Mijn Trots – Rob Turk
« Terug naar Mijn TrotsNa onder meer een Honda Shadow en CBR1000F werd Rob Turk (58) door een vriend overtuigd om Moto Guzzi te gaan rijden. In 1998 kocht hij een nieuwe 1100i Sport die hij tot op de dag van vandaag in zijn bezit heeft. De liefde is wat dat betreft onvoorwaardelijk, ondanks dat de Guzzi wel eens weerbarstige trekjes vertoont: “Op een gegeven moment dacht ik wel: ‘Ah nee, niet weer!’”
“Door Dennis, de man van mijn nicht, ben ik eigenlijk begonnen met motorrijden. Hij reed motor en dat vond ik zo interessant dat ik direct op mijn achttiende het motorrijbewijs heb gehaald. Samen met hem heb ik ook meteen mijn eerste motor gekocht, een Kawasaki Z750. Een aantal jaar later maakte ik de klassieke fout een chopper te kopen, een VT750 Shadow. Die waren toen heel populair, maar ik was er heel snel klaar mee.”
“De Shadow werd snel ingeruild op een nieuwe CBR1000F, waar ik héél veel kilometers mee heb gereden, probleemloze kilometers ook. Een vriend van me, Ton, reed toen een Moto Guzzi Le Mans 1, en dat was natuurlijk een beetje heen en weer plaagstootjes uitdelen. ‘Jij met je Japanse rommel’, je kent het wel. Maar in alle eerlijkheid, ik vond die Guzzi’s ook altijd wel mooi en waar je mee omgaat, word je dan mee besmet.”
“Dus op een gegeven moment ook de beslissing gemaakt er eentje te kopen, en wel een 1100 Sport. Een Daytona vond ik natuurlijk ook fantastisch, maar die was echt ver boven mijn budget. Dat was deze overigens ook al, eigenlijk kon ik ‘m helemaal niet betalen. Maar ik kon gelukkig wat geld lenen van mijn moeder, waardoor ik niet nog langer hoefde te sparen. Ik heb vervolgens proefgereden op een carburateurversie, maar wist dat er versie met injectie aan kwam, waar ik op heb gewacht. In 1998 kocht ik deze 1100i Sport, in hetzelfde jaar dat ik trouwde. Mijn schoonmoeder Marjolein wilde me voor het huwelijk iets persoonlijks geven, en ik wist wel wat. Een setje Lafranconi sportdempers, en dat vond ze prima. Die zijn er bij de koop daarom meteen opgekomen, maar verder was ‘ie helemaal origineel. Vanaf de eerste minuut een fantastische motor met een lekker eigen karakter. Zo zat er een enorme dip in het koppel. Heel irritant, rustig rijdend door een dorp of stad, voelde je het koppel zo tussen de drie- en vierduizend helemaal wegzakken. Om gek van te worden, na drie jaar heb ik de Guzzi daarom laten tunen in Goes en toen was die dip helemaal weg.”
“Dat was alleen niet het enige probleem waar ik mee te maken heb gehad. Zo zat er bijvoorbeeld eerst een alarm op, maar die trok de accu leeg. Daardoor wilde de motor op de gekste momenten niet meer starten. Gebruikte ik in het begin startkabels, maar achteraf hoorde ik dat dat helemaal niet mocht. Althans niet op de manier zoals ik het deed. Het kan wel, maar dan moet je de motor starten en eerst langere tijd laten lopen met de kabels eraan. Vervolgens de motor weer uitzetten, startkabels verwijderen en de motor opnieuw starten. Ik trok de startkabels er natuurlijk gewoon af wanneer de motor liep. Dan blijkt er echter een soort piek in het elektronische circuit te komen, waardoor de ECU eruit klapt. Twee keer moeten vervangen, twee keer hup, duizend euro aftikken. Een paar keer heb ik de motor moeten laten staan omdat ‘ie niet wilde starten. Dat zorgde voor zoveel irritatie dat ik het alarm maar helemaal heb laten verwijderen. En daar bleef het niet bij. Op vakantie in Frankrijk is bijvoorbeeld een keer het versnellingspedaaltje afgebroken, waarna het rempedaal is overgezet. Had ik geen achterrem meer, maar kon ik in ieder geval verder. En bij een koffiestop tijdens een andere vakantie, zie ik de Guzzi ineens omvallen omdat de jiffy spontaan afbrak. Ik zag het gebeuren en kon ‘m nog net opvangen. De rest van de vakantie moest ik ‘m alleen wel met een kussentje tegen de muur aan parkeren, want een middenbok heeft ‘ie niet. In Oostenrijk vloog er ooit een slang af die niet te repareren viel, kon ik de laatste dagen niet rijden. En ook de drukstift van de koppeling is kapot gegaan tijdens een reis met vrienden. Moesten we een garage opzoeken, waar twee oude mannetjes vervolgens vier à vijf uur aan het sleutelen zijn geweest.”
“Twee jaar geleden ging het helemaal mis, toen ik terug wilde schakelen, hoorde ik ineens een raar geluid. Bleek de hele bak in de soep gedraaid, weer € 3.500,- door het putje. Ik heb denk ik wel vijf à zes keer pech gehad met de Sport tijdens een vakantie met vrienden. Dat je op een gegeven moment echt denk: ‘Ah nee, niet weer!’ Het overkomt ook altijd mij, nooit een ander. Maar gek genoeg ga ik door al die pech ook meer van die motor houden. En wanneer ik dan weer normaal kan rijden, dan is alles ook meteen vergeven en vergeten. Het is een mooi ding, het is een gaaf ding, en vooral een feest om te rijden. Wanneer we met z’n vieren op vakantie gaan en al die motoren staan bij elkaar, dan kijkt iedereen naar de Sport. Omdat je ‘m niet zoveel ziet. Ik heb er destijds nieuw 27.900,- gulden voor betaald en ik denk dat alle reparaties maar zo net zoveel gekost kunnen hebben. Objectief gezien natuurlijk niet heel erg slim, maar hij heeft gewoon een speciaal plekje in mijn hart en dan heb je die centen er voor over. De emotionele waarde is wat dat betreft onbetaalbaar…”