MotoGP-test Sepang
Toen Fabio Quartararo vorig jaar de wintertesten in Sepang als zestiende afsloot, deed hij dat in betrekkelijke anonimiteit. Dit jaar was de 20-jarige ‘rookie of the year’ van 2019 in de Maleisische hitte alle drie dagen de snelste. Met niet minder dan negentien rijders binnen 0,8 seconden lijkt het MotoGP-veld dichter op elkaar te zitten. Marc Marquez maakte zijn rentree na zijn schouderoperatie. De wereldkampioen noteerde de dertiende tijd.
Niet alleen was Fabio Quartararo de snelste man in Sepang, hij was met 181 geklokte ronden ook één van de meest actieve rijders. Niet zo vreemd, want enkele dagen voor de test in Maleisië werd de Fransman bevestigd als de vervanger van Valentino Rossi in het Yamaha-fabrieksteam van 2021. De sensationele nieuweling van 2019 kon net als Maverick Viñales en Valentino Rossi beschikken over 2019- én 2020-materiaal. Zoals afgesproken weliswaar, maar teamgenoot Franco Morbidelli had een geactualiseerde 2019-M1 tot zijn beschikking. Hoewel hij ook op de slotdag de snelste was, was Quartararo na een geslaagde ’time attack’ in de ochtend niet volledig tevreden over de test. “Het was niet makkelijk om de pace te pakken te krijgen”, bleef de Petronas Yamaha SRT-rijder kritisch. “De long run van twaalf ronden reden we onder de warmste omstandigheden (asfalttemperatuur van 55 graden, red.) en die was oké. Maar het moet nog beter. De topsnelheid is vergeleken met de andere Yamaha’s nog niet goed. We weten dat we over één ronde snel zijn.”
Het contrast met Viñales leek op het eerste gezicht op die laatste dag groot. Al voor de teampresentatie kwam het nieuws dat de Spanjaard na nadrukkelijke belangstelling van Ducati zijn contract met Yamaha met twee jaar had verlengd. Om te laten zien dat hij met de nieuwste M1 snel is, wilde Viñales op dag 3 nog een aanval op de beste tijd inzetten. Zijn team gebood hem echter om zich te concentreren op de raceafstelling. Viñales reed de meeste ronden tijdens de driedaagse test (201!) en perste er op de slotdag 83 ronden uit, waaronder een indrukwekkende racesimulatie van negentien ronden; dertien maal dook hij daarin in de 1.59. Dat Viñales die dag afsloot als achttiende vertelde dus nauwelijks het ware verhaal van zijn snelheid. De nummer 3 van 2019 was nog niet overtuigd dat de 2020-M1 een duidelijke verbetering was ten opzichte van de vorige vier-in-lijn, wel had de nieuwe krachtbron in het ook nieuwe frame een paar kilometer aan topsnelheid gewonnen. Ook nieuw op de 2020-M1 was het in Sepang in navolging van Ducati geïntroduceerde ‘holeshot device’, waarbij de machine bij de start omlaag geduwd wordt. De Ducati’s bleken vorig jaar in staat tot raketstarts, Valentino Rossi vertelde in Sepang dat er nog gesleuteld dient te worden aan het systeem. Na twee dagen als tiende te zijn geklasseerd, maakte de Italiaan op de laatste dag een flinke stap. Rossi klokte zijn eerste 1.58 op het circuit waar hij vorig jaar tijdens de grand prix de snelste raceronde had gereden. Dat stemde hem tevreden, maar ook Rossi moest concluderen dat de concurrentie snel was. Het meest opmerkelijke beeld van Rossi was echter op de tweede dag te zien in de pitbox. Daar wierp voormalig teamgenoot Jorge Lorenzo zich op als een soort ‘rider coach’ voor Rossi. Vóór de test kondigde Yamaha aan dat Lorenzo voor 2020 binnengehaald was als testrijder ‘extraordinaire’. De Spanjaard, van 2008 tot en met 2016 in Yamaha’s keurkorps, reed alleen op dag 3 op een 2019-M1 en zette 1,3 seconde achter Quartararo de twintigste tijd. Van de bittere rivaliteit die hun realtie tijdens hun gezamenlijke jaren in het Yamaha-fabrieksteam had getypeerd, was in Sepang geen sprake meer. “Toen Jorge bekend maakte dat hij zou stoppen, heb ik me bij Yamaha hard gemaakt om hem als testrijder te halen”, vertelde Rossi. Hoewel niet gepland, wilde Lorenzo ‘wild card’-optredens niet uitsluiten.
