MotoGP Argentinië en VS
Na vier grands prix in 2022 heeft geen enkele rijder uit de top 7 van het eindklassement van vorig jaar al een race gewonnen. In vier races stonden tien verschillende rijders op het podium, vierden alle fabrikanten al een top 3-klassering en won telkens een rijder met een Europese machine. Aleix Espargaro bracht in Argentinië zijn Aprilia-team in extase met een fantastische historische overwinning, terwijl een week later op het Circuit Of The Americas een foutloze Enea Bastiniani twee mindere resultaten deed vergeten met zijn tweede seizoenszege op de Gresini Racing Ducati.
Zondag 3 april 2022 werd de dag die Aleix Espargaro én Aprilia nooit gaan vergeten. In het drastisch ingekorte weekend (zie Pitstop) domineerde de 32-jarige Spanjaard in de tweede vrije training, werd hij de eerste MotoGP-coureurs met poles op drie verschillende merken en loste hij in de lange warm up op zondagochtend alvast een waarschuwingsschot. In de middag gaf hij zijn 200e MotoGP-race extra kleur met een zeer knappe, welverdiende en alom gegunde allereerste grand prix-zege. Na zo’n fantastisch optreden was het moeilijk te geloven dat Espargaro vóór de start de enige van de 24 coureurs was zonder dat ooit het Spaans volkslied voor hem had geklonken. De Aprilia-coureur, vóór de Argentijnse grand prix zevende in de tussenstand, had in het voorseizoen al indruk gemaakt. Na zijn pole – hij werd er de eerste MotoGP-coureur mee met poles op drie verschillende merken – straalde hij zoveel zelfvertrouwen uit dat hij zichzelf tot de orde moest roepen; het moet tenslotte nog wel even gebeuren. Maar het gebeurde. Jorge Martin, die zich op zaterdag al zeker waande van de pole totdat Espargaro 0,15 onder zijn tijd dook, voerde vanaf de start twintig ronden lang het veld aan, maar na twee mislukte uitremacties, lukte het de acht jaar oudere Espargaro een derde keer wel. Martin bleef dichtbij, maar kreeg geen kans meer. Alex Rins bekroonde een goede race met zijn eerste podium sinds Silverstone 2021 en bleef teamgenoot Joan Mir een halve seconde voor. Pecco Bagnaia hervond vertrouwen omdat hij van een desastreuze dertiende startplaats naar de vijfde plaats reed, vlak voor Brad Binder en Maverick Viñales op de tweede Aprilia. Fabio Quartararo werd geplaagd door een ernstig gebrek aan grip en stelde zwaar teleur met een achtste plaats – op ruim tien seconden van de winnaar.
Aprilia deed jaren op rij deed de constructeur uit Noale haar best om vooral het lachertje in de MotoGP te blijven door een onbegrijpelijk rijdersbeleid, gebrekkig leiderschap en een te vaak onbetrouwbare V4. De komst van Massimo Rivola als Racing CEO in 2019 zorgde voor een organisatorische ommekeer. De voormalige Ferrari F1 Sports Director zorgde er voor dat Romano Albesiano zich op de ontwikkeling van de RS-GP kon concentreren. Met succes, want vorig jaar schreef Espargaro in Groot-Brittannië al geschiedenis met Aprilia’s eerste top 3-klassering. In Termas De Rio Hondo toonde hij waar geloof in eigen kunnen en in zijn team en een niet aflatend doorzettingsvermogen toe kunnen leiden. “Sinds het voorseizoen had ik al het gevoel dat ik op de beste machine zat die ik ooit heb gehad”, begon de nu veertiende MotoGP-racewinnaar in het veld van 24. “Vandaag was het geen natte race of een gelukje. We waren de snelste in de kwalificatie, in de wedstrijd en nu leid ik ook nog het kampioenschap. Het is als een droom. Ik ben niet alleen blij voor mezelf, maar vooral voor iedereen binnen Aprilia.”
