Lezerstest Harley-Davidson
Harley-Davidson-dealer Big Rivers in het Gelderse Heteren, maar vooral het prachtige rivierenlandschap in de directe omgeving, vormde het decor voor een lezerstest met een brede selectie Amerikaanse V-twins. Hoofdmoot waren de nieuwe Softail-modellen met 107 en 114 cubic inch longinhoud (1.745 cc en 1.868 cc), maar door de geselecteerde MotoPlus-lezers kon ook gereden worden met de Road King Special, de Iron 883 en de Street Rod. Pluvius deed een beste poging om roet in het eten te gooien, maar dat mocht de pret niet drukken.
“WAT EEN HEERLIJK ONVERSTANDIGE MACHINE!”
Naam: Rob de Vries
Leeftijd: 49 jaar
Rijdt zelf: Honda CBR600F
Gereden modellen: Sport Glide en Breakout
Alhoewel ik door de regen wat gespannen op de Sport Glide zat, merkte ik meteen hoe soepel de machine reageerde. De nieuwe Milwaukee Eight 114-motor heeft een mooi donker geluid, ongelofelijk veel koppel onderin en reageert heel verfijnd op het gas. Koppelen en schakelen is aanvankelijk typisch Harley, een duidelijke mechanische ‘klonk’, maar daarna totaal moeiteloos. De remmen zijn naar mijn mening, met een goed Nederlands woord, een beetje ‘mushy’. Doordat we in colonne reden, moest ik af en toe aardig wat kracht zetten om met de voorrem (met enkele 300mm-schijf en vierzuigerremklauw), de bijna 350 kilo tijdig tot staan te brengen. En ja ik remde bij met de achterrem. Het natte wegdek zorgde ervoor dat het ABS redelijk vaak ingreep, maar misschien wordt mijn ervaring vertekent door mijn eigen Honda CBR600F.
De Sport Glide is een mooie combinatie van nieuw en traditie. Typisch Harley! Het algehele ontwerp van de Sport Glide is mooi en evenwichtig met een mooie vloeiende lijn van hoog naar laag. Een geslaagde combinatie tussen ‘lichtgewicht’ tourer en cruiser. Ik ben onder de indruk van de afneembare zadelkoffers en het Dyna-achtige kuipje. Zonder gereedschap en in een paar handelingen is de Sport Glide te transformeren naar een gestripte cruiser voor een ritje naar je favoriete café of strandtent. De koffers zijn echter wel een beetje plastic-achtig en het kuipje is wat klein om echt functioneel te kunnen zijn.
Ondanks de voorwaarts geplaatste pedalen en voetsteunen is de zithouding verrassend rechtop. Ik ben 1.80 meter en kon mijn laarzen heel goed kwijt op het schakelpedaal en op de grond voor het stoplicht. Kortom, een mooie, krachtige doch soepele machine. Het enige dat ‘m voor mij echt af zou maken is als de Sport Glide geleverd zou worden met twee ‘long shot’-uitlaten in plaats van de brave twee-in-één uitlaat die de Sport Glide nu siert.
Na de Sport Glide was het de beurt aan de Breakout. Ik was een beetje bevreesd voor de Breakout met z’n dikke achterslof en lange voorvork. Maar wat werd ik blij verrast en verliefd. Daar waar de Sport Glide het beste van twee werelden is, is de Breakout het compleet tegenovergestelde. Het voldoet helemaal aan de behoeften van mijn op handen zijnde midlife-identiteitscrisis. Mijn twijfel of ik een billen- of borstenman ben, is ook opgelost. Wat een heerlijk achterwerk met z’n 240 mm dikke achterband! Een uiterst coole, lage en gekromde zithouding, benen en armen naar voren om de Easy Rider-achtige lange voorvork en het ‘flat track’-stuur te bewegen om de Breakout, die het liefst rechtdoor gaat, de bocht door te werken. Wat een prachtige, extreme, heerlijk onverstandige machine. Kortom deze wil ik hebben!
“AANGENAAM VERRAST DOOR RUSTIGE LOOP”
Naam: Peter Dijkmans
Leeftijd: 69 jaar
Rijdt zelf: Moto Guzzi Stelvio NTX, Yamaha TDM900
Gereden modellen: Street Rod en Sport Glide
Eerst heb ik gereden met de Street Rod en ik was aangenaam verrast door het soepele schakelen en de rustige motorloop. Het leek wel een Yamha TDM! Wel moest ik even wennen aan de krappe kniehoek, mede door het laaggeplaatste zadel. Ook het ontwerp van de motor vind ik echt geslaagd, vooral die prachtige legergroene kleur zou mijn keuze kunnen worden. Jammer dat we niet een echt lang stuk snelweg hebben gereden om even te voelen of deze Indiase Harley een beetje ‘Autobahnfest’ is.
