Mijn Trots – de motoren van de gebroeders Den Hartog

« Terug naar Mijn Trots

Een Honda CBR600F Sport en een Suzuki SV650 Laser X-treme, het zijn de eerste motoren van de broers René en Joy den Hartog. René is een echte viercilinder man, terwijl Joy zijn hart heeft verpand aan de donkere klappen van een V-twin. Over poetsen, de stille wens van een knietje aan de grond en het leven na de Honda en de Suzuki. René: “Joy had zijn rijbewijs het eerst. Ik moest toen nog 3,5 jaar wachten. Maar ik had de CBR al gekocht voor ik op moest. Ik heb nog nooit zo zitten zweten tijdens een examen. Toen ik nog student was, wilde ik al een CBR. Deze wit/paarse vond ik heel bijzonder. Ik moest er wel helemaal voor naar Friesland, maar ik was er zelfs voor naar de andere kant van de wereld gereden. Hij was helemaal origineel toen ik hem kocht, maar ik ben al vrij snel wat gaan verspijkeren. De uitlaat heb ik door mijn neef met een derde laten inkorten. Die eindigt nu net als bij de GP-fietsen precies bij het einde van de achterband. Diezelfde neef heeft ook de wielen, de seatcover en de undertrail gespoten. Verder zit er velgstriping op, een ander ruitje en spiegels met geïntegreerde knipperlichten.”Joy: “De SV is voor mij ook de eerste motor. Ik ben een echte twin-man, van kinds af aan al. René en ik gingen vroeger altijd met onze vader mee naar Motorhuis Safe in Rotterdam. Even een bakkie doen. Als ik dan de klappen van een Duc hoorde of een VTR1000 SP-1werd ik helemaal gek. Zo mooi. Ik wilde toen heel graag een Ducati.”René: “Kon je er gelijk een gevulde portemonnee bij kopen. Stuk gaat-ie!”Joy: “Ach, ik zit helemaal goed op mijn SV X-treme. Het geluid is lekker, zeker zonder de dB-killers. En misschien is het toch dat stukje betrouwbaarheid van Japanse techniek, minder storingsgevoelig. Ik heb hem al weer vier jaar en hij ziet er nog steeds heel netjes uit, al zeg ik het zelf. Maar René is een echte viercilinder man.”René: “Jaaa. Dat jankende geluid vind ik gewoon kicken. Hoog in de toeren. Voor ik de Honda kocht zat ik avonden op Youtube te surfen om naar viercilinders te luisteren. Slaat natuurlijk helemaal nergens op, maar als je nog geen motor hebt ga je van gekkigheid maar achter de computer zitten met de speakertjes helemaal open. Mijn vriendin werd er helemaal gek van, maar uiteindelijk is ze wel met me getrouwd.” Joy: “We rijden nu veel samen met een clubje vrienden. Het WK Superbike en de TT op Assen staan ieder jaar op de agenda en verder gaan we wat weekendjes weg naar de Ardennen of Luxemburg. Lekker bochtjes pakken. We zijn geen extreme supersport-rijders die in elke bocht met de knie over het asfalt gaan of overal wheelies trekken. Dat is niet onze stijl.”René: “Nee, maar het zou wel mooi zijn!”Joy: “Ik denk dat de SV650 een beetje een onderschatte motor is. Als je bij een motorzaak aankomt, zie je toch vaak veel haantjesgedrag. Het moet minimaal een dikke 1.000 met een vette pijp zijn en anders is het een brommertje. Zo wordt er ook nog wel eens naar mijn SV gekeken. Daar probeer ik me dan maar niet aan te storen. Ik heb ook eens mee gedaan aan een circuitdag op Assen. Op een gegeven moment reed alles door elkaar. Kwamen me een paar van die snelle jongens binnendoor voorbij. Joh, je schrikt je helemaal de tandjes. Ik kon het niet volgen, maar wat ik wel kan is mijzelf heel goed onder controle houden. Ik ga niet boven mijn macht rijden, Dan heb ik schijt aan de wereld.”René: “Toch is die SV nog heel vlot. Als we allebei een bocht uitkomen, is hij gelijk weg en moet ik twee versnellingen terug. Vanaf 10.000 toeren breekt op de Honda dan wel de hel los, maar dan rijd je al zo veel te hard. Zo’n 600’tje loopt echt al lomp hard. Een dikke 1.000 zie ik dan ook nog niet zitten. Er stappen zoveel jonge gasten op zo’n kanon. Spijkerbroek en sportschoenen aan. Die gaan gewoon puur voor het plaatje.” Joy: “Dan zou je toch denken neem voor je veiligheid iets minder sterks? Laat mij dan maar met mijn SV’tje knallen. Ik kan altijd lekker meekomen met mijn 78 pk. Tuurlijk kijk ik ook wel eens naar wat anders, maar ik denk dat de kans groter is dat ik een andere mountainbike koop. Weet je, als je echt kilometers gaat maken met een motor, leer je pas ervaren wat je wel en niet belangrijk vindt aan een motor. In die zin heb ik de ultieme combinatie nog niet gevonden. Het moet in ieder geval wel een beetje excentriek zijn. Zo’n Triumph Daytona 675 vind ik bijvoorbeeld een plaatje. Maar ja, dan leun je weer extreem op de polsen, dus dat wordt hem niet. Een Speed Triple of een BMW R1200S dan misschien? Een van mijn maten rijdt ook BMW en ik heb gezien hoe betrouwbaar die dingen zijn. En je schrijft er nauwelijks op af. Maar misschien bestaat die ultieme combinatie ook wel niet en moet je altijd concessies doen. Als je een bepaald iets wilt, moet je op een ander gebied misschien weer wat inleveren. Motorrijden moet in ieder geval veilig zijn.” René: “Dat was toch ook de reden dat je dat achterlicht met die geïntegreerde knipperlichten er weer af hebt laten halen?”Joy: “Ik kreeg van de anderen al snel het signaal dat het slecht zichtbaar en dus niet veilig was.”René: “Ging hij opeens naar rechts en reden wij gewoon rechtdoor. Hadden we niet gezien dat het knipperlicht aan stond. Maar het stond wel heel mooi.” Joy: “René is duidelijk de man van de details. Het is ook een enorme poetser, niet normaal. Je poetst meer dan dat je rijdt man!”René: “Dát is ook een beetje de gekte, hè. De trots.”