat overeen komt het één koehuid.
Een kangoeroehuid echter meet slechts 0,5 vierkante meter, voor één pak heb je daarom tussen de acht à tien huiden nodig, wat natuurlijk een stuk arbeidsintensiever is. Zo moet bijvoorbeeld iedere huid worden gecontroleerd op onregelmatigheden, die met een stift gemarkeerd worden, zodat de snijplotter weet dat dat bewuste stuk leer niet verwerkt mag worden. Extra handelingen, extra materiaal (én restmateriaal), dus begrijpelijkerwijs ook duurder.
Kies je daarnaast zowel voor de Custom Fit- als Custom Design-optie, dan moet je bij de basisprijs respectievelijk € 599,95 en € 499,95 optellen, waardoor de totaalprijs van ons pak akelig dicht richting de drie mille kruipt. Hoe je het ook wendt of keert, dat is rijkelijk veel voor een pak (een op maat gemaakte rundleren eendeler is er overigens al vanaf € 1.699,90). Het meerwerk is daarentegen ook aanzienlijk. Ondanks dat ook een maatwerkpak uit 180 tot 200 losse onderdelen bestaat, is de productietijd, enigszins afhankelijk van de complexiteit van het design rond de vier dagen. Ongeveer twee keer zo lang als een regulier pak dus.
Vakkundige handen
De verschillende delen (logo’s en andere designdetails nog buiten beschouwing gelaten) wijken qua maat immers af van de standaard en worden dus enkel voor het betreffende pak gedigitaliseerd en geproduceerd. En dan moet alles nog door een paar vakkundige handen tot één geheel worden gesmeed. Of beter gezegd, door diverse paren vakkundige handen. In het atelier zitten rond de dertig naaisters, elk met haar eigen specialisatie. Het is dus niet zo dat één naaister ongeveer vier dagen met één en hetzelfde pak bezig is, zie het meer als een soort productielijn. Alle losse onderdelen liggen op een karretje, dat verschillende stations passeert. Welke precies, hangt natuurlijk af van design en complexiteit van het pak. Verschillende delen overlappen elkaar, de juiste routing langs de verschillende naaistations is daarom ook een hele uitdaging. Voorbeeld: een logo op de rug kan over drie verschillende leerstukken lopen. Die drie moeten daarom al aan elkaar gestikt zijn, voor het logo kan worden aangebracht. En zo zijn er legio andere zaken waar in het productieproces rekening mee moet worden gehouden.
Voor een buitenstaander als ondergetekende is het zelfs één grote logistieke nachtmerrie, die hele routing. De vele rekken met daaraan diverse handmade pakken tonen echter dat de medewerkers het kunstje aardig in de vingers hebben. Saillant detail, in één en hetzelfde atelier worden alle voorkomende werkzaamheden gedaan. Van reparaties tot de productie van de custom made-pakken en het in elkaar zetten van de racepakken van de gesponsorde coureurs. En dan kan het dus zomaar gebeuren dat je je eigen pak vindt, hangend achter dat van ene V. Rossi, ‘doctor’ van beroep naar het schijnt. Alleen al daarvan, word je toch wel een beetje blij.
En het uiteindelijke resultaat? Dat mag er zijn, perfecte pasvorm en ziet er ook nog eens bijzonder prettig uit. Waarbij onder meer een ingenaaid label met de tekst ‘Handmade with care and passion for Twan van Hulshof’ blijk geeft van het individuele maatwerk. Dat de naam eigenlijk Twan Hulshof luidt, ach, dat nemen we maar voor lief. Broekspijpen die tot aan het eind van de benen reiken, dat is veel meer waard!
Historie Dainese
Tijdens een trip op Vespa’s naar Londen in 1968 maakte Lino Dainese voor het eerst kennis met leren motorkleding. Hij zag toekomst in de beschermende functie van deze motorkleding en besloot voor zichzelf te beginnen in Italië. In 1972 richtte hij in Molvena de onderneming Dainese op, een leren crossbroek was het eerste wapenfeit (Lino Dainese zelf was een fervent offroad rijder). Gedurende de daarop volgende decennia evolueerde het kledinggamma steeds maar door, waarbij de focus altijd op veiligheid lag. “Kleding die er goed uit ziet, maar geen functie heeft, is compleet nutteloos”, aldus de Italiaanse autodidact. De input daarvoor kreeg Dainese daarbij voornamelijk van Grand Prix-coureurs, zo was Dieter Braun al in 1974 de eerste GP-coureur die zich in Dainese hulde, werd op verzoek van Barry Sheen al in 1979 een eerste rugprotector ontwikkeld en werd er voor Anton Mang voor het eerst in de geschiedenis een ergonomisch voorgevormd pak ontworpen. Inmiddels is de Italiaanse firma al lang niet enkel meer actief in de motorwereld, het D-Air systeem (waarvan de ontwikkeling al in 2000 startte) wordt bijvoorbeeld ook in het skiën ingezet. Maar ook op volledig onbekend terrein waagt Dainese zich, zo vertrouwen de astronauten van zowel de NASA
als ESA op speciaal ontwikkelde onderkleding van de Italianen. Info: www.dainese.com
Museum
In juni van dit jaar opende Dainese tegenover het hoofdkantoor in Vicenze het DAR, ofwel Dainese Archivio. In dit museum vind je een uitgebreide tentoonstelling over de volledige, inmiddels 46-jarige historie van het Italiaanse merk. Hoe begon het allemaal, welke innovaties maakten het merk tot wat het nu is en ook andere, minder bekende ‘takken van sport’ waarin Dainese actief is komen voorbij. Ooit geweten bijvoorbeeld dat de Italianen actief zijn in de skisport en het mountainbiken? En uiteraard is er ook een belangrijke rol weggelegd voor alle bekende coureurs die zich aan het merk hebben gelieerd. Het museum is geopend op zaterdag en zondag, de toegang is gratis. Info: www.dainesearchivio.com