MotoPlus Kersttour
De dagen worden korter, de wintertijd gaat in en zo ineens staat Kerst alweer voor de deur. De tijd van reflectie en bezinning. En dat doen we als MotoPlus natuurlijk tijdens een ontspannen motorroadtrip om de geest weer even leeg te maken. En waar voert deze indachtig de Kerstgedachte dan heen? Naar Bethlehem natuurlijk!
Goed, laten we direct maar even met de billen bloot gaan. Nee, deze Kersttocht voert niet helemaal naar de westelijke Jordaanoever. Een retourtje Palestina in twee dagen is ook voor ons kilometervreters wat veel van het goede. Onnodig ook, omdat er zich wat dichter bij huis eveneens een Bethlehem bevindt, in Groningen om precies te zijn. Niet eens een plaats, maar een wierde waarop tegenwoordig nog twee boerderijen staan, zo leert Wikipedia. Heen en terug vanuit de Achterhoek, daar waar de wijzen uit het oosten wonen inderdaad, goed voor een ruime 500 kilometer. Een meer dan prima afstand voor een tweedaagse thematour, die we met het voltallige personeelsbestand van MotoPlus zullen ondernemen. Enkel Ruud, in zijn jongere jaren een buitengewoon begenadigd motocrosser, moet helaas verstek laten gaan. Blijven over: Eric, Sebastiaan, Lars, Niels, Michael, Petra, Ad, Jeroen, Cris en ondergetekende.
Die moeten natuurlijk wel allen van passend vervoer worden voorzien, wat voor de een wat makkelijk is dan voor de ander. Eric bijvoorbeeld, is de enige die een zijspan fatsoenlijk de bocht door krijgt, zonder daarbij overig verkeer en ‘bakkenist’ angstzweet te bezorgen. Dat zijspan hebben we dan weer nodig aangezien vormgever Michael niet over het roze papiertje voor de motor beschikt. En omdat deze voormalige semi-prof volleyballer aardig richting de twee meter gaat, wilden we ‘m ook niet twee dagen tot een krap duozitje veroordelen. Voor Eric en Michael staat er daarom een hagelnieuw Mash Black Side zijspan klaar.
Ook voor voormalig stagiair en inmiddels parttime MotoPlus-journalist Cris is het niet zo moeilijk, want nog veroordeeld tot een A1 motor en een behoorlijk motorsport fan. Hij gaat daarom richting Bethlehem op een Yamaha YZF-R125. Gaan we over naar de commerciële fractie. Lars heeft niet veel eisen, zolang ‘er maar wat gang in zit’ en het enigszins flitsend oogt, vindt hij het best. En dus valt hem een Yamaha MT-09 SP te beurt. Niels heeft van oudsher wel wat met Suzuki, houdt eveneens van een beetje doorpoken en is eigenlijk wel nieuwsgierig naar de nieuwe GSX-S1000GT. Prima, kan geregeld worden. Rest Sebastiaan van het commerciële front, als uitgever samen met Eric één van de mannen achter alle motortitels (voor de goede orde, naast MotoPlus en MotoPlus XL geven we ook het klassiekerblad Het Motorrijwiel en offroadmagazine Noppennieuws uit). Die verdient dus wel een lekker dikke, flink aangeklede machine. Wie extra’s zegt, zegt bijna direct BMW en laat de importeur nu nog een K1600GTL in de aanbieding hebben. ‘Full option’ ook nog, enkel airco ontbreekt, maar die blijken we achteraf gezien toch niet nodig te hebben.
Petra is onze tweede vormgever, maakt van platte teksten en op zichzelf staande foto’s een pakkend en aantrekkelijk geheel. Een redelijk creatieve geest dus, die je alleen al daarom een motorfiets met een smaakvol design wilt voorschotelen. Een redelijk toegankelijke ook, aangezien ze niet heel veel kilometers maakt door de bank genomen. De keuze valt daarom op een Kawasaki Z650RS.
