Mijn Trots – Ruud Sparreboom
« Terug naar Mijn TrotsRuim zestien jaar lang reed Ruud Sparreboom naar volle tevredenheid een Suzuki RF900. Perfect onderhouden door de liefhebber die de Noord-Hollander is. “Ik verkoop hem nooit”, luidde steevast het antwoord als naar zijn RF werd gevraagd. Drie jaar terug kwam het moment van afscheid dan toch. “Ik was net vijftig en wilde nog eens een keertje een echte superbike. En hem dan precies zo opbouwen zoals ik hem wilde hebben. Noem het een jongensdroom of midlifecrisis, maar ik ben blij dat ik het gedaan heb.”
“Nadat een goede vriend van me mijn RF900 had overgenomen, ben ik op zoek gegaan naar een Suzuki GSX-R1000 K5. Dat model heeft me altijd enorm aangesproken. Het is de meest pure superbike zonder elektronica. De jaargangen daarna kregen rijmodi en de dubbele uitlaten vond ik ook wat minder. Ik heb specifiek gezocht naar een zwart/gele, want die zie je het minst en heeft in mijn ogen de meest agressieve uitstraling. En hij moest zo min mogelijk kilometers hebben en liefst zo standaard mogelijk zijn. Toen ik hem eenmaal gevonden had, ben ik hem helemaal gaan strippen. En dan kom je een hoop rotzooi tegen kan ik je vertellen. Plastic kapjes die vastzitten met klittenband, blikken schroefjes met blikken ringetjes. Goed, het is natuurlijk een productieding en het voldoet allemaal, maar dat soort elementen heb ik er allemaal afgehaald. Wat ik voor ogen had was het neerzetten van een op het eerste oog super strakke en mooie GSX-R, waarbij je pas bij een tweede rondje om de motor echt goed zit wat er allemaal voor moois op en aan zit. Optimaliseren naar mijn eigen idee dus.
Eerst heb ik motorblok en rijwielgedeelte aangepakt met in feite een grote onderhoudsbeurt. Nieuwe banden, haakse ventielen, echt goede olie er in, iridium bougies en een bij de uitlaatdemper passend open K&N luchtfilter. Dat is niet de standaard demper, een afzichtelijk ding trouwens, maar een Akrapovic, die ik tien centimeter heb ingekort. Een klusje dat ik overigens niemand kan aanraden, verschrikkelijk.
Tussen de bedrijven door heb ik heel veel achter de laptop gezeten op zoek naar onderdelen bij webshops, op eBay en op Marktplaats. Dan is het toch een beetje de sport om het zo voordelig mogelijk te krijgen. Maar als je op zoek bent naar merken als Rizoma, ABM of Gilles Tooling is dat niet altijd even makkelijk. Mijn vrouw stond regelmatig over mijn schouder mee te kijken…haha. Maar uiteindelijk heb ik heel veel mooie onderdelen gevonden, tot in Amerika en Japan aan toe. En soms heb je ook gelukjes, zoals bijvoorbeeld die Beringer remschijven. Die kwamen voor een heel mooi prijsje aanwaaien, een cadeautje. Aan de andere kant: voor het carbon voorspatbord, de hugger en de zijpanelen heb ik het volle pond moeten betalen. Dat is gewoon heel duur spul. Maar er zitten ook dingetjes op die eigenlijk niets kosten. Die grote koelopeningen in de kuip bijvoorbeeld, waar ik wat goedkoop gaas achter heb geplakt. ‘Zo, dat ziet er racy uit’, hoor ik dan vaak. Maar het is puur optisch natuurlijk.
Bij het opbouwen heb ik trouwens veel hulp gehad van een vriend met een goed uitgeruste garage met brug. Hij werkt bovendien als metaalbewerker bij KLM en daar hebben ze goedgevulde restbakken met titanium en de duurste soorten aluminium. Als er eens iets niet goed paste, konden we het dus zelf maken. Dat is een enorm voordeel geweest.
Nadat ik GSX-R tot in de details had afgewerkt zoals ik het voor ogen had, kwam het moment dat ik er daadwerkelijk mee kon gaan rijden. Zo’n kanon als dit moet je natuurlijk wel open kunnen draaien, dus dat doe ik voornamelijk op het circuit, op Zandvoort. Daar heb ik hem ook voor gebouwd, maar ik rijd op 90%, op heel houden. Daarmee rijd ik niet voor schut hoor, dat gaat nog hard zat. Maar het belangrijkste is dat ik na afloop met mijn maten weer een patatje kan eten.
En ja, als ik op mijn plaat ga, schrijf ik hem af. Een gemiddelde K5 kost in nette staat nog zo’n € 6.000,- en bij mij zit er nog eens voor zo’n € 3.500,- aan extra’s op. Aan de andere kant rijd ik met een totaalpakket van nog geen € 10.000,-. Als je dan kijkt wat een nieuwe superbike tegenwoordig kost, dan is dit dus relatief betaalbaar. Uiteindelijk is er wel meer in gaan zitten dan vooraf de bedoeling was, maar het schreeuwt er niet van af. Je ziet gewoon een heel mooie GSX-R1000 staan en in tweede instantie zie je pas hoeveel werk er in zit. Suzuki heeft hem mooi neergezet, ik heb hem afgemaakt.”