Mijn Trots – Mariëlle van Bourgondiën
« Terug naar Mijn TrotsAchterop zitten was nooit haar hobby, dus besloot Mariëlle van Bourgondiën (60) rond haar dertigste zelf het motorrijbewijs te halen. Dat kwam er, net als een motor in de vorm van een Virago 535. Echt goede vrienden werden beide nooit en zo verdween het rijden naar de achtergrond. Inmiddels brandt het motorvuurtje echter heviger dan ooit, en wel dankzij een Honda Rebel 1100 DCT. “Hij lijkt speciaal voor mij gemaakt!”
“Loek, mijn man, is altijd fervent motorrijder geweest. Dan heb je de keus uit achterop zitten, thuisblijven of zelf rijden. Achterop zitten vond ik niets en omdat je toch wat samen wilt ondernemen, heb ik besloten om zelf les te nemen. Mijn motorgevoel was alleen niet zoals dat van Loek en toen ik tijdens mijn eerste rijles de snelweg op moest, voelde het vooral als overleven. Ik had een veel te grote helm op, die alle kanten op klapperde en ik dacht echt, dit gaat ‘m nooit worden. Toch doorgezet en op mijn dertigste heb ik het rijbewijs gehaald en een Yamaha Virago 535 gekocht. Eerst een oudje, die al vrij snel werd ingeruild voor een nieuwe. Een jaar of zeven hebben we toen best intensief gereden en zijn onder meer ook met de motor op vakantie geweest. Ik vond het rijden echt leuk, maar toch was er ook altijd die lichte twijfel. Ik reed gewoon te weinig, dus telkens als ik weer opstapte, vroeg ik mezelf af, hoe zou het nu gaan?”
“Die vanzelfsprekendheid tijdens het rijden, heb ik gewoon nooit gehad. Ja, en toen kwamen er kinderen en is mijn Virago in de schuur beland. We hebben ‘m wel netjes bijgehouden, hij kreeg altijd zijn beurtjes, maar feitelijk heb ik er járen niet meer op gereden. Een jaar of wat geleden kreeg ik echter tijdens een NLP cursus de opdracht om eens buiten mijn eigen grenzen te treden. Toen kreeg ik het idee om weer eens op de motor te stappen, en dat heb ik gedaan. Eigenlijk vond ik het meteen weer leuk. De kinderen waren inmiddels groot, dus er was ook weer meer tijd voor. Alleen telkens wanneer ik met de Virago op pad ging, liet ‘ie me in de steek. Wanneer je zo moet rijden, komt de passie natuurlijk nooit terug. Dat deed het ook niet, waarop we vorig jaar besloten om de motor te verkopen. Iemand was ervan overtuigd dat hij de Virago wel weer goed aan het lopen zou krijgen, die heeft ‘m gekocht.”
“Had ik dus geen motor meer en toen dacht ik: ‘Dat was het dan’. Loek dacht daar alleen anders over, want omdat de kinderen nu volwassen waren, konden wij weer samen rijden. Zelf rijdt hij al een paar jaar met een Honda DCT en dat zou ook echt iets voor mij zijn, dacht ‘ie. Dat schakelt helemaal vanzelf en dan hoef je in de bochten niet na te denken of je wel in de goede versnelling zit, het rijdt gewoon super. Mijn eerste gedachte was alleen, wil ik dat wel? Ik heb al die jaren een soort haat-liefdeverhouding met het motorrijden gehad, ga ik dan nu echt zoveel investeren in iets dat straks weer in de schuur staat? Uiteindelijk wilde ik het toch wel proberen en kwamen we bij een Honda Rebel terecht. Een Kawasaki Vulcan S vond ik ook nog wel aardig, maar de Rebel was het gewoon helemaal qua design. Ik was een Virago 535 gewend en een 500 leek me dan ook meer dan genoeg. De Rebel 500 is er weliswaar niet met DCT, maar om weer eens voorzichtig te beginnen met motorrijden natuurlijk perfect. Een proefrit gemaakt, maar dat viel op z’n zachtst gezegd nogal tegen. Hij was onrustig, het pruttelde maar een beetje, dat kleine tankje, het was net een brommer en daar werd ik niet echt blij van.”
“De 1100 vond ik veel mooier, dat was tenminste een echte motor en bovendien leverbaar met DCT, maar misschien ook wel wat veel van het goede. Probleem was bovendien dat je nergens een Rebel 1100 DCT kon proefrijden. Loek had er echter alle vertrouwen in en wist dat er bij zijn dealer een zwarte Rebel 1100 DCT zou binnenkomen. ‘Laten we die nu gewoon bestellen’, zei hij, en dat hebben we gedaan. Hij is dus eigenlijk een beetje op de gok gekocht. Maar weet je, mocht ik het echt niets vinden, dan konden we ‘m altijd weer verkopen. Het kost dan wat centen, maar dan had ik het in ieder geval wel geprobeerd. In mei konden we ‘m ophalen en we hadden afgesproken dat Loek ‘m naar huis zou rijden en dat ik dan eerst op een parkeerplaats wat zou oefenen om aan de motor te wennen. Je zoekt eerst nog naar het koppelingshendel en het versnellingspedaal, maar het wende zó snel en het is zó fijn, echt ideaal. Het vertrouwen was er vanaf de eerste minuut, het voelde zelfs alsof ze die motor speciaal voor mij hadden gemaakt. De vanzelfsprekendheid tijdens het motorrijden heb ik nooit echt gehad, maar dankzij DCT nu wel. Hij opent een soort van tweede motorleven voor me, we gaan namelijk zelfs weer met de motor op vakantie. Ik heb me nooit een echte motorrijder gevoeld, omdat ik te onzeker was. Nu voel ik me dat wel!”