Resteren dus nog de op motorgebied drie meest verwende mannetjes. Ad, Jeroen en ondergetekende hebben al de nodige verschillende motoren gereden, wat zeker niet betekent dat de nieuwsgierigheid helemaal weg is. Jeroen bijvoorbeeld, was erg onder de indruk van de Triumph Speed Triple 1200, maar heeft de RR-versie daarvan nog nooit gereden. Ad daarentegen zocht het in een heel andere hoek. Niet in de Adventure-hoek zoals je op basis van zijn eigen motorfiets, een Yamaha Ténéré, misschien zou verwachten. Hij was positief verrast door de lovende kritieken over Harley-Davidson’s nieuwe Low Rider ST en wilde dat zelf wel eens ervaren. En zo stond er voor MotoPlus Divisie Noord-Holland een Low Rider ST in de best wel vette Gunship Gray kleurstelling klaar. Een lekker toervriendelijk apparaat, met flinke kuip en zijkoffers. Met name die laatste staan ook op het verlanglijstje van mezelf, aangezien er een cameratas mee moet voor de nodige kiekjes. Bovendien ben ik inmiddels fervent aanhanger van het credo ‘bagageruimte kun je nooit genoeg hebben op een meerdaagse trip’. Nu wil het geval dat we al langere tijd een Honda NT1100 op de redactie hebben staan, maar waar ik eigenlijk nog geen enkele fatsoenlijke rit, laat staan trip mee heb gemaakt. Wat dan weer enigszins te maken heeft met het feit dat het een DCT-uitvoering betreft. Geweldige techniek die feilloos werkt en door nagenoeg iedereen die er kennis mee heeft gemaakt, wordt omarmd, maar ik ben er niet eentje van. Daarentegen ben ik wel tergend nieuwsgierig of een paar dagen rijden me niet tot inkeer kunnen brengen. Het wordt de NT1100 dus!
Op een donderdagochtend om negen uur meldt iedereen zich op de redactie. Met een temperatuur die tegen het vriespunt aan hikt, doet de vroege ochtend nog enigszins winters aan. Volgens de weerberichten blijft het daar overigens ook bij, maximumtemperatuur rond de achttien graden en slechts een kleine kans op een bui. Prima vooruitzichten.
Jassen dicht, helm op, Michael in de bak vouwen en dan kan de Black Side achteruit de hal uit worden gereden. Met akoestisch waarschuwingssignaal, jawel! Het gaat uiteraard niet in één rechte streep naar het noorden van Groningen. Zoals het een goede thematoer betaamt, voert de route langs Bijbelse plaatsen, waarvan St. Isidorushoeve, vernoemd naar heilige Isidorus, onder andere beschermheilige van de plattelanders (Wikipedia bedankt), de eerste is. Echt aangenaam rijden is het vooralsnog niet; loodgrijze, deprimerende lucht en de weinig verhelderende N18, die we gelukkig maar een klein stukje volgen. Vanaf afslag Neede gaat het binnendoor via Rietmolen over een lommerrijke slingerweg naar St. Isidorushoeve. Het dorpje net over de grens tussen De Achterhoek en Twente bruist tijdens de traditionele Zomerfeesten in het Hemelvaartsweekend uit al haar poriën, op een doordeweekse donderdagochtend is dat bruisende evenwel ver te zoeken. Maakt niet uit, want met net dertig kilometer op de teller was doorrijden sowieso al het plan. De eerste stop staat namelijk gepland in Mariaparochie, onder de rook van Almelo. Het dorpje dankt haar naam aan de Onze Lieve Vrouwe van Altijddurende Bijstand kerk en telt nog geen driehonderd inwoners. Toch geniet het een behoorlijke bekendheid, wat het dankt aan de tekenfilm ‘Kroamschudd’n in Mariaparochie’. Daarin tekent cabaretier Herman Finkers een nogal eigen versie van het Kerstverhaal op, waarin onder meer de drie wijzen uit het oosten van over de grens komen (“Wir sind drei kluge Leute.” “Nou, dan ku’j mooi helpen drukk’n.”). Prima plek om weer even wat temperatuur in de handjes te krijgen en om wat eerste indrukken van de motoren te wisselen!
Op de parkeerplaats bij de kerk duurt het even voor Ad zich bij de groep voegt. Hij balanceert de 327 droge kilo’s letterlijk op één voet, omdat de andere nodig is om de jiffy uit te klappen. Die zit echter zo verstopt dat je je afvraagt of er iemand in Milwaukee überhaupt de moeite heeft genomen om even een rondje met het prototype te rijden. Maar afijn, uiteindelijk weet Ad de Low Rider ST op de jiffy te krijgen en stapt vrolijk af. “Dat stuurt helemaal niet verkeerd, en dat blok is toch ook wel geweldig!” Wat Cris van de 125 vindt, hoeven we niet te vragen, dat verraadt de glimlach op zijn snuitje wel. Al is hem wel opgevallen dat hij in vergelijking met de rest opvallend veel moet schakelen.