Bij de wissel mocht ik het stuur van de Sport Glide overnemen. Ik kreeg meteen weer het gevoel, dat ik in 2016 had tijdens een trip in Canada met een Sportster 1200. Geruisloos opschakelen lukte me niet, terugschakelen ging wel rustiger. Dat had ik eerder andersom verwacht. Het is een mooie motor om te zien met die mooie koffers, die blijkbaar heel gemakkelijk af te nemen zijn, maar het is vooral een model voor de langere wegen. Helaas was het weer een kleine spelbreker, waardoor we niet de volledige rit konden rijden.
“ZOU TER PLEKKE MIJN EIGEN H-D INRUILEN!”
Naam: Hans Hagenaars
Leeftijd: 56 jaar
Rijdt zelf: Harley-Davidson Sportster XL1200R
Gereden modellen: Street Bob en Fat Bob
“De eerste Harley die ik mocht rijden was de Street Bob. Dit model was een speciale zwarte uitvoering met een hard, maar wel geveerd zadel van bruin leer, bijpassende leren zijtas en een ‘apehanger’-stuur. De combinatie was prachtig en maakt van de Street Bob echt een hele stoere motor. Van het zadel verwachtte ik dat ik er na een uurtje wel schreeuwend af zou willen, maar dat bleek heel erg mee te vallen. Geen centje pijn dus. De apehanger daarentegen was voor mij echter te hoog gegrepen, letterlijk. Ik ben niet zo groot en had er na een half uurtje rijden eigenlijk al genoeg van. De hele tijd met je armen omhoog zitten, is namelijk niet zo goed voor de bloedsomloop. Bovendien ‘vallen’ het stuur en de voorvork in de korte bochten snel om. Wellicht is dat gewoon een kwestie van wennen, maar ik vond het niet zo fijn en zou er zelf dus een lager stuur op zetten. De traditioneel wat minder goede remmen van Harley-Davidson zijn wel wat beter geworden, maar een enkele schijfrem op dit soort motoren vind ik persoonlijk iets te weinig.
Maakt dit de Street Bob 2018 dan tot een slechte motorfiets? Nee, natuurlijk niet! Het nieuwe Milwaukee-Eight 107 cubic inches (1.753 cc) blok is machtig sterk en heeft een enorm koppel. Even achter gebleven op de groep? Gas open en binnen no-time weer aangesloten. Ook op de snelweg staat deze motorfiets gemakkelijk zijn mannetje.
Na de wissel kwam ik terecht op de nieuwe Fat Bob, met dubbele schijfremmen en ook hier uiteraard het Milwaukee-Eight blok. Deze keer met 114 cubic inches, ofwel 1.868 cc schoon aan de haak. En wat voor motor is dit zeg: ik zou er ter plekke mijn eigen Harley-Davidson Sportster 1200 voor willen omruilen. Door de lage zit en het speciaal gevormde zadel voelt het net of je één wordt met de motor. De hoge rug van het zadel geeft goede steun aan je eigen rug en ook na anderhalf uur rijden is het nog goed uit te houden. De hele combinatie van de korte motor, een goede zit en enorm veel power maakt deze Fat Bob tot een heerlijke gooi-en-smijt fiets. En dan is het ook prettig om te constateren dat de dubbele schijfremmen precies doen wat je ervan verwacht.
Valt er dan helemaal niets aan te merken op de Fat Bob model 2018? Nou vooruit: er komt behoorlijk wat warmte af van de uitlaat direct onder het luchtfilter. Maar een kniesoor die… precies!
“GRIJNS TOT ACHTER MIJN OREN”
Naam: Karl Pennings
Leeftijd: 52 jaar
Rijdt zelf: Triumph Tiger 800XC, Suzuki Intruder 1400, Honda Transalp 600/CB400N
Gereden modellen: Fat Boy en Fat Bob
Met zijn ‘solid-disc’-wielen, dikke traditionele voorvork met een dikke voorband en een nog dikkere achterband, de satijn chromen koplamp en uitlaten is de Fat Boy een prachtige motor om te zien. Een vet dikke cruiser. Met het stuur naar me toe gebogen, zit ik ontspannen maar ook licht doorgezakt. Ondanks dat de nieuwe Fat Boy 16 kilo lichter is, voel je het gewicht in de langzame bochtjes wel degelijk. Het is een beetje werken om de 304 kilo (drooggewicht) de bocht in te sturen.
