Liesbeth Bevelander – Honda GL1500 Gold Wing
« Terug naar Mijn TrotsJa, er wordt wel vaak raar opgekeken wanneer Liesbeth Bevelander (56) op haar GL1500 Gold Wing stapt, terwijl manlief op een Yamaha Tracer plaatsneemt. “Op de een of andere manier gaat men er van uit dat je als vrouw altijd op de kleine motor stapt.” Maar klein is domweg niet aan de buschauffeuse besteed: “Ik hou gewoon meer van dat zware werk”.
“Zevenentwintig jaar heb ik mijn rijbewijs nu. Mijn man Arie had net zijn motorrijbewijs gehaald en toen wilde ik ook. Meteen een motor gekocht ook, een Honda Bol d’Or, maar daar heb ik maar een jaartje op gereden. Omdat de kinderen ook mee gingen, hebben we toen namelijk twee Yamaha Ventures gekocht, een 1200 mij en een 1300 voor Arie. Die zijn wat groter, het was dus vooral een praktische keuze. Ik reed destijds ook wel eens op lichtere motoren, maar merkte al snel dat dat gewoon niet mijn ding was. Ik hou meer van het zware werk, moet ruimte hebben en het moet lekker vast op de weg liggen. Na de 1200 heb ik nog een tijdje op die 1300 gereden, tot ik op een gegeven moment bij Bikers Best in Renswoude een verschrikkelijk mooie Gold Wing zag staan. Voor de Venture kreeg ik bovendien een mooi bedrag terug, dus was ik opeens de eigenaar van een GL1500 Gold Wing uit ‘93. Een jaar of zeven heb ik die gehad, fantastische machine, alleen ging ‘ie tegen het eind wel erg veel verbruiken. Dan ging ik met de jongens mee en moest ik twee keer tanken, terwijl zij maar één keer hoefden. Dus op zoek naar wat anders en Arie raadde me toen aan om eens wat lichter te gaan rijden, dat was toch allemaal wat makkelijker. Daarom heb ik een Varadero gekocht, maar dat was twee keer niets. Ik kreeg er last van mijn rug op en bovendien had ‘ie totaal geen kracht. Het was schakelen, schakelen, schakelen, terwijl die zescilinder gewoon altijd maar bleef rijden, zo elastisch. Het moest in ieder geval iets zwaarder en zo kwam ik bij een BMW K1200LT uit. Maar ook dat was weer geen succes, ik heb me nooit vertrouwd gevoeld met die motor. Hij brak uit van achter en daar hebben ze van alles aan proberen te doen, maar niets hielp. Ik was er gewoon bang op, terwijl ik helemaal niet bang ben. Toen was het voor mij helemaal duidelijk, ik wil gewoon weer een Gold Wing. Ik had er op internet al eentje uit 2000 zien staan en na een ritje met de club op zaterdag was ik zo klaar met die K1200, dat ik tegen Arie zei: ‘Dinsdagochtend om tien uur staan wij bij MotoPort’. En dat stonden we ook. De Gold Wing kon ik pas die zaterdag erop ophalen, maar toch heb ik de BMW meteen laten staan, die wilde ik nooit meer zien. Die bewuste zaterdag heb ik de Gold Wing natuurlijk ook meteen opgehaald en ik heb nog nooit zo’n zalig ritje door Zeeland gemaakt als toen. Oh, over die dijkjes, héérlijk. Dat motorrijden op mijn manier had ik zo gemist. Ik had in die twee jaar wel gereden, maar nooit op mijn gemak. Met die Gold Wing was het vanaf de eerste meter weer goed. Wat dat betreft vind ik het nog steeds jammer dat er mensen zijn die niet kunnen hebben dat een vrouw op een zwaardere motor rijdt dan de man. Ik weet ook wel dat er niet zoveel vrouwen zijn die een Gold Wing rijden, maar als je er zoveel plezier aan beleeft, dan maakt dat toch geen ene zak uit. Je bent toch gewoon motorrijder? De Gold Wing past gewoon bij me. Arie zegt altijd, ‘je zet je kont in het zadel en leunt tegen de rugsteun, alsof je er nooit meer afstapt’. En zo voelt het ook. Weet je, ik vind het uiterlijk mooi, ik hou wel van dat forse, maar het is vooral het comfort. Beetje de radio aan, ik word zo relaxed wanneer ik er mee op pad ben. Dat wat ‘ie uitstraalt, die invloed heeft ‘ie ook op mij. Ooit reed ik zo’n 30.000 kilometer per jaar, maar dat is inmiddels wel minder, ik schat dat we er nu misschien nog tien- à vijftienduizend doen. Komt ook omdat we allebei voor het werk al veel op de weg zitten, dan wil je ook wel eens niets met verkeer te maken hebben. Voordeel is wel dat we vaak in het weekend werken, dan gaan we doordeweeks rijden, is het lekker rustig op de bekende routes. Aan de motor is trouwens nagenoeg niets veranderd. Standaard zit er één antenne op, maar ik wilde er twee, met daarnaast ook twee vlaggenmasten, een voor de Nederlandse en één voor de Zeeuwse vlag. Dat past bij zo’n motor en moet er op, vind ik dan. En mijn beren zitten er natuurlijk op, die gaan al meer dan twintig jaar trouw mee. Die krijgen misschien dit of volgend jaar een nieuw onderkomen, ik ben namelijk in alle rust naar een andere aan het kijken. Een 1800, dat wordt de volgende stap. Maar dan niet het nieuwste model, die vind ik niet mooi, dat is niet meer écht een Gold Wing. Er kunnen niet eens antennes op!”