Mijn Trots – Melvin Eenink
« Terug naar Mijn TrotsAls rechtgeaarde Achterhoeker groeide Melvin Eenink (27) op tussen de crossmotoren, maar inmiddels ligt de focus wegens ‘omstandigheden’ – “ik was niet een heel groot talent, om het maar zo te zeggen” – alweer jaren op de weg. Zijn dagelijkse motor is een Suzuki V-Strom 650 XT, maar daarnaast heeft hij deze flink gepersonaliseerde Harley-Davidson Dyna Lowrider, waarbij de liefde wel een beetje moest groeien.
“Ik kom uit een familie waarin zo’n beetje iedereen croste, en dat ging ik ergens rond mijn twaalfde dan ook doen. Altijd hobbymatig hoor, een beetje op crossbanen in de buurt. Ik was ook niet een heel groot talent, om het maar voorzichtig uit te drukken. Mijn oom en neefjes deden ook mee met van die classic demo races en dat leek me ook wel wat. Misschien dat asfalt meer mijn ding was, maar dat classic racen is er uiteindelijk nooit van gekomen, dus toen heb ik op mijn 21e maar gewoon mijn motorrijbewijs gehaald. Mijn eerste motor was een Kawasaki LTD440, want ik moest nog A2 rijden. Daarna kwam er een Suzuki SV650 en daar was ik heel tevreden mee. Omdat ik alleen steeds meer op pad ging met mijn vriendin achterop, mocht het wel wat praktischer. Over het blok van de SV was ik super tevreden, daarom werd het een zo goed als nieuwe V-Strom 650 XT en dat is nog altijd mijn hoofdmotor trouwens.”
“Ik heb daarnaast alleen ook altijd iets speciaals gehad met Harley. Ik keek vroeger op Discovery altijd naar Orange County Choppers en ik denk dat het daardoor een beetje is blijven hangen. Al heb ik helemaal niets met die lange voorvorken en zo, maar wel met dat geluid, het gevoel en die hele sfeer om het merk heen. En wat ik mooi vind is dat je zo’n machine helemaal kunt maken zoals je zelf wilt, er is zoveel voor te krijgen. Enige probleem is alleen hoe die dingen rijden. Ik hou wel van een beetje sportief rijden en laat ik het zo zeggen, dat is op bijna alle Harleys wel voor verbetering vatbaar. In Amerika is er alleen ook de zogenaamde clubstyle, dat zijn motorfietsen die vooral gericht zijn op performance, stunten en zo. Die zijn zo aangepast dat ze wel degelijk goed sturen en daarvoor gebruiken ze doorgaans een Dyna of een FXR. Vooral op zo’n Dyna, met de twee achterschokbrekers, had ik m’n zinnen gezet. Best een leuke fiets voor wat jongere kerels en ook relatief goedkoop voor een Harley.”
“Dan ga je een beetje rondkijken en toen kwam ik deze al vrij snel, in het najaar van 2019, tegen op Marktplaats. Hij viel op om het mooie spuitwerk en het chroom. Tegenwoordig is bijna alles zwart, maar ik hou toch wel van dat chroom. Verder was ‘ie nagenoeg origineel, maar ik wist toch al dat ik ‘m ging verbouwen, dus dat was alleen maar goed. Het aanpassen zelf heb ik in etappes gedaan en ik ben begonnen met een andere uitlaat van Vance & Hynes. Geen originele twee-in-twee, maar een twee-in-één. Dat hoort enerzijds bij de stijl, maar het levert ook meer vermogen op en bovendien klinkt ‘ie wat dikker. Vervolgens kwam er een hoger T-bar stuur van Biltwell op, en grotere remschijven van Arlen Ness met stalen remleidingen. Het is maar een enkele schijf, maar dat remt als een kogel. Zo hard, dat ik er na een paar weken ook maar een vorkbrace heb opgezet, die torderen van de vork tijdens het remmen tegengaat. Het binnenwerk van de voorvork is trouwens nu van Hyperpro, net als de achterschokdempers. Verder zitten er voor de langere trips tassen en een kuipje op, en heb ik er crossvoetsteunen op gezet.”
“Sinds ongeveer een jaar is ‘ie in de huidige staat. Weliswaar echt volledig clubstyle, al heb ik nog wel een wens. Een Stage 2-kit voor wat meer performance, die staat nog in de planning. Niet dat het echt nodig is, want zo rij ik er ook al behoorlijk veel mee. Als we met de jongens weg gaan, pak ik bijna altijd de Harley eigenlijk. En ik ben best veel op pad geweest, het afgelopen jaar is er bijna tienduizend kilometer bij op de teller gekomen. Dat had ook heel anders kunnen zijn, want het heeft even geduurd voordat ik redelijk tevreden was over de rijeigenschappen. Dat was pas na het opwaarderen van de banden, remmen en veren. Ik had zelfs al foto’s gemaakt voor een eventuele verkoop, omdat ik op een gegeven moment dacht: ‘Moet ik hier nog wel in investeren?’. Ik had er een paar duizend euro in zitten, maar hij stuurde nog steeds niet zoals ik wilde. Omdat het een stapsgewijs proces is, heb ik toch maar doorgezet. Gelukkig, want nu stuurt hij echt goed. Dat is ook wel de reden dat ik eigenlijk niet goed kan zeggen of ‘ie ooit nog weg gaat. Ik zou best ooit een andere Harley willen, maar ja, dan moet ik er eerst weer tienduizend euro in steken voor ‘ie rijdt zoals ik wil…”