Dat Cal Crutchlow op de slotdag 0,082 achter Quartararo de tweede tijd klokte, verbloemde de problemen waarin Honda nog verkeerde in Sepang. Crutchlow klaagde nog steeds over een gebrek aan vertrouwen in de voorkant van de nieuwe en wéér snellere RC213V. “Het gevoel is misschien nog wel iets slechter dan vorig jaar”, meende Crutchlow, in Sepang zeer druk met het testen van allerlei spullen. Marc Marquez kwam duidelijk nog niet fit naar Sepang na de operatie aan zijn rechter schouder in december. De regerend kampioen reed op dag 1 de geplande 35 ronden, maar voelde na zijn derde korte run al dat hij zijn tempo moest drukken. “Anders had ik het einde van de dag niet gehaald”, lachte hij. Marquez’ probleem was niet de pijn, maar het gebrek aan kracht. Dat was volgens hem ook de reden dat hij twee slides op dag 2 – vlak voor broer Alex – en dag 3 niet kon opvangen met zijn rechter elleboog. Marquez voerde het aantal ronden op de tweede en derde dag iets op, maar wilde geen oordeel geven over de hardnekkige problemen met de voorkant. “Daar voor rij ik nog niet goed genoeg”, aldus Marquez. Broer Alex maakte op de eerste dag een schuivertje en sloot de test achter Reale Avintia Ducati-rijder Johann Zarco af als achttiende, wel echter slechts op 0,693 seconde.
Alex Rins en Joan Mir bewezen dat de 2020-Suzuki met een sterker blok, een ander frame, een vernieuwde swingarm en verbeterde elektronica verder geëvolueerd was. Vooral Rins was zeer snel en demonstreerde op de slotdag ook een ijzersterk ritme. Bij Ducati was de stemming minder optimistisch dan vorig jaar, toen de Italianen uit Sepang vertrokken met een 1-2-3-4. Nadat de eerste dagen Jack Miller een uitstekende indruk had achtergelaten op de GP20, was het op de laatste dag zijn teamgenoot Francesco Bagnaia die zich met een vierde tijd als snelste Ducati-rijder ontpopte. Danilo Petrucci, die vorig jaar een dit jaar niet geëvenaarde recordtijd klokte, was zesde, vice-wereldkampioen Andrea Dovizioso slechts vijftiende. De nieuwe achterband die Michelin had meegebracht, bereidde vooral de Ducati-mannen problemen. “De band biedt meer grip ja, maar je moet anders rijden en hij is lastig om te managen”, constateerde Dovizioso. “Jack en ik reden onze snelste tijden met de medium-band. Ik weet niet hoe de banden zich houden in de race. Het verval was best groot; afwachten of dat ook in de race zo is. We moeten nog meer testen, en helaas hebben we alleen nog Qatar.”
In de top 10 waren alle zes fabrikanten vertegenwoordigd, waarbij Pol Espargaro en testrijder Dani Pedrosa zeer sterk voor de dag kwamen op de KTM met het nieuwe frame van stalen ovalen buis en een vriendelijker blok. Nog verrassender was echter het hoopgevende optreden van Aleix Espargaro op de compleet nieuwe Aprilia RS-GP, met nu een 90 graden V4. Niet alleen was de oudste Espargaro snel, tijdens een lange run van dertien ronden dook hij elf maal onder de twee minuten. Een defecte uitlaat maakte een eind aan zijn racesimulatie. De voor zijn vuurdoop nauwelijks op de dyno geteste V4 vertoonde niet geheel onverwacht nog wat kinderziektes. Op 22, 23 en 24 februari staat de laatste wintertest gepland in Qatar.