Mijn Trots – Ben Weites en zijn Benelli TnT 1130
« Terug naar Mijn TrotsAls doorgewinterde Tukker is een flink portie nuchterheid hem niet vreemd. Maar inmiddels heeft ook Ben Weites (op de foto met dochter Marit) dankzij zijn Benelli TnT 1130 Sport Evo aan den lijve ondervonden dat de ratio het onderspit delft wanneer emotie om de hoek komt kijken. “Ja, hij is duur. En ja, hij is onbetrouwbaar. Maar dat betaalt ‘ie terug in rijbeleving en uitstraling!” Liefde maakt blind, weet de Twentse ondernemer nu. Stekeblind!
“Eigenlijk begon het hele verhaal met een cadeau motorrijles voor mijn vrouw. Die was meteen verkocht en toen kon én wilde ik natuurlijk niet achterblijven. Mijn eerste motor, een CBR1000F, stond al in de schuur toen ik in 2001 het rijbewijs haalde. Daar heb ik een jaar of twee mee gereden en na een motorloos jaartje kwam er vervolgens een Honda GL1200 Gold Wing. Dat leek me de ultieme toermachine en eerlijk is eerlijk, hij zit ook beter dan je eigen bankstel. Maar het rijdt niet, dus daar was ik al vrij snel klaar mee. De GL heb ik ergens rond 2005 toen geruild tegen een ZZR1100, die vervolgens weer het veld moest ruimen voor een Honda VFR800. Daar heb ik denk ik wel een jaartje of vier mee rond gereden. Hele fijne machine waar ik altijd prachtig mee heb kunnen rijden, alleen merkte ik wel dat de jongens waar ik altijd mee reed, bocht uit een stuk sneller waren. Ik moest altijd vol aan ‘t gas om een beetje mee te kunnen. Bij toeval zag ik toen op een veilingsite een Benelli TnT 1130 staan, en dat het model vond ik direct helemaal geweldig. Ik was op slag verliefd. Het gekke was dat ik die hele motor niet kende, Benelli niet eens. Ja, dat ze vroeger brommers maken, daar stond me nog iets van bij, maar motoren? Maar goed, dat hele design heeft me zó gegrepen, die woeste uitstraling, ge-wel-dig! Maar omdat ik er helemaal niet over wist, heb ik me eerst eens volledig in het model verdiept. En dan lees je natuurlijk al die horrorverhalen over de gebrekkige betrouwbaarheid. Dat zijn vooral verhalen van mensen die niet het juiste onderhoud laten plegen. Een Benelli heeft speciaal onderhoud nodig en dat is duur. Het moet immers door een Benelli-dealer worden gedaan, een Honda-dealer zegt ook heel eerlijk ‘ik heb liever niet dat je ‘m brengt!’. En natuurlijk, ik ben ook niet helemaal gek, hij is ook iets minder betrouwbaar dan een meer doorsnee motor en daarom iets duurder in onderhoud. Maar het is een hobby en dat mag geld kosten.
Je hoort het al, ik had voor mezelf al lang de beslissing gemaakt dat er een TnT moest komen. Deze kwam ik oktober vorig jaar tegen bij een autobedrijf. Ik heb nog een klein stukje gereden, maar het weer was er niet echt meer na. Desondanks was het karakter van de driecilinder een aangename verrassing. Voor ik echter tot de koop over ging heb ik nog wel even de oud-eigenaar gebeld, want bij de garage konden ze me niets over de onderhoudshistorie vertellen. Die man bleek nog een carbon demper te hebben liggen en die heb ik meteen maar van hem overgenomen. Verder heb ik er nog een instel- en opklapbaar rem- en koppelingshendel op gezet en zit er nu een LED-achterlicht op. Ik kocht hem in november en heb er toen nog een paar korte ritje mee gereden. Pas dit seizoen heb ik ‘m voor het eerst écht gebruikt. In juni ben ik er mee naar Oostenrijk geweest en daar vielen de puzzelstukjes echt in elkaar. Toen wist ik ook, dit is mijn ding! Qua kracht, in de bergen merk je pas echt hoeveel power dat blok heeft, maar ook qua zithouding. Ik ben vrij lang, maar ik zit prachtig rechtop en dat is toch fijner rijden. Ik kan hem zo mooi de bocht in sturen. Dat kon ik met de VFR ook wel, maar dit is toch anders. Hij heeft veel meer temperament, is wilder, woester. Als je er langs loopt, dan wil je rijden en dat heb ik nog met geen enkele andere motor gehad. Die verliefdheid is dus nog altijd even hevig. En ja, hij heeft inderdaad kleine gebreken. Of eigenaardigheden beter gezegd. Heb ik bijvoorbeeld de motor gewassen en zit er veel water op de achterbrug, dan doet de snelheidsmeter het even niet omdat de sensor vochtig is. Maar goed, tien kilometer verder is ‘ie weer droog en doet alles het weer. Elektronica van Benelli en vocht gaan blijkbaar niet samen. En hij lust ‘m ook aardig, zeker in de bergen. Hij drinkt meer dan de baas in ieder geval, maar wat maakt het nou uit of ik op vakantie twaalf of veertien keer tank? Dus echt problemen, nee, die zie ik niet!”