Mijn Trots – Ronald Bouw

« Terug naar Mijn Trots
Hij was nog maar twee, toen ‘ie voor het eerst mee ging op de motor. En eigenlijk is Ronald Bouw (53) er daarna ook nooit meer vanaf gestapt. Suzuki’s GSX-R is zijn grote liefde, “ik heb er zeker meer dan veertig gehad”, met als tweede rode draad dat hij er altijd wel een eigen draai aan gaf, getuige onder meer deze bloedstollend mooie GSX-R1100 Hyper Endurance. “Aan standaard doe ik niet!”

“Mijn opa reed motor, en mijn ouders ook. Als tweejarig jongetje zat ik al tussen hen beide in en eigenlijk ben ik daarna mijn hele leven gek van motoren gebleven. Als ik aan het fietsen was en ik hoorde motoren aankomen, dan moest ik altijd even stoppen. Vond ik geweldig. Op mijn achttiende heb ik direct mijn rijbewijs gehaald en met negentien stond de eerste motor op de stoep, een Honda CBR600. Na een klein ongelukje kwam er een Suzuki GSX-R750 en sindsdien is het ook altijd, op een paar Triumph’s na, bij een GSX-R gebleven. Ik heb er denk ik wel een stuk of veertig gehad. Hoewel, zeker meer dan veertig.”

“De eerste jaren kocht ik eigenlijk elk jaar wel een andere motor. Nooit nieuw, altijd tweedehands, maar wel frisse motoren van één à twee jaar oud. Van een 750 ben ik zo doorgegroeid naar de 1100 en daar ben ik aan blijven hangen. Aan de oliegekoelde versie dan. Vanaf ’93 werden ze watergekoeld, maar die motoren gingen meer de toerkant op, ik vond ze niet sportief genoeg. Heel even heb ik nog een zwarte GSX-R750 gehad, maar die was spuuglelijk en die ik daarom ook maar drie maanden gehad. Op dat moment, 2002, was de GSX-R1000 net uit, heel sportief weer, maar ook nog te duur.”

“Mijn broertje had een Triumph Daytona T595, prachtig model en zo eentje heb ik toen ook gekocht. Daarna kwam er trouwens wel een GSX-R1000, een K3. Veel motoren gehad dus, en altijd heb ik er wel wat aan verbouwd. Aan standaard doe ik niet. Alles wat in mijn schuur staat heeft wel een carbon spatbord, andere rempomp of speciaal rem/schakelsetje wat dat betreft. In het begin bleef het voornamelijk bij wat accessoires, maar op een bepaald moment kon ik voor een kistje bier een frame ophalen in Den Haag. Het plan was eerst om er een tafeltje of zo van te maken, maar uiteindelijk werd het de basis van een Suzuki Slingshot racer, dat is het model na deze. Die is opgebouwd met spullen van verschillende donormotoren. Dan kocht ik streetfighter of iets dergelijks, haalde daar de mooie spulletjes van af voor de racer en verkocht dan de rest weer. Meestal kwam ik dan weer quitte uit.”

“Met die motor heb ik een jaar of vier circuit gereden, maar na twee keer in de grindbak te hebben gestaan door te weinig grondspeling, in combinatie met het lompzware gewicht, was ik het een beetje zat. In een gekke bui heb ik ‘m verkocht, maar toen begon ik het circuit rijden natuurlijk een beetje te missen. Gelukkig deed zich de mogelijkheid voor om een ‘slabby’ frame uit ’88 te kopen, waarvan ik dan weer een racer wilde maken. Iets meer puur nog, en lichter en sterker. Ik heb er een ’92 GSX-R1100-blok ingebouwd, want het moest wel een oliegekoeld blok zijn. Dit 1.127cc-blok heeft net iets meer vermogen en koppel dan het eerste 1100-blok, helemaal met de nu gemonteerde flatslide carburateurs. Bovendien is ‘ie wat duurzamer wat betreft het kleppen stellen. Waar ik de Slingshot heb opgebouwd met spullen die enigszins toevallig op mijn pad kwamen, ben ik voor deze Hyper Endurance echt wel specifiek gaan zoeken naar speciale onderdelen.”

“De wielen, het blok en de tank had ik al liggen, de rest heb ik er echt bij gezocht. De kuip komt bijvoorbeeld uit Ierland, Fiberman maakt daar nog echt splinternieuwe kuipsets voor classic racers. Dat is geen kwestie van simpelweg monteren, want eerst moest het subframe worden aangepast. Ik kan best veel, ook eenvoudig laswerk met elektrodes, maar sommige specialistische klusjes laat ik liever aan anderen over, want het moet wel goed zijn. Een vriend van me, Marco Honijk, heeft bijvoorbeeld het subframe en de uitlaat aangepast, een andere vriend van me, Robin Hofstede, heeft het frees- en draaiwerk voor zijn rekening genomen. Met de rest van de bouw heb ik me grotendeels wel zelf gered. Er zit een voorvork in van een 1100 uit ’89, want ik wilde er geen upside-down in, dat is net iets te modern. De wielen zijn wel vrij nieuw, standaard liggen er 18 inch wielen op, maar nu zitten er 17 inch exemplaren van een 750 uit 2009 in. Ze zijn een stuk lichter dan standaard, sierlijker ook. En op de 5.5 velg kun je een 180 band kwijt, dat past nog goed bij de originele swingarm. Het goed uitlijnen van de velgen met spacers was overigens een hele klus, zoals bijna elk klusje vaak wel tijdrovend is. Toen ‘ie qua bouw af was, moest er alleen nog een kleurtje op. De originele Hyper Endurance was zwart met goud en daar was ik helemaal gek van. Het deed me ook denken aan de Lotus F1 John Player Special en die zaken heb ik een beetje gecombineerd met dit als resultaat. In totaal ben ik er dik twee jaar mee bezig geweest, al is ‘ie nooit echt helemaal af. Ik wil de vering misschien nog wat optimaliseren, en een nóg sneller, opgeboord 1.216-blok staat ook wel op het verlanglijstje. Tijd genoeg voor, want deze gaat toch nooit meer weg. Dat heb ik wel geleerd van de verkoop van die Slingshot, zo’n spijt van gehad!”