Mijn Trots Gert Gijsbertsen
« Terug naar Mijn TrotsRondslingerende onderdelen van een overleden Honda K3 en de mogelijkheid om een sloop Bol d’Or te kopen wakkerden bij Gert Gijsbertsen het idee aan om de stoute schoenen aan te trekken. Een eigenbouw caféracer met retrolooks, maar met de rijeigenschappen van een moderne machine. Een paar maand later was zijn “sakéracer” geboren. “Nou, ik had een Bomber van 1966. Of eigenlijk een K3, Black Bomber mag je niet zeggen. Verschil tussen vier en vijf versnellingen hè, dan beginnen de echte Black Bomber mannen te gillen. Daarvan liep, ik denk ergens rond 1993, het big end in de soep. Afgelopen zaak en daarom besloot ik hem te verkopen. Frame, kenteken en uitlaten was ik zo kwijt, terwijl het blok in onderdelen de deur uit ging. Moest wel want dat was allemaal gruis van binnen. Toen kon ik op een gegeven moment een sloop Bol d’Or kopen en dacht ik ‘misschien is het wel leuk om zelf een motor te maken’. Ik ben best handig, lassen, spuiten en dat soort werk kan ik allemaal wel, dus waarom niet. Dus alles op een rij gelegd en maar eens kijken wat ik er mee kon. Het moest alleen wel een machine worden met een beetje modern stuurgedrag. Nu heb ik ook een CBR en die stuurt goed, daarom ben ik doelbewust gaan zoeken naar een voor- en achterwiel met remmerij en een voorvork en achterbrug van een CBR. En toen ben ik gaan timmeren.Ik had meteen al een idee wat het ongeveer moest worden. Een caféracer, lekker kort gedrongen en alles van Honda. Dat begon met het blok van de Bol d’Or, dat vond ik visueel gewoon het mooiste. Luchtgekoeld, mooie cleane uitstraling, heel robuust en hufterproof. Ook het frame komt van de Bol d’Or, een goed uitgangspunt leek me want dan kon ik de originele ophangpunten gebruiken en zou het blok sowieso recht in het frame zitten. Van vroeger wist ik alleen dat die heel slap waren, daarom heb ik het frame eerst helemaal versterkt, wat extra buizen onder de tank en schetsplaten erin. Daarna ben ik aan de slag gegaan met de voorvork. Het originele balhoofd heb ik afgedraaid, pijp van de Bol d’Or erin en de kroonplaten van de CBR gehouden. Dat weer samengesteld, afgelast en in elkaar gezet. Dat paste perfect. En de achterbrug ging nog veel makkelijk, de as met de lagers kon ik namelijk zo overtikken, hoefde ik niets aan te veranderen. Alleen was de achterbrug wel veel te lang, die heb ik daarom precies voor het frame met twaalf centimeter ingekort. Daarvoor ben ik toen nog een paar keer in een motorzaak wezen meten. De wielbasis kwam overeen met die van een Duc, en een Duc stuurt goed. Achteraf misschien toch iets teveel afgehaald, daarom wil ik er nog wel een stuurdemper opzetten, want bij hoge snelheden wordt ‘ie wat onrustig rechtuit en hij is wat vallerig in de bochten. Ach ja, en als dat niet helpt, kan ik altijd de achtervork weer verlengen. Of er een andere inzetten. Liever niet hoor, want het spatbord moet mee immers. Daar kun je wel wat mee smokkelen, maar er gaat altijd meer tijd inzetten dan je denkt.Althans, de bouw ging uiteindelijk wel veel sneller dan gedacht. Ik verwachtte er wel een jaar of zo mee bezig te zijn, maar na twee maanden was ‘ie al klaar. Ik had dat heel snel voor elkaar ja. De bouw van het rijwielgedeelte lijkt ingewikkeld en tijdrovend, maar ik zit in de constructies en vond het eigenlijk allemaal niet zo spannend. Het is puzzelen dat wel, maar de meeste uitdaging zat hem toch wel in het vormgeven. De tank moet goed uitkomen ten opzichte van het stuur, ten opzichte van het frame en ten opzichte van je zadel. De lijn moet kloppen hè! Dat plus het achterspatbord met al dat plaatwerk. Zoals die zijdeksels, daar heb ik wel een week over zitten verzinnen wat ik er mee aan moest. Waar de accu en elektronica van die Bol d’Or zitten was namelijk allemaal te groot, dat zijn zulke lappen. Dat moest allemaal veel compacter en dan moet je overal een plekje voor zien te vinden. En ik heb de kabelboom nog helemaal moeten aanpassen. De knipperlichten liepen anders en ik had de tellers van de K3 en het contactslot van de CBR genomen. Uiteindelijk heb ik wel het gevoel dat alles klopt aan de motor, al is hij wel wat hoog. Ja, ik vind hem wel geslaagd. Wat dat betreft zou ik dit nog wel een keer willen doen, met een Fireblade blok. Maar dan wel weer een caféracer, met zo’n tupperware bike heb ik namelijk niet zoveel.”