Mijn Trots – Cor Joor
« Terug naar Mijn TrotsEven naar een nieuw Triumph petje kijken. Met dit smoesje lokte Cor Joor zijn vrouw tijdens een weekje vakantie in Zeeland mee naar een motorzaak in Goes. Terwijl vrouwlief tussen de petjes dook, liep Cor recht op het eigenlijke doel van het bezoek af: een Triumph Daytona 650. Mevrouw Joor bleek de beroerdste niet en sinds een kleine twee jaar rijdt Cor op de 650. Een bijzonder ding, want er is slechts een handjevol van verkocht in Nederland.
“Twee jaar terug zag ik een advertentie staan van een Daytona 600, de opvolger van de TT600. Best een mooi ding, vond ik. Niet veel later zag ik de Daytona 650 op de site van Triumph staan. Daar had ik nog nooit van gehoord. Maar goed, hij stond bij een motorzaak in Goes, had 10.000 kilometer gelopen en leek nog haast in nieuwstaat. Normaal denk je dan ‘leuke motor’ en vervolgens vergeet je het. Maar bij deze had ik dat niet. Het bleef hangen en ik ben me er eens in gaan verdiepen. De 650, een viercilinder, is maar een jaar gevoerd en in Nederland schijnen er maar vier van verkocht te zijn. Een week later was ik met mijn vrouw op vakantie in Zeeland, vlakbij Goes, en ik vertelde haar dat ik even naar die motorzaak wilde om een nieuw Triumph petje te kopen. Ik reed toen een Daytona 955i, dus zo gek was die vraag niet. Maar terwijl zij bij de petjes stond te kijken, was ik natuurlijk al lang bij die motor. Gelukkig vond zij hem ook mooi en vroeg ze of ik hem wilde hebben. Zo is ze dan ook wel weer. Vooraf was ik bang dat het qua trekkracht tegen zou vallen, maar dat viel me tijdens de proefrit enorm mee. Eigenlijk heb ik er wat dat betreft weinig tot niets op ingeleverd. Inmiddels rijd ik er al weer een kleine twee jaar mee rond en heb ik zo’n 6.000 à 7.000 kilometer gereden, probleemloos. De Daytona stuurt perfect en remt fantastisch. Schakelen doet ‘ie redelijk tot goed, maar een gemiddelde Japanner wil het wel eens wat beter doen. Je moet er echt even aandacht aan geven, niet te slordig zijn. Inmiddels beschouw ik mezelf wel als een echte Triumph-rijder. Niet dat een Triumph per se het beste is, maar het zijn in de regel toch de wat meer afwijkende motoren. Dat vind ik mooi. Had ik ook met die 955i die ik hiervoor had. Een schitterend ding, bleef destijds maar te koop staan bij de zaak waar ik hem zag. Ik was op dat moment ook aan een nieuwe motor toe, maar ik koos toen voor een Yamaha Fazer 1000 van net na 2000. Die vond mijn vrouw mooier. Maar je vrouw laten kiezen, moet je natuurlijk nooit doen. Het is namelijk nooit goed gekomen tussen mij en die Yamaha. Het ding reed enorm schokkerig en hij verbruikte redelijk wat olie. Als ik met mijn vrienden een lang weekend weg ging, moest ik standaard altijd een liter olie meenemen. Dat vond ik zo’n armoe. Kortom, het zat me allemaal niet lekker met dat ding. De emmer liep over toen ik hem na een winter voor het eerst weer wilde starten. Ik had hem goed afgetankt en met speciaal spul in de tank weggezet voor de wintermaanden, maar toen ik hem in het voorjaar wilde starten, rook ik een enorme benzinelucht. Stond de hele vloer van de schuur vol met benzine. De Yamaha is toen opgehaald, maar eigenlijk wilde ik hem al helemaal niet meer terug hebben. Die Daytona 955i stond toen nog steeds te koop en daar had ik wel smoel op. Die dealer wilde mij als tevreden klant houden, dus ik kon de Yamaha met gesloten beurs omruilen. Dat was een mooi stukje service! Ik heb er een paar jaar heerlijk op gereden voordat deze kwam. Zo’n Daytona 675 vind ik ook een prachtding, maar die zit nog extremer dan die van mij. Ik ben de vijftig inmiddels ook gepasseerd, dus dat is niet meer zo aan mij besteed. Voorlopig houd ik deze 650 nog wel even. Ten eerste omdat het een bijzonder ding is en ’ie me heel goed bevalt en ten tweede omdat de markt voor sportmotoren helemaal is ingestort. Wat ik er bij inruil voor krijg, staat niet in verhouding tot wat ik er twee jaar terug voor heb betaald.”