Waar moet ik nog meer aan wennen? Richtingaanwijzers bedienen! De Fat Boy heeft de schakelaar voor linksaf links zitten, maar voor rechtsaf zit hij rechts. Een beetje onwennig wellicht, maar ik merk dat de bediening soms gepaard gaat met onbedoeld een beetje gas geven. Op bijvoorbeeld een rotonde niet echt wenselijk.
Op de dijk bij Bemmel kan het gas er iets op. Het krachtige 114-blok heeft een flink koppel en komt boven de 1.500 toeren niets te kort. Met al iets meer vertrouwen en een beetje meer snelheid merk je niet zoveel meer van het gewicht en cruise je lekker door de bochtjes op de dijk. Bij korte hobbels in een bocht voelt het alsof de voorband het contact met het wegdek eventjes verliest, een gevoel dat ook de achterkant soms een beetje geeft als het wegdek oneffen is. Nat wegdek in combinatie met de Michelins of de veerafstelling?
Het tweede deel van de route rijd ik de Fat Bob. Deze heeft een veel rechter stuur, waardoor je al meteen actiever zit. Je gaat er op zitten en binnen tien meter was mijn eerste gedachte al ‘wat een verschil!’. De Fat Bob met het 107-blok is slechts 8 kilo lichter dan de Fat Boy en met het 114 blok zal hij bijna evenveel of heel iets meer wegen, maar hij voelt meteen véél lichter en handelbaarder aan. De al aanwezige ‘smile’ op mijn gezicht verandert in een grijns. De voorrem is zeer goed en de achterrem ook prima, al staat het pedaal iets ver naar binnen en te laag.
De Fat Bob stuur je makkelijk en strak door de bochten, waarbij de feedback van de upside-down voorvork goed is. Gevoelsmatig trek je hem wat meer door in zijn toerengebied, waarbij hij razendsnel accelereert. De Fat Bob heeft kleinere 16 inch wielen met hogere ballonbanden. Op de hier en daar nog wat vochtige weg wil de achterkant iets uitbreken als je te snel op het gas gaat, niet beangstigend overigens, ik had er zelfs lol in om het een beetje bewust te doen. Helaas waren we weer veel te snel terug bij Big Rivers, maar de grijns was gevorderd tot bijna achter mijn oren, geweldig! Conclusie: prachtige machines, waarbij de Fat Boy duidelijk meer de cruiser is en de Fat Bob meer de sportievere machine. Welke van de twee ik zou kiezen moge duidelijk zijn!
“HET WAS EVEN WENNEN”
Naam: René Nijland
Leeftijd: 68 jaar
Rijdt zelf: BMW R1200RT
Gereden modellen: Softail Slim en Low Rider
Ik heb een jaar of twintig Honda Pan European gereden en sinds een jaartje of drie staat er een BMW R1200RT in de schuur. Toen ik voor het eerst op de Harley-Davidson Softail Slim stapte, was dat dan ook nogal wennen. Je zit behoorlijk laag bij de grond en het schakelen met de benen ver naar voren gestrekt vergde ook wat gewenning. Wat me in positieve zin heeft verrast, is het rijgedrag van de Slim, hij stuurt veel beter dan ik had verwacht. Daarentegen vond ik de remmen duidelijk minder, bij de eerste rempoging schrok ik behoorlijk vanwege het sponzige aangrijpen en de naar mijn mening slechte vertraging. Helaas hebben we de motor door het slechte weer niet echt goed kunnen testen. De tweede machine waar ik mee reed was de Low Rider. Daarop zit je iets meer rechtop, wat duidelijk beter bij me past. Qua sturen en schakelen was ‘ie ook wat soepeler, maar ook wat stug in de vering. Op zich heb ik lekker gereden, maar ik moet toch concluderen dat een Harley-Davidson niet aan mij besteed is.”
