Mijn Trots – Susan en Eric Lusink
« Terug naar Mijn TrotsVier Nederlandse en twee Europese titels hebben Eric en Susan Lusink samen behaald in de trialsport. Vader en dochter trokken jarenlang met een camper heel Nederland en Europa door voor de trialwedstrijden, en namen met deze Fantic Professional 240’s onder andere deel aan de classic trial. “Maar ik ben met deze ook nog twee keer Nederlands kampioen geworden bij de moderne motorfietsen. Dus het is maar net hoe handig je er zelf mee bent.”
Eric: “Ik begon op mijn zesde ongeveer met motocrossen. Eerst op een brommertje, toen een 50cc en daarna een 125cc. Mijn vader zei toen eens tegen mij: ‘Laten we een keer in Zelhem gaan kijken, daar doen ze trial.’ Ik wist er toen nog niks van af, dus wij daar wezen kijken en dat vond ik best leuk. Er waren enthousiaste mensen en die vroegen of ik het niet eens wilde proberen. Dat ging eerst nog niet zo best, omdat je op een crosser moet zitten en op zo’n trialmotor juist moet staan. Maar ik vond het toch wel heel leuk. Een week later zijn we toen weer wezen kijken en heb ik het nog eens geprobeerd, veertien dagen later had ik een eigen trialmotor. Tot mijn achttiende heb ik toen eerst jeugdtrial gereden, daarna heb ik mijn rijbewijs gehaald en mocht ik met de grote jongens meedoen. Zo heb ik een beetje het vak geleerd.”
Susan: “Toen ik jong was ging ik in de weekenden met pa mee naar de trialbaan. Ik ben al vrij jong begonnen met fietstrial. Pa reed dan de wedstrijden met de motoren, en ik met de fiets. Zo was ik altijd al wel een beetje betrokken bij de club. Toen ik vijftien was stapte ik voor het eerst op de motor. Dat ging eigenlijk direct al heel goed, met wegrijden en remmen en zo. En drie jaar later was ik Nederlands kampioen, tussen de kerels!”
Eric: “Tijdens mijn carrière is deze Fantic altijd een rode draad geweest, het is mijn oude liefde. Toen ik in de jaren tachtig in het Nederlands kampioenschap reed, ben ik begonnen op een Montesa en daarna vrij snel overgestapt op een Fantic. Als je in die tijd een nieuwe wilde, dan moest je je oude verkopen of inruilen, anders had je geen geld om een nieuwe te kopen. Toen kon ik er maar eentje betalen, maar later ben ik ze gaan verzamelen, dat is de gekte die ik er mee heb. Ik kocht ze gewoon in onderdelen, helemaal uit elkaar in kratten en dozen, en dan bouwde ik ze zelf op. Het was gewoon hobby, die wel een beetje uit de hand liep op een bepaald moment. Dan kocht je dit, en dan weer dat, en voordat je het weet heb je het hele hok vol staan. Op mijn hoogtepunt had ik er dertig, zeven bij vier meter, twee rijen dik. ’s Ochtends voordat ik naar mijn werk ging, liep ik er dan altijd even doorheen. Ik kon er echt van genieten. Maar op een gegeven moment heb ik er toch maar wat verkocht, je kunt ze gewoon niet alle dertig rijdend houden. Naast verzamelen reed ik er namelijk ook gewoon mee, bij de classic trial. We zijn met z’n tweeën met een oud campertje heel Nederland en Europa door geweest.”
Susan: “Het verschil tussen een moderne trialmotor en deze is vooral het gewicht. Ik ben zelf meer van de korte bochtjes, vooral strak en rustig. Met zo’n klassieker sta je juist veel stabieler, ik had het gevoel dat ik veel makkelijker kon balanceren dan met een moderne motor. Daarentegen zijn het opstappen en dat soort dingen juist zwaarder.”
Eric: “Het vermogen verschilt ook, maar dat is niet het belangrijkste, want dat heb je bij trial toch niet echt nodig. Deze Fantic is 20 of 25 kilo zwaarder dan een moderne trialmachine, dus je moet ook meer meeslepen. Bij de classic trial zijn de hindernissen er natuurlijk wel op aangepast. Maar met deze ben ik ook nog twee keer Nederlands kampioen geworden bij de moderne. Dus het is ook maar net hoe handig je er zelf mee bent. Hoewel ik er al wel eens over na heb gedacht om ‘m te verkopen, denk ik niet dat deze nog weggaat. Ik koester deze motor, hij staat er ook het mooist bij van allemaal. Hij is redelijk origineel, maar er is wel wat aan gebeurd zodat ‘ie nog wat meer power heeft: andere zuiger, ander vliegwiel, dat soort technische dingen. Dus nee, deze blijft wel.”