Petra is vooral onder de indruk van hoe makkelijk de RS rijdt, al vindt ze ‘m wel aan de stille kant. Beide bevindingen behoeven een kleine kanttekening. Zelf rijdt ze een Yamaha Virago 535, alleen niet heel frequent. De chopper is inmiddels behoorlijk op leeftijd en de laatste jaren is de betrouwbaarheid niet z’n sterkste punt meer. Dan is het fenomeen op de startknop drukken en vervolgens probleemloos rijden tot de tank leeg is, best aangenaam. En het geluid? Nou, als gitariste in een metalband is elk geluid waarvan de trommelvliezen niet scheuren peer definitie aan de bescheiden kant.
Eenmaal opgewarmd, wat met dank aan de saucijzenbroodjes van de lokale bakker verbazingwekkend snel ging, laten Mariaparochie weer achter en al snel verdrijft blauw het grijs aan de lucht. Via onder meer Kloosterhaar, Kerkenveld en Elim (vernoemd naar de oase met twaalf waterbronnen en zeventig palmbomen waar Mozes en zijn volgelingen verbleven) gaat het verder richting noorden. Naar Westerbork om precies te zijn, waar de lunch op het programma staat. De dorpjes worden gevoelsmatig kleiner, de afstanden ertussen groter en het landschap groener. Met een lekker toertempo tellen de kilometers gestaag op, waarbij Eric de zeilen behoorlijk moet bijzetten om mee te komen. Met 28,5 pk die 317 kilo doorgewicht moet voorstuwen, is de Mash wat prestaties betreft by far de onderliggende partij in dit gezelschap. Ook in vergelijking met de YZF-R125, die met 15 pk weliswaar nog minder vermogend is, maar ook slechts 144 kilo rijklaar gewicht in beweging hoeft te zetten. En dat is nog buiten de bemanning gerekend, waarbij het duo op de Mash ook afzonderlijk net wat meer pondjes in de weegschaal legt dan de lichtvoetige jongeling op de Yamaha. Dat de eencilinder Mash tot op de laatste druppel moet worden uitgewrongen om bij te blijven, is dus allerminst verwonderlijk.
Dat gezegd hebbende, aan sympathie ontbreekt het de Black Side zeker niet. Ook in Westerbork trekt het Frans/Chinese span alle aandacht naar zich toe. Normaliter laten een dikke K1600 en zeker een Harley-Davidson het langslopende publiek niet onbetuigd, dat heeft nu echter alleen maar oog voor de Black Side. En toegegeven, ook voor de Speed Triple RR, de sportiefste van het stel, ook qua zithouding. Waar Lars en Niels fris en fruitig van hun toch ook wel sportief georiënteerde fietsen afstappen, doet Jeroen dat net even wat minder frivool. Achteraf gezien was de combinatie van-rugproblemen-herstellende-redacteur en een lekker-sportieve-zithouding misschien ook niet de beste. Ook Sebastiaan stapt vol energie uit de verwarmde zetel van de GTL en heeft zich naar eigen zeggen prima vermaakt met het uitpluizen van alle opties. Is wel blij dat er vanmiddag nog wat kilometers op het programma staan, want hij heeft ze nog niet allemaal gehad.
Tijd voor de laatste etappe naar Bethlehem alweer. Cris z’n schakelvoet is inmiddels afgekoeld en na een tankstop aan de rand van Westerbork gaat het verder noordwaarts in de richting van Assen. Via de prachtige bosrijke omgeving van Schoonloo en Grolloo voert de route onder meer langs Amen. Nog niet overtuigd of ik het zelf zou verkiezen boven een conventionele versnellingsbak, bevalt de DCT op de NT1100 op de kleine wegen inmiddels toch wel goed. Het is in ieder geval bijzonder ontspannen rijden, bovendien is het spelen met de schakelflippers ook absoluut onderhoudend.
Na Assen, Eelde en weinig tot de verbeelding sprekende plaatsjes aan de rand van Groningen, klimmen we steeds verder richting Waddenzee. Gamerwolde meldt zich, daarna Sint-Annen en uiteindelijk ook Doodstil, een gehucht waar Petra zich vermoedelijk niet echt mee identificeert. De wegen worden smaller en smaller, de omgeving meer wijds. En net buiten Rottum staat ‘ie daar ineens, een bord met daarop de tekst: Bethlehem. Missie geslaagd! Tijd voor een welverdiend avondmaal. Gelukkig niet het laatste…