Mijn Trots – John Roest
« Terug naar Mijn TrotsEen jongensdroom was het voor John Roest, ooit eigenaar zijn van een Harley-Davidson. Het bleef lang bij dromen, want ja, zo’n Amerikaan was best een investering, zeker als je nog jong bent en net een gezinnetje hebt gesticht. Maar met de kinderen de deur uit en wat spaarcenten kwam de droom van de 58-jarige Roest twee jaar geleden toch nog uit met de komst van een Night Rod Special. Een hele omschakeling van zijn laatste machine, een Suzuki GSX-R750, maar voor Roest is er geen weg meer terug: “Wat een beleving zo’n ding!”
“Al ver voor ik mijn rijbewijs had, heb ik altijd de droom gehad om ooit een Harley te hebben. Dat is altijd een soort van ultieme motorfiets voor me geweest, met dat geluid en gevoel. Geweldig! En dan haal je dertig jaar terug je rijbewijs, maar dan wordt het geen Harley. Als je jong bent en een gezin aan het opbouwen bent, zijn die dingen onbereikbaar duur. Maar ook toen wist ik al: het wordt ooit een keer een Harley.
Toen ik net mijn rijbewijs had, zat ik nog bij de Koninklijke Marine en had ik helemaal geen tijd om motor te rijden, ik was altijd aan het varen. Van de tien jaar dat ik bij de marine heb gezeten, heb ik er ongeveer zeven gevaren. Een motor had in die tijd dan ook meer stil gestaan dan gereden. We huurden wel vaak motoren als we een paar dagen in het buitenland aan wal lagen, en mijn schoonvader had een motorscootertje en daar reed ik ook vaak op.
Op een gegeven moment kom je dan een keer thuis van zee en wil je wat anders. En met die andere baan kwam ook de motor weer in beeld. Maar ondertussen was mijn zoon geboren en heb ik gezegd: ‘Tussen zijn eerste en zestiende jaar ga ik niet motorrijden’. Als me wat zou gebeuren, zou mijn vrouw er immers alleen voor staan. Maar die motor is nooit uit mijn gedachten weg geweest en op de dag dat mijn zoon zestien werd, kocht ik mijn eerste motor, een zwarte Suzuki Bandit 600. Daar heb ik twee jaar met veel plezier mee gereden en uiteindelijk heb ik hem ingeruild op een GSX-R750, een flink snellere machine. Die kocht ik met 6.000 kilometer op de teller en heb ik zeven jaar later met 30.000 op de klok verkocht. Mijn dealer heeft nog heel even geprobeerd om me naar een V-Strom te praten, maar het moest nu dan eindelijk een Harley gaan worden. Mijn zoon was inmiddels het huis uit en ik had de spaarcentjes er voor, dit was het moment.
Ik heb het hele internet afgestruind en ben overal geweest en kwam uiteindelijk deze Night Rod Special, een 10th Anniversary-model, tegen bij een klein zaakje in Alkmaar. Een heel vers exemplaar nog, slechts twee jaar oud en maar 3.300 kilometer gelopen. Het was een hele omschakeling na de GSX-R, maar wat een beleving zo’n ding! Toen ik bij de eerste rotonde aankwam, dacht ik: ‘Waar ga ik naar toe?’. Dat had niets met de snelheid te maken, maar als je gas geeft, gaat ‘ie door die dikke achterband meteen rechtop staan. Een wereld van verschil met die Suzuki! Het is echt een andere manier van rijden, maar dat had ik wel snel onder de knie. Nu is het elke keer weer geweldig om er mee te rijden en waar ik ook kom of waar ik hem ook neerzet, er komen altijd mensen kijken of zetten de kinderen er bij. Mooi! Zo’n Harley heeft blijkbaar toch iets magisch.
Het is een vloeistofgekoelde Harley, inderdaad met zo’n ‘Porsche-blok’, en met name op treffens merk je dan dat de echte Harley-freaks er niet zo’n fan van zijn. Dat ‘potatoepotatoe’-stampen van zo’n luchtgekoeld blok zit er dan ook niet in, dit klinkt iets gestroomlijnder. Alhoewel, met de vervangingsdempers die ik er op heb zitten, horen ze me op mijn werk al op de snelweg aankomen. De standaard pijpen heb ik ook nog en ik heb er zelfs nog een setje van bijgekocht. Die heb ik met lasersnijder gehalveerd en zet ik er onder als ik bijvoorbeeld eens naar Duitsland ga, het keurmerk zit er nog op. En dat doe ik nog regelmatig, want voorlopig leef ik als 58-jarige lekker mijn jongensdroom! En die droom houdt me lekker jong. Iedere keer als ik mijn garage binnenkom, kijk ik stiekem even onder het zeil of ‘ie er nog staat….”