Mijn Trots Johan Kole en zijn Yamaha GTS1000
« Terug naar Mijn TrotsDe wankelmotor is zijn alles, maar Johan Kole heeft nog een andere bijzondere machine in zijn hart gesloten: de Yamaha GTS1000, met zijn beginjaren negentig spraakmakende fuseebesturing. Een doorslaand succes werd de GTS niet, maar voor Kole is de Yamaha tot in het kleinste boutje doordacht en minstens zo tijdloos als de legendarische Yamaha XT500. ‘’Het Yamaha-gebeuren begon voor mij eigenlijk met de luchtgekoelde FJ1200, een dijk van een motor. Heerlijk. Maar toen kwam in 1993 die GTS1000 uit. Op de motorshow van Essen zag ik hem voor het eerst. Daar kon je mooi zien hoe die fuseebesturing werkte. Dat was wat in die tijd. Ik kocht uiteindelijk een occasion, zo’n mooie metallic groene, en na het eerste ritje overheerste de pure verbazing. Een BMW K1200RS kwam een beetje in de buurt, maar ook niet meer dan dat. Dat moet je natuurlijk niet tegen een BMW-man vertellen, maar goed. Er ging en gaat niets boven zo’n GTS. Op de dijk bij Almere heb ik hem eens op 200 gezet en heel voorzichtig een hand van het stuur gehaald. Joh, als er cruise control op had gezeten had ik met 200 op de klok rustig een shagje kunnen draaien en de motor met de knieën kunnen sturen. Onvoorstelbaar, dat had ik nog nooit meegemaakt….alleen rookte ik niet. De wegligging is gewoon subliem. Dellen in het wegdek voel je totaal niet. Je gaat ze op een gegeven moment zelfs voor de lol opzoeken. Zet er een coureur op en die komt met zo’n smile van het circuit af. De GTS is misschien wat lomp, maar niet snel te betrappen op een foutje. Ik was dus volmaakt gelukkig met de GTS, tot ik tien jaar terug op vakantie in Frankrijk wordt gebeld door mijn zoon: ‘’Pa, ik mankeer niets, maar de GTS is total loss’’. Een plas olie op de weg. Daarna ben ik op zoek gegaan naar andere, maar ze waren moeilijk te vinden. Ik ben op een aantal adresjes geweest, maar de meesten waren niet origineel en ik houd van origineel. Deze heb ik nu een kleine drie jaar, een Belg voor een redelijke prijs. Ook weer een dijk van een machine.Ik was een tijd terug in Barcelona voor de verkering. Dat liep allemaal niet zo lekker, dus op een gegeven moment wil je dan naar huis. Ben om tien uur ’s ochtends gaan rijden met 160, 170 op de klok. Ik ben geen zeurrijder en dan schiet je lekker op. Na iedere 350 kilometer even tanken, tien diepe kniebuigingen en dan het zeil weer vol in de mast. ’s Avonds om tien uur was ik thuis, geen centje pijn. Hij brengt je waar je wilt en zal je nooit verrassen. Alles is heel doordacht gemaakt voor de groottoerist. Een goed zadel en een prima zit, perfecte koffers, een vakje voor muntgeld of de telefoon. Alles klopt. Aan de vele details en constructies kun je ook mooi zien dat de ingenieurs de vrije hand hebben gehad. Met de fuseebesturing en het Omega-frame heeft Yamaha in mijn ogen een stukje ongeëvenaarde techniek neergezet. Yamaha wilde ook perse niet onderuit gaan met de GTS, dus is alles over bemeten. Het ding weegt 300 kilo, dat had bij wijze van spreken de helft lichter gekund. Ze gingen puur voor betrouwbaarheid. Tja, dat de GTS dan toch mislukt is, snap ik niet. Mensen die er op gereden hebben, vertellen ook een ander verhaal. Die zweren er bij. Natuurlijk zijn er wel een paar minpunten, de stuuruitslag bijvoorbeeld. Die is heel beperkt. En de injectie. Het was een van de eerste modellen met injectie en dat hadden ze nog niet zo goed onder knie. En de fuseebesturing heeft moeite met drempels. Maar je moet hem een paar dingen kunnen vergeven, toch?Als ik nu een FJ1200 zie, dan vind ik dat lijnenspel nog steeds mooi. Dat heb ik ook met de GTS. Tijdloos, daar kun je niet omheen. Hij heeft iets wat een XT500 ook heeft, en dat is tot op heden alleen maar gekopieerd.’’