MotoPlus Zuinigheidscontest 2011
Het benzineverbruik is met de huidige torenhoge benzineprijzen misschien wel meer dan ooit een issue bij de aanschaf van een nieuwe motor. Dat verbruik zit hem natuurlijk deels in de constructie en technische staat van een motor, maar als rijder ben je zelf ook een factor van belang. Hoe belangrijk jezelf bent, dat ontdekken we samen met twintig MotoPlus-lezers, die we selecteerden uit de ruim tweehonderd aanmeldingen voor de MotoPlus Zuinigheidscontest 2011. In het zadel van een Suzuki V-Strom 650, een van de zuinigste motoren van dit moment, doen zij een gooi naar de titel ‘Zuinigste Motorrijder van Nederland’. In dit deel de voorronde en in MotoPlus 13 de allesbeslissende finale met de drie zuinigste rijders van deze ronde. Dat brandstofverbruik leeft onder motorrijders wisten we al van onze website www.motoplus.nl, waar het topic ‘Brandstofverbruik 200 motoren’ een van de best bezochte onderdelen is. En we worden andermaal bevestigd als onze mailbox na de oproep voor de MotoPlus Zuinigheidscontest 2011 in een mum van tijd volstroomt. Een dikke tweehonderd aanmeldingen tellen we. En daar onder motorrijders van alle rangen en standen, jong en oud, man en vrouw, in het bezit van een oud beestje of een jonge racevolbloed en motorrijders die er sowieso al een sport van maken om altijd en overal zo zuinig mogelijk te rijden. Maar ook die laatste groep is het natuurlijk maar om een ding te doen: hoe bespaar je kostbare centen op die almaar stijgende literprijs van Euro95? De tijd dat je voor twee tientjes een volle tank had, ligt immers al lang achter ons en keert hoogstwaarschijnlijk ook nooit meer terug. Ondertussen vaart de Haagse schatkist er wel bij, want bijna twee-derde van de totaalprijs van een tank met het heilige sap vloeit linea recta naar een ongetwijfeld tevreden glimlachende overheid. Een extra reden dus om misschien eerst nog eens twee keer na te denken voor je het gas helemaal open schroeft voor die kilometers lang heerlijk slingerende dijkweg of die uitdagende kronkelende spaghettisliert richting de top van een Alpenpas. Tuurlijk, motorrijden is nog altijd een hobby en meer doordesemd van emotie dan ratio, maar af en toe een streepje minder gas kan aan de pomp een wereld van verschil maken. De huishoudelijke boekhouding vaart er wel bij en je knipoogt bovendien vriendelijk naar moedertje aarde, die inmiddels aardig astmatisch aan het worden is van uitlaatgassen en andere gassen. Dat er daarbij meerdere wegen naar Rome leiden, merken we al snel als de eerste van de twintig door ons geselecteerde lezers terug komen van hun testronde in de Zuinigheidscontest, maar daarover later meer. Die groep van twintig lezers hebben we zorgvuldig samen proberen te stellen, waarbij we een aantal factoren mee hebben laten wegen om een interessante spreiding in deelnemers te krijgen: mannen en vrouwen (hebben vrouwen de overhand als het om de knip gaat?), jong en oud (de jongste deelnemer is 22, de oudste 67), rijervaring (de meest onervaren rijder zit krap elf maanden in het zadel, de meest ervaren rot een dikke veertig jaar), het soort eigen motor (dat loopt uiteen van een motorscooter tot een pk-kanon en van een oldtimer tot een dikke toerbuffel), woonplaats (rijdt een drukke Randstad-rijder zuiniger dan een gemoedelijke plattelandsrijder?) en, ook interessant, stuurt een beroepsrijder (onder de deelnemers twee motoragenten en een rij-instructeur die vrachtwagenchauffeurs moet leren spaarzaam met brandstof om te gaan) zuiniger rond dan een hobbyrijder? Het antwoord op al die vragen en natuurlijk op de vraag wie uiteindelijk de zuinigste motorrijder van Nederland is, ligt op de krap tachtig kilometer lange testroute die de twintig kandidaten in deze eerste ronde rijden en aansluitend op de bijna vijftig kilometer metende finaleronde die de drie finalisten krijgen voorgeschoteld. Beide routes, met als vertrekpunt onze redactie in Varsseveld, zijn behoorlijk gevarieerd en bevatten eigenlijk alles wat je tijdens een doorsnee motorritje kunt tegenkomen. We trappen deze eerste ronde af met een flink stuk snelweg, waarna via fraai secundair stuurwerk de stad Doetinchem binnen wordt gereden. Een pittig obstakel met veel stoplichten en rotondes, waar wel eens het verschil gemaakt zou kunnen worden tussen winnen en verliezen. Nadat de stad dwars is doorgestoken leidt een breed aanbod kronkelende binnenwegen de deelnemers weer terug naar Varsseveld. Als mikpunt noteerden we vooraf zelf een verbruik van een dikke 1 op 20, waarbij we er een normale rijstijl op nahielden en lekker met het verkeer mee reden. De testroute legden we daarbij binnen een uur en een kwartier af. Om te voorkomen dat de deelnemers extreem langzaam zouden gaan rijden of de V-Strom misschien zelfs een stuk zouden gaan duwen, stelden we de tijdslimiet voor de testroute op anderhalf uur. Daarnaast lieten we bij Suzuki-importeur BV Nimag een andere tankdop monteren, die dus niet met de contactsleutel kon worden geopend. En om helemaal op zeker te gaan werden