Espargaro kwam in 2017 naar Aprilia toen er bij Suzuki geen plaats meer voor hem was, omdat hij te veel tijd nodig had om te wennen aan de nieuwe Michelin-banden. “Ik stond zeker niet boven aan hun lijst, maar heb wel meteen gezegd dat ik in het project geloofde. Vanaf het eerste moment heb ik gezegd dat ik alles zou doen om hun machine te laten ‘shinen’. Maar ik had niet verwacht dat het zo lang zou duren.” Van oud-teamgenoten Sam Lowes, Andrea Ianonne en Scott Redding kreeg hij al na zijn pole felicitaties, omdat ook zij wisten hoe Espargaro enkele seizoenen geleden speelde met het idee om zijn carrière te beëindigen. Zijn vrouw Laura was ‘de beste hulp die ik ooit gehad heb’. “Na een teleurstelling gaf zij me haar onvoorwaardelijke steun. Een paar jaar geleden kon ik niet thuiskomen zonder aan de nederlaag te denken, maar Laura en de kinderen, zij waren mijn kracht. Ik rij nog steeds hetzelfde.” Na zijn optreden in de trainingen was Espargaro de grote favoriet – voor het eerst in zijn grand prix-carrière. “Iedereen zei ‘je pace is zó goed, je gaat makkelijk winnen’. Maar ik wist dat het heel moeilijk zou worden met Jorge. Hij is een killer. Het was niet makkelijk om hem te volgen en ik maakte ook een paar fouten. Die kon ik herstellen en ik was met de elektronica bezig om er voor te zorgen dat ik in de laatste ronden nog rubber over had.”
Het harde maar faire duel was ook voor Martin bijzonder, benadrukte Pramac Ducat-coureur na zijn eerste punten van 2022. “Ik ben super blij voor Aleix. We weten allemaal hoe hard hij er voor werkt”, aldus de geklopte Martin, die durfde toe te geven dat Espargaro de snellere van de twee was geweest. “Ook voor mij is dit speciaal, want hij gaf me een huis en eten, hij gaf me materiaal om te trainen. Iedereen weet dat wij thuis geen geld hadden. Hij heeft me heel erg geholpen en en hij heeft me een betere rijder gemaakt. Dit is het beste wat vandaag kon gebeuren.”
Espargaro’s overwinning in Argentinië betekende dat al na de derde grand prix van 2022 alle zes constructeurs in de MotoGP al op het podium hadden gestaan. Negen verschillende rijders beklommen de podiums in Qatar, Indonesië en Argentinië; in Amerika kwam er daar één bij: niet de boenderende COTA-specialist Marc Marquez, maar Jack Miller. De Australiër miste op zaterdag de pole op 0,003, maar waar polesitter Jorge Martin in de race tegenviel met een achtste plaats, bleef Miller wel tot het eind de winst in beeld houden. Vijftien ronden voerde hij het veld aan, toen besloot Enea Bastianini te versnellen. Op zaterdag al getipt voor de winst door onder meer Miller, maar ook Fabio Quartararo reed de 24-jarige Gresini Racing-kopman een voorbeeldige race. Miller werd in de voorlaatste bocht nog gepasseerd door de weer zeer sterke Alex Rins. Net als in Argentinië was een zevende startplaats voor Rins geen beletsel om naar het podium te koersen.
“Je moet het slim aanpakken en misschien wat rustiger blijven in het begin om wat rubber over te houden”, vertelde Pecco Bagnaia na zijn derde tijd in de kwalificatie en precies dat deed Bastianini op de een jaar oude Ducati GP21. Op de unieke grid was hij met een vijfde plaats de minste van het kwintet Ducati’s dat de kwalificatie domineerde, op zondag reed hij als een routinier naar zijn tweede overwinning in vier races. “De strategie was om de band en het lijf te sparen”, vertelde Bastianini na Ducati’s eerste zege op COTA. “Toen ik Jack in het begin van de race zag, wist ik niet of ik zou kunnen winnen. Halverwege zag ik ook Alex komen en wist ik dat ik moest pushen. Ongelooflijk dat het gelukt is.”
Zijn overwinning in Qatar was specialer, meende Bastiniani, maar de winst in Amerika was als bevestiging van zijn kwaliteiten beter, vond hij zelf. De Italiaan klokte een nieuw ronderecord en verbeterde op het deels nieuw geasfalteerde circuit het racerecord van Marc Marquez in 2021 met achtien seconden. Hij was echter ook kritisch op zichzelf. “Ik ben sterk bocht-in als er hard geremd moet worden, maar ik verlies nog ‘mid-corner’, vergeleken met Jorge Martin en Jack.”