“SOEPELER DAN IK HAD VERWACHT”
Naam: Valentijn Westerveld
Leeftijd: 44 jaar
Rijdt zelf: Honda XL1000V Varadero
Gereden modellen: Road King Special en Breakout
Ik was nog Harley-maagd, dus het was voor mij sowieso een heel nieuwe en indrukwekkende ervaring. Wat een vermogen, wat een koppel, wat een geluid en wat een indrukwekkende motoren, die Harley’s. Ik begon op de Road King Special, omdat me dit op voorhand de mooiste en meest aantrekkelijke leek van het hele stel. Ik heb hier heerlijk ontspannen op kunnen rijden en het zat geweldig. Hij had een goede wegligging en goed stuurgedrag. Bovendien reed hij veel soepeler dan ik had verwacht.
Als tweede reed ik de Breakout en die vond ik vanaf het eerste moment toch (nog) wat lekkerder sturen en lichtvoetiger rijden dan de Road King. Hij is wat lichter gebouwd, en dat merk je meteen.
Ik had (nog) meer het gevoel van controle bij de Breakout dan bij de Road King. Kortom, als ik moet kiezen, kies ik toch voor de Breakout.
Wat me ook opviel aan sommige van de testmotoren, waren de kleine en mooi subtiel weggewerkte displays. Bij Japanners zijn deze juist groots en vol aanwezig. Een goede oplossing van Harley dus,
en in de praktijk goed bruikbaar.
“FAT BOB OP WENSENLIJST”
Naam: Martijn Brinkhof
Leeftijd: 40 jaar
Rijdt zelf: Yamaha XVS1100
Gereden modellen: Fat Bob en Softail Slim
Tijdens een mooie testdag (inclusief een ‘code oranje’-plensbui) heb ik op de Fat Bob en de Slim 107 gereden. De Fat Bob is een stoere motor met veel mogelijkheden: van rustig cruisen, strakke bochten rijden, tot hard op de snelweg. Hij kan alles met zijn zeer krachtige motor, maar wil bovenal gaan! Ik heb hem ervaren als een ongetemd beest, dat wel te temmen is, maar puur en rauw blijft. Door het brede rechte stuur en de korte wielbasis is de zithouding (en rijstijl) actief. Wat na enige tijd kan vermoeien zijn de stuurtrillingen, die vooral opvallen bij gas geven.
De Slim 107 heeft een typische Harley-uitstraling (cruiser met een lage zit en grote ronde koplamp). Opvallend zijn de zeer lage zit en het kleine, oncomfortabele zadel, die voor lange rijders vermoeiend kunnen zijn. Door het gebogen stuur en de lange wielbasis heb je minder contact met je voorwiel. Dit went echter vrij snel. Tijdens het rijden heb ik genoten van het echte Harley-gevoel, maar tegelijkertijd had ik minder gevoel in mijn benen. De grip bleef ook tijdens de plensbui prima. Verder bevielen de vering en het krachtige motorblok goed. Al met al is de Slim 107 een mooie motor, maar de Fat Bob is toegevoegd aan mijn wensenlijst.
“BEGINNENDE LIEFDE VOOR BREAKOUT”
Naam: Rob Hakstege
Leeftijd: 47 jaar
Rijdt zelf: Yamaha FJR1300
Gereden modellen: Breakout en Iron 883
Al in de showroom van Harley-Davidson Big Rivers in Heteren voelde ik me werkelijk alsof ik als kleine jongen de grootste, plaatselijke speelgoedzaak in liep. Mijn ogen rolden van links naar rechts en weer terug. Waar moest ik kijken? Wat een prachtige motoren. En al snel was ik mijn aanvankelijke vooroordeel rond Harley-Davidson kwijt, vergeten….
De Breakout is een goed ogende motor en beantwoordt volledig aan het beeld waaraan een Harley-Davidson moet voldoen. Als je echter beter kijkt, valt op dat er over de vormgeving van deze motor goed is nagedacht. De extreme balhoofdhoek en de enorme achterband mogen er zijn. De achterband is niet zomaar een band, nee, een echt vette achterband. Al snel rijst bij mij de vraag: ‘Hoe krijg je zo’n machine de bocht door?’ De eerste meters met deze 294 kilo zware schoonheid zijn dan ook even wennen, maar na enkele meters voelt de Breakout werkelijk als een goed zittende jas. Bochten geen probleem. Zelfs met hoge snelheid blijkt de Breakout erg graag door de bochten gestuurd te worden. De zitpositie is er een die daar zeker aan bijdraagt. Ook de krachtige motor is erg plezierig. Altijd voldoende vermogen en een voorspelbare respons op het gas. Al met al voor mij meer dan zomaar een motor. Ik zou willen zeggen een stukje kunst waarmee elke rit een uitje wordt.