ook de montagebouten van de tankdop verzegeld. Even snel een litertje bijtanken onderweg zat er dus niet in voor de heren en dames deelnemers. En om bij het aftanken na de testrit eventueel gemorste benzine op te vangen werd er onder de overloop een opvangbusje gemonteerd. Afijn, tot zover de theorie, nu de praktijk. De tactieken waarmee de deelnemers met de V-Strom 650 op pad gingen, bleken soms flink te verschillen, maar de grootste gemene deler was toch wel anticiperend rijden. Dus ver vooruit kijken, de verkeerssituatie steeds goed proberen in te schatten, de remmen zo min mogelijk gebruiken en de Suzuki vervolgens lekker laten rollen. Ook het voortdurend vroeg opschakelen en het blok laag in toeren houden, bleek een beproefd recept bij het gros van de rijders. En het ‘sleepje’ (slipstreamen achter een vrachtwagen of bestelbus) niet te vergeten. Het allesbeslissende verschil zat hem waarschijnlijk in de details. En waar sommige deelnemers zich beperkten tot de genoemde algemene delers en het verder hielden bij ‘rijden zoals ik normaal ook rijd’, waren er ook rijders die werkelijk niets aan het toeval overlieten. En daarvan was Patrick Raaijmakers misschien wel het meest extreme voorbeeld. Deze 35-jarige Kawasaki 1400GTR-rijder was bijvoorbeeld een van de weinigen die het kleine, verstelbare vario-ruitje van de V-Strom voor vertrek in de laagste stand zette. Maar daar was de kous niet mee af, want deze Brabander liet zijn gele hesje op de redactie achter en had thuis al de binnenvoering uit zijn leren combi geritst. Ieder grammetje telt nietwaar? Bovendien rolde hij als enige voor vertrek de Suzuki van onze parkeerplaats naar de weg alvorens te vertrekken voor zijn testrit. Ook ieder metertje telt uiteraard. En als klap op de bespaarvuurpijl werd de gehele route plat op de tank liggend afgelegd, dus ook het stuk dwars door Doetinchem. Eenmaal terug werd het ruitje door Patrick trouwens weer keurig in de hoogste stand gezet. “Ja, ik ga ze natuurlijk niet wijzer maken dan ze zijn”, klonk het droge commentaar. Anderen hadden zich vooraf wat ingelezen over de motorkarakteristiek van de V-Strom en meenden zo het ideale toerental voor deze zuinigheidstest te hebben gevonden. Ger Jacobs bijvoorbeeld (voor je nu die mail gaat versturen: ja, het is ‘m echt, die motoragent uit tv-programma’s als Wegmisbruikers en Blik op de Weg, maar dat zagen wij ook pas toen ‘ie op de redactie voor het eerst zijn helm afzette). Remmelt Duurland, een BMW F800S-rijder uit Zwolle, bleef voorzichtigheidshalve maar in de toerenkelder van de Suzuki, maar trok achteraf de conclusie dat dit voor hem weinig met motorrijden te maken had. “Het toerental is voor mij toch wel rechtevenredig met emotie.” Het wel of niet uitschakelen van de motor voor een stoplicht verdeelde het deelnemersveld een beetje in twee kampen. De een deed het consequent in de heilige overtuiging dat dit benzine zou besparen, maar Elly Huurnink deed het bijvoorbeeld consequent niet: “Ik had vooraf nog even bij mijn vroegere rij-instructeur geïnformeerd en die raadde het me af. Bij het opnieuw starten zou ik volgens hem meer benzine verbruiken dan bij stationair laten lopen.” Wat de tactieken ook waren, vier dagen testen, 1.580 kilometer asfalt en 60,94 liter benzine (gemiddeld dus 1 op 26, oftewel 3,86 liter op 100 km!) verder was er een eindrangschikking, waarbij het verschil tussen de zuinigste en minst zuinigste rijder toch veel groter was dan we vooraf hadden gedacht. Onder aan de lijst bungelde boswachter Rob Rossel met een verbruik van 1 op 21,58. Op zich helemaal niet zo heel verkeerd, maar motoragent Ger Jacobs kwam bijna tien kilometer verder op een litertje Euro95, namelijk 1 op 31,22 (iets meer dan 3 liter op 100 km)!Met de V-strom tankinhoud van 22 liter betekent dat dus bijna 220 kilometer extra actieradius voor de pomp weer moet worden bezocht, gratis en voor niets! En daarbij was Ger ook nog eens niet echt traag, want zijn tijd kwam aardig overeen met het gemiddelde van alle rijders: 1 uur en 25 minuten. Achter Ger eindigden Jappix Meeuwissen (1 op 29,81) en Patrick Raaijmakers (1 op 29,25) als tweede en derde en ook die twee zien we dus terug in de finale, waarover we in MotoPlus 13 zullen berichten. Dat de lat in die finaleronde hoog ligt, is duidelijk. Duidelijk is ook dat de deelnemers aan de MotoPlus Zuinigheidscontest onomwonden hebben laten zien dat een gewone standaardmotor als de Suzuki V-Strom 650 een meer dan volwaardig alternatief is als het gaat om zuinig vervoer. En dat de moderne motorfiets dus zeker niet het predikaat ‘benzineslurper en milieuvervuiler’ verdient. Met een beetje beleid en een slimme rijstijl zijn er superzuinige resultaten te boeken en daar kunnen ze in de auto-industrie – waar de zogenaamd zuinige auto’s vaak bij lange na niet het door de fabrikant geclaimde verbruik halen – een puntje aan zuigen. Misschien moet de Nederlandse overheid het subsidiebeleid voor dergelijke auto’s nog maar eens heroverwegen en die voordelen juist bij de motorfiets neerleggen!