Die Jack kon prima leven met zijn derde plaats en was zeer complimenteus over Bastianini. “Als ik precies wist wat hij deed, zou ik het ook doen. Maar als je hem ziet, lijkt het nauwelijks moeite te kosten. Hij heeft een hele aparte stijl, statisch, met zijn hoofd dat beweegt en de machine onder hem die beweegt en het werk doet. Het werkt en hij blijft kalm. En hij is natuurlijk een ‘pocket man’, dus hij is razendsnel op de rechte stukken én met een kilo of tien minder aan boord remt hij ook niet verkeerd.” Bastianini maakte het verschil op de Ducati, oordeelde Miller. “Het is onwerkelijk hoe hij met het gas omgaat. Hij gebruikt de achterkant van de motor niet om te sturen, terwijl dat mijn grote probleem is. Hij rijdt vloeiend en constant. En snel. Voor bandenmanagement is zijn stijl perfect. Als ik het zo zou kunnen…. En ik ben hier nu al een jaar of zes, zeven… Ik blijf het bestuderen.” Bastianini hoorde het glunderend aan.“Op de een of andere manier weet ik wanneer ik kan aanvallen, maar mentaal makkelijk is het nooit. Ik vind dat mijn stijl veel op die van Jack lijkt en ik bekijk zijn data dan ook vaak. Maar ik geloof niet dat ik een voordeel heb.”
Rins bezorgde Suzuki op twee seconden van Bastianini haar 500e grand prix-podium. Onverwacht, zei hij zelf. “Omdat ik vaak wel wat goed kan maken na de start, maar vandaag niet”, aldus Rins. “Ik moest de voorband zwaar belasten met het inhalen van andere rijders. Enea reed zó slim. Toen ik achter hem zat, wilde ik hem passeren, maar hij was duidelijk zijn banden aan het sparen en daarna begon hij heel hard te pushen. Ik had te veel moeite om hem bij te houden, maar ik kreeg wel Jack in beeld. En dat is niet de gemakkelijkste rijder om in te halen. Hij remt zó hard, maar in de laatste twee bochten lukte het.”
Rins loofde de Suzuki en het feit dat de vier in lijn-krachtbron potenter is dan vorig seizoen. Er was echter wel een ander aandachtspunt. “We moeten blijven werken aan het aeropakket, want we hebben te veel last van wheeliën. Het chassis is heel goed, maar we missen nog acceleratie.”
Voor Miller was de derde plaats na op hol geslagen elektronica in Qatar en een dramatische veertiende plaats in Argentinië een zichtbare opluchting. “Dit voelt weer goed”, gaf hij toe. “Ik probeerde weg te rijden, maar ik miste een paar keer de apex en Enea vloog me voorbij. De volgende ronde verremde hij zich en we stonden bijna op de parkeerplaats! Toen kwam ook nog de Suzuki, ik had een déjà vu van vorig jaar (toen Joan Mir wat al te Miller bruut opzij zette, red.) maar het was Alex. Het was clean. Toen hij me voorbij kwam, wilde ik achterlangs counteren, maar ik ging opzij in plaats van vooruit. Maar ik ben blij dat we hebben laten zien dat we de pace hebben. In ieder geval voor zestien ronden. Hopelijk komen die laatste vier ronden ook nog.”
Met een tweede vijfde plaats op rij achter Joan Mir was Pecco Bagnaia redelijk content. Het verschil tussen hem en de jagende Marc Marquez was nog maar 0,6 seconden, terwijl direct achter Marquez Fabio Quartararo niets anders kon zeggen dan dat hij het maximale uit de Yamaha had gehaald. Aleix Espargaro verloor in de laatste ronde zijn tiende plaats aan teamgenoot Maverick Viñales op, zoals hij zelf zei, één van de slechtste circuits voor hem en de Aprilia. Hij raakte de leiding in de titelstrijd weer kwijt aan Bastianini. Jack Millers slotwoorden moeten voor Quartararo, maar ook Mir, Bagnaia en Marquez die nog steeds zonder podium zijn, bijna zalvend hebben geklonken. “Dit kampioenschap is heel lang en er kan zó veel gebeuren”, voorzag Miller. “Het kampioenschap begint echt als we terug zijn in Europa.”