Mijn Trots – Hans Franscois
« Terug naar Mijn TrotsEen echte BMW-man wil Hans Francois zich niet noemen, wel een GS-man. In 2004 kocht hij zijn huidige R1200GS en die heeft inmiddels al meer dan 205.000 kilometer achter de kiezen. Hans is ondertussen zo met zijn GS vergroeid, dat hij hem ook niet meer weg doet: “Als het blok er om wat voor reden dan ook mee ophoudt, hang ik er gewoon een ander blok onder. Het is een fantastisch ding.”
“Nee, ik ben niet op een BMW begonnen met motorrijden. Dat was met een Yamaha RD250, ergens in 1978. Ik was nog maar 17, maar toen mocht je nog met een oefenvergunning rijden. Ik kreeg de smaak al snel goed te pakken en daarna reed ik Honda, Suzuki en later ook nog Moto Guzzi. In 1996 ben ik uiteindelijk op BMW overgestapt. Eerst een K1100RS en daarna die cruiser, die Montauk. Daar waren de meningen destijds nogal over verdeeld, maar ik vond hem heel mooi. Maar man, wat een poetswerk was dat. En voor vakanties was het niet zo’n heel praktisch ding. Toch heb ik er in twee jaar tijd nog 36.000 kilometer mee gereden en dat is best veel voor een cruiser. Op een gegeven was ik dat poetsen zat en heb ik in 2004 deze R1200GS gekocht.
Het is mijn eerste allroad en dat is toch wel een relaxed concept moet ik zeggen. Je zit lekker rechtop en een stuk onverhard hoef je niet per se uit de weg te gaan. Met mijn vrouw ga ik nog wel eens op vakantie naar Engeland, Schotland en Ierland en daar kom je wel eens een smal gravel- of zandpad tegen. Kun je toch gewoon door rijden. We zijn er nu mee in ruim twintig landen geweest, waaronder ook Rusland en de Baltische Staten. Dus veel van de 205.000 kilometers die er inmiddels op staan, zijn tijdens vakanties bij elkaar gereden. En ik heb er altijd woon/werk-verkeer mee naar de Botlek gereden, 60 kilometer heen en 60 terug. Ook dat tikt best aan.
Doordat ik er zo veel kilometers mee reed, begon ik wel een beetje een hekel te krijgen aan het vele stoppen om te tanken. Dus heb ik er de grotere 34-liter-tank van een GS Adventure op gemonteerd. Dat pas gewoon, want beide modellen hebben hetzelfde frame. Ook zit er een andere ruit op, een grotere.
Het onderhoud doe ik trouwens ook allemaal zelf. Ik ben een jaar of drie monteur geweest bij een motorzaak, dus daar red ik me wel mee. Heel veel problemen heb ik er nog niet mee gehad, op de cardan na. Die heb ik na 140.000 kilometer moeten vervangen wegens een kapot draadlager van de kruiskoppeling. Dat was een beste klus, maar met een werkplaatshandboek, internet en het juiste gereedschap kom je een heel eind. De cardan die er nu op zit, was een tweedehands exemplaar. Ik had geen idee hoeveel die al ‘gelopen’ gehad, maar hij zit er nog steeds op. Daarnaast hebben we een keer tijdens een vakantie in Oostenrijk stil gestaan. Het relais van de brandstofpomp had het begeven, maar kom daar maar eens achter. Ik kon het zelf niet vinden, maar uiteindelijk werd het via de BMW pechservice netjes opgelost. Dat relais bleek toch wel een euvel van dit model te zijn, dus nu heb ik er altijd standaard een bij me.
Toch ga ik deze GS gewoon houden. Ik ben er gewoon heel blij mee en trots dat ‘ie al zo lang mee gaat. Meer dan twee ton al, dat zijn serieuze kilometers. Mocht het blok om wat voor reden dan ook mee ophouden, dan zet ik er gewoon een ander blok onder. Maar hij blijft maar doorgaan!