Mijn Trots – Ruud Brand
« Terug naar Mijn TrotsNa het zien van ‘A twist of the wrist’ wil Ruud Brand maar een ding: net als racegoeroe Keith Code steeds sneller over het circuit gaan. De meeste hobbyracers kopen dan een afgetrapt 600cc viercilindertje, maar Brand doet het helemaal anders. Hij bouwt zijn Triumph Street Triple om tot een Moto2-replica.
“Sommige mensen spelen tennis, circuitdagen zijn voor mij sport. Het draait voor mij om oefenen en beter worden. Het gaat in eerste instantie vaak niet om snellere rondetijden, maar ik werk liever aan mijn lijnen. Dat ik bochten krapper of juist wijder neem, of dat ik dieper remmend instuur. Uiteindelijk maakt dat je wel sneller. Dat is zo mooi aan het circuit; de grenzen opzoeken, het potentieel van een motorfiets uitbuiten. Daarom rijd ik jaarlijks zo’n tien circuitdagen, al zijn het er iets minder sinds ik voor de derde keer vader ben geworden.
Het begon voor mij allemaal in 2010 met een Yamaha Fazer 600 die ik zonder enige achtergrond kocht. Die heeft het circuit nooit gezien al deed ik er jaarlijks wel een rijvaardigheidstraining mee om iets te leren en vanwege de korting op de verzekering. In 2014 volgde de eerste echte motor: een Triumph Street Triple R. Samen met mijn broertje reden we vooraf op alles en nog wat, maar we kochten allebei een Street Triple omdat je er alles mee kunt. Daarop reed ik ook mijn eerste circuitdagen. In 2017 kwam de Street Triple 765 uit en die kocht ik rechtstreeks uit de brochure. Bij een Street weet je toch dat het niet mis kan gaan. Alles zit er op, goede vering en remmen en een beetje elektronica. Drie jaar geleden ben ik fanatieker gaan circuitrijden en zocht daar een motorfiets bij. Een Japanse viercilinder zie ik niet zitten en al snel wist ik dat het een driecilinder moest worden. Een Triumph Daytona was een optie, maar ik wilde het 765-blok behouden. Daarom besloot ik mijn eigen Street Triple om te bouwen. Dat had verstrekkende consequenties…
Samen met Front Row in Zaltbommel hebben we een plan gemaakt om de motor om te bouwen. Een Street Triple is een mooie motor, maar de Showa voorvork is een beetje budget. Die heeft een K-Tech cartridge gekregen en de achterdemper is ook ververvangen door een exemplaar van K-Tech. Het uitlaatsysteem van MHP paste perfect en het werkt goed met dit blok. Samen met een ander luchtfilter, inlaatkelken, ECU en met een verwijderde katalysator is het blok nu goed voor 138 in plaats van 123 pk. Bovendien viel de motor zeker tien kilo af. De remschakelset levert een prima zitpositie op en bij de remmen heb ik alleen gekozen voor andere blokken. Het kontje is een standaard racekontje, maar de kuip is de grote complicerende factor gebleken. In eerste instantie leek het met wat afstandsbussen best redelijk te passen, maar niets is standaard en daardoor loop je overal tegenaan. Het remvloeistofreservoir past plotseling niet meer, het koppelingshendel is ineens te lang en zo blijkt alles plotseling alles passen en meten. Gelukkig was Front Row coulant met de uurtjes die ze in rekening brachten anders was ik niet zo blij geweest met de factuur.
Het was de eerste keer behoorlijk wennen om te rijden met mijn zelfgebouwde supersport Triumph in plaats van een naked. Heel even was er twijfel. ‘Heb ik echt zoveel tijd en energie in dit project gestoken en was dat het wel waard?’ Ja dus. Per ronde groeide het vertrouwen en dan blijkt hoe goed deze motor rijdt. Een Street Triple heeft een iets grotere naloop dan een Daytona en dat levert een vertrouwenwekkend stuurgedrag op. Het blok trekt echt als een malle. De eerste keer durfde ik zelfs het gas even niet vol open te gooien. Veel dikkere motoren kunnen het vergeten op het rechte eind van Zandvoort. Mijn rondetijden zijn met seconden naar beneden gegaan omdat ik zelf progressie boek, maar de vering is echt beter. De achterkant is stabieler bij aanremmen en de voorzijde minder stuiterig. Deze vering doet echt wat het op de verpakking belooft en straatvering niet.
De motor is perfect zo. De gelimiteerde Moto2 Daytona van Triumph was half werk met een oude kuip en nieuw blok. Dan ben ik beter af met mijne. Ik verleg nog altijd mijn grenzen, maar de motor is nog lang niet aan zijn grens. Bovendien is het een supermooie fiets al blijft het een gebruiksding. Als we ooit samen in de grindbak eindigen, dan knappen we hem wel weer op.