Matthias Hart – Ducato 600 Supersport
« Terug naar Mijn TrotsHij is pas 17 jaar, zit nog op de HAVO, werkt als boerenknecht en wil later aan de slag als landbouwtechnicus. Matthias Hart voldoet bepaald niet aan het stereotype beeld van de puber die aan zijn smartphone en/of spelcomputer zit vastgeplakt. Integendeel, in zijn vrije tijd mag hij zijn handen graag vuil maken aan deze Ducati 600 Supersport. Zíjn eigen Ducati 600SS welteverstaan!
“Dat ik gek ben van motoren, is niet zo vreemd. Mijn vader reed vroeger altijd motor en hij stopte weliswaar met rijden toen het ‘huisje, boompje, beestje’ werd, maar begon weer met rijden toen ik een jaar of negen was. Hij heeft vroeger twee Ducati Supersport 600’s gehad en die vond hij nog altijd mooi. Het mocht alleen wel wat zwaarder, dus kocht hij een 900 Supersport en vanaf de allereerste dag zat ik daar op. Zo’n mooi model hè! Daarnaast ben ik ook altijd gek op techniek geweest. Momenteel werk ik in mijn vrije tijd bij een boer, beetje sleutelen en zo, maar daarvoor heb ik ook al bij een mechanisatiebedrijf gewerkt.”
“Techniek vind ik gewoon prachtig, daar ben ik ook veel liever mee bezig dan met spelcomputers of zo. Toen ik net vijftien was, wilde ik graag een leuk projectje om lekker aan te sleutelen. Een brommertje of zo. Toen vond ik een Yamaha TZR. Dat ding zag er niet uit, want hij had een paar jaar stilgestaan na een vastloper. Dat laatste dachten ze, uiteindelijk bleek alleen de bougie kapot en de pakking lek. Ik heb ‘m eerst technisch helemaal in orde gemaakt, en daarna heb ik ‘m verder helemaal mooi gemaakt. Kappen aangepakt, beetje poetsen, al met al ben ik er een half jaartje mee bezig geweest. Ja, en toen was het projectje klaar en heb ik ‘m verkocht. Leuk verkocht ook, zodat ik zelf op zoek kon naar een groter project. Dat moest eigenlijk wel een Ducati worden, wist ik. Een 600 Supersport het liefst, want die had m’n vader ook gehad. En uiteraard ook wel met het idee om er ooit zelf mee te gaan rijden wanneer ‘ie weer helemaal opgeknapt was.”
“Dan ga je zoeken en op Marktplaats kwam ik op een avond deze tegen. Hij stond in Leiden en zag er niet uit, maar startte meteen en liep goed. Althans, dat leek zo, alleen toen m’n vader er mee naar huis reed, trok hij voor geen meter en zoop bovendien enorm. Eén tank op honderd kilometer, terwijl je er normaal makkelijk tweehonderd kilometer mee kunt rijden. Bleek dat het blok maar op één cilinder liep, maar dat kon je eigenlijk helemaal niet horen. Dan nog had ik me er niet door laten afschrikken, want de hele bedoeling was natuurlijk om ‘m op te knappen, hem te redden van de ondergang. In mei 2020 heb ik ‘m gekocht en thuis ben ik eerst maar eens begonnen met poetsen en wassen, dat was hoog nodig. Vervolgens een klein beurtje, alle vloeistoffen vervangen, en daarna zijn m’n vader en ik gaan kijken wat er technisch nu eigenlijk mis was. De benzine van de achterste cilinder liep er bij de uitlaat gewoon uit, die cilinder deed dus helemaal niets. De bougie gaf geen vonk, dus dat kon natuurlijk ook niet anders.”
“Was wel handig dat mijn vader de 900 had, want toen konden we wat onderdelen uitwisselen. De ontstekingsmodules waren goed, wisten we, maar ook daarmee deed de 600 het niet. Zijn we gaan meten en bleek dat één van de twee pick-ups kapot was. Daar kun je de stekkertjes heel makkelijk van omwisselen, toen we dat hadden gedaan, deed de voorste cilinder het ineens niet meer. Dan weet je het zeker. Nieuwe pick-ups erin gezet en dat hielp iets. Als ‘ie liep, liep ‘ie ook goed, maar hij was alleen moeilijk aan de gang te krijgen. De carburateurs bleken helemaal verdroogd, rubbers gebarsten, membraan gescheurd, dat soort zaken. Die heb ik daarom helemaal gereviseerd, maar ook toen liep het blok nog niet helemaal lekker. Nadat we de kleppen hadden gesteld, liep ‘ie een heel stuk beter.”
“Het meeste heb ik allemaal zelf gedaan, uiteraard wel deels met hulp van m’n vader, maar ik had ook het werkplaatshandboek en daar kun je bijna alles wel uithalen. Een half jaar geleden was hij denk ik klaar, hoewel er nog steeds wel wat dingetjes zijn. De achterbrug is niet mooi meer, die zou ik nog wel eens een keer willen laten spuiten. Of ik zet er een aluminium brug van een 900 in, maar die zijn wel heel duur. En het blok ziet er ook niet echt fraai uit, dat zou ik ook nog wel helemaal netjes willen maken. Maar verder is ‘ie wel grotendeels klaar eigenlijk. Ik wil er straks zelf mee gaan rijden en ga meteen voor code 80. Dan kan ik deze laten terug tunen tot A2 en mag er dan ook eindelijk echt op rijden. Maar ja, dat worden wel nog 2,5 lange jaren!”