Mijn Trots – Arno de Koningh
« Terug naar Mijn Trots“Als ik oud ben en niet meer kan of wil motorrijden, dan krijgt deze Griso een plek in de tuin zodat ik er vanuit mijn luie stoel heerlijk naar kan kijken. Dit is de ware!” Aan het woord is Arno de Koningh, 59 jaren jong en de trotse eigenaar van een Moto Guzzi Griso 1200. Na twee Suzuki’s is de Italiaan pas de derde motor in 38-jarige motorcarrière van deze Rotterdammer. “Ik ben nooit iemand geweest die om de 2, 3 jaar een nieuwe motor kocht, dat past niet bij mij. Maar op een gegeven moment dacht ik wel: Is dit het nou?”. Een gesprek over keuzes maken en de Guzzi-beleving.
“Ik ben een Guzzi-adept geworden en het eerste zaadje moet een jaar of twintig terug zijn geplant tijdens een vakantie in Spanje. Ik stond met mijn vrouw op een camping en daar stonden ook twee Italiaanse jongens met een Moto Guzzi 850 Le Mans. Dan maak je eens een babbeltje, zoals dat gaat op een camping. Die jongens hadden een enorme passie voor die motorfiets en versterkten elkaar, dat maakte echt iets bij me los. Die motoren gingen bijvoorbeeld iedere winter helemaal uit elkaar voor groot onderhoud. Dat was motorrijden met het hele verhaal er omheen, niet alleen starten en rijden. Ik had toen niets met Moto Guzzi, reed zelf een Suzuki, maar er was wel iets gebeurd. Er ging vervolgens weer een jaar of wat overheen, tot ik met mijn vrouw op vakantie was in Tropea in het zuiden van Italië en ik voor de tweede keer werd geprikkeld. Daar heb je allemaal van die prachtige zigzag-weggetjes die naar de diverse strandjes beneden leiden. In een bocht op een van die weggetjes zag ik plots een witte motor staan, die ik niet kon plaatsen. Onbedwingbaar nieuwsgierig geworden besloot ik rond een uur of één ’s middags, op het heetst van de dag, om naar boven te lopen om te kijken of die motor er nog stond. Badend in het zweet kwam ik boven en als een ware beloning stond die motor er nog. Het bleek een Moto Guzzi Griso, ik heb er wel een kwartier om heen staan draaien. Het ding trok me aan, maar ik wist niet goed wat ik er van moest denken. Was hij nu mooi of lelijk? Maar ja, heel lelijk kan ook heel mooi zijn, je kent het wel.
Afijn, ik ben weer op mijn handdoek gaan liggen en heb het opnieuw laten rusten. Maar het bloed kruipt kennelijk toch waar het niet gaan kan. Weer een paar jaar later, ik was inmiddels 56, begon ik me af te vragen: is dit het nou wat motorrijden betreft? In de 35 jaar die ik op dat moment reed, had ik twee motoren gehad, twee Suzuki’s, een GT550 en een SV650S. En daar was ik altijd tevreden mee geweest, benzine er in, rijden en genieten. Ik ben gewoon nooit iemand geweest die om de twee, drie jaar weer een nieuwe motor kocht, dat past niet bij mij. Ik kreeg toch weer de neiging om rond te gaan kijken, en in dezelfde tijd leerde ik bij mijn roeivereniging een nieuwe jongen kennen, Harald. Die knul was helemaal Moto Guzzi-gek, had een heel oud model helemaal opgeknapt voor zijn bruiloft. Geweldig. Die jongen voedde mij, laat ik het zo zeggen.
Dat was het moment dat ik actief op zoek ging naar een Moto Guzzi, een Griso 1200. Op een gegeven moment had ik er drie op het oog: een witte, een groene met bruin zadel en deze zwarte. Ik ben ze gaan bekijken, maar dan komt er een moment dat je de knoop moet doorhakken. Ik kan intuïtief heel goede beslissingen nemen, maar als ik uit drie dingen kan kiezen, word ik een beschouwer, zoals dat heet, en weet ik niet wat ik moet kiezen. Op aanraden van mijn vrouw ben ik heel simpel gaan denken: als ik nu morgen hoor dat de motor verkocht is, voor welke van de drie vind ik dat dan het meest erg? Toen kwam ik dus bij deze uit. De vorige eigenaar was er bijzonder zuinig op geweest, had zelfs nooit gereden met regen. Hij zag er perfect uit, had bijzondere spiegels, bijzondere handvatten en veel carbon onderdelen. Bleek het toch een simpele beslissing.
En nu geniet ik alweer bijna twee jaar van de Griso. Dit is de ware en hij weet me nog steeds te verrassen. Het is geen allemansvriend. Als je hem start, dan loopt hij iedere keer weer een beetje anders dan gisteren. Dan vraag je je af is dat een probleem of niet? Maar ik vind dat niet erg, ik ben daar wel aan toe. Ik hoef niet meer zo’n gladde motorfiets, ik heb liever een karaktervol ding en dit past heel goed bij me. Een Griso wordt ook door heel veel mensen mooi gevonden, maar toch worden er maar vijf of zes per jaar verkocht. Er hangt blijkbaar nog steeds een groot vraagteken boven het merk. Dat het kapot zou gaan? Ach, je kunt getrouwd zijn met de mooiste vrouw ter wereld en toch kan ze een pukkel onder de neus hebben. Als je van haar houdt, is het een mooie pukkel. Houd je niet van haar, dan wordt het al snel zo’n plek. Dus zeg het maar. Wat dat betreft ben ik een heel trouwe jongen, die ook dingen kan vergeven.
Dat sluit mooi aan op de beleving die ze in Italië zelf hebben. Ik ben inmiddels vier keer bij de fabriek in Mandello del Lario geweest en dat blijft mooi. Kijk, een Suzuki is een prima motorfiets, maar naar de fabriek in Japan zal ik niet snel gaan. Dat hele dorp ademt Guzzi. Net als Philips in Eindhoven bezig is geweest met een eigen zwemvereniging en voetbalclub, heeft Moto Guzzi in en rond Mandello aan de wieg gestaan van een kleine tachtig verenigingen, waaronder een roeivereniging: Canottieri Moto Guzzi. Die hebben zelfs Olympisch kampioenen voortgebracht. Het vestje wat ik draag is van die roeivereniging van Moto Guzzi. Draag je dat in Mandello, dan heb zo een babbel te pakken en voor je het weet roei je een keer met ze mee. Een heel prettig familiaal gevoel, wat mede maakt dat ik nog lang met de Griso wil blijven rijden. Misschien koop ik er, als ik met pensioen ben, een Moto Guzzi bij om te restaureren of een café racer van te maken.