De Iron 883 is een klasse apart. Hij oogt gedrongen, is uitermate wendbaar en erg gretig. De zitpositie is anders dan je bij een Harley verwacht, maar klopt verder aan alle kanten. Zijn karakter zorgt ervoor dat je van ieder moment geniet. De gasrespons is direct en de combinatie van ergonomie, motorische- en rij-eigenschappen maken dat deze Sportster ook goed tot zijn recht komt bij binnenstedelijk gebruik. In mijn ogen een alleskunner met karakter, waarbij iedere rit een grote glimlach op het gezicht van de berijder zal veroorzaken.
Wat ik aan deze lezerstest heb overgehouden, is dat ik mijn mening over Harley echt heb bijgesteld. Ik koester zelfs een soort van beginnende liefde voor vooral de Breakout.
“FLINK WAT VERBETERD”
Naam: Rino Kentie
Leeftijd: 62 jaar
Rijdt zelf: Yamaha Tracer 900
Gereden modellen: Low Rider en Fat Boy
Ik heb 38 jaar Harley-Davidson gereden en in die periode heb ik allerlei modellen en bouwjaren in mijn bezit gehad. Ik maak graag lange tochten in de bergen en ben een paar jaar geleden met Harley gestopt, omdat ik toe was aan iets dat gemakkelijker stuurt, veert en remt. Ik was geïnteresseerd in de testdag om te zien in hoeverre huidige Harley-modellen zijn verbeterd vergeleken met hun voorgangers.
De eerste motor die ik reed was een Low Rider met 107-motorblok. Het viel mij direct op dat deze motor strakker stuurt en veert ten opzichte van eerdere modellen, waarvan het blok in rubbers was gemonteerd. De Low Rider stuurt prima door zowel krappe als ruime bochten. De remmen zijn ook duidelijk verbeterd – wel is de voorrem wat moeilijk te doseren en is het achterrempedaal bij dit model moeilijk bereikbaar. Het motorblok is echt fantastisch, loopt soepel en is af te knijpen tot 1.500 toeren. Het blok is beresterk tussen 2.000 en 4.000 toeren – echt een lust om te ervaren.
De tweede testmotor was een Fat Boy (een nazaat van de motor uit de film Terminator 2). Ik heb deze motor gekozen om het 114-blok te kunnen testen. Wel, ‘bigger is not always better’; dit grotere blok draait duidelijk minder soepel, terwijl het krachtverschil klein is. Mijn voorkeur zou uitgaan naar het 107-blok. De Fat Boy stuurt minder gemakkelijk dan de Low Rider, vooral in korte bochten, maar de rechtuitstabiliteit is prima. De achterrem is bij dit model wel goed te bedienen door het hoger geplaatste rempedaal.
Van beide modellen vond ik het zadel en de zithouding comfortabel. Verder zijn de motoren goed afgewerkt; de ervaring leert dat lak en chroom van Harley’s erg lang mooi blijven. De sound-engineering van Harley is geslaagd, de uitlaten produceren een voor de berijder aangename roffel. De motoren zijn laag en hebben daardoor een beperkte veerweg – ik was echter aangenaam verrast door de comfortabele vering – verkeersdrempels waren geen probleem. Kortom, flink wat verbeteringen vergeleken met de vorige generaties Harley’s. Ondanks de positieve ervaring, kwam ik op de terugweg naar huis toch tot de conclusie dat mijn Tracer 900 geschikter is voor lange reizen naar, en in de bergen….
“EEN ZIEN WAT MIJN JAPPANERTJE WAARD IS BIJ INRUIL”
Naam: Rob Kuiper
Leeftijd: 47 jaar
Rijdt zelf: Yamaha XJ6
Gereden modellen: Fat Bob en Road King Special
Als eerste heb ik de Fat Bob gereden. Deze houdt mooi het midden tussen ‘good old’ Harley-charme en een bad ass-uitstraling. Met natte wegen tussen de landerijen en allerlei ‘rotzooi’ op de weg was het in eerste instantie wennen aan het koppel, wetend dat er geen tractiecontrole op zit. De zithouding is goed, de voetsteunen staan verder naar voren dan bij de sportieve zit die ik gewend ben, maar dat is niet storend. De benen sluiten goed aan op de tank en het bovenlijf helt voldoende naar voren voor een actieve houding. En met het brede, bijna rechte stuur voelt het als een vette motor waar je goed de blits mee kan maken.
Op de rechte stukken is het een genot om het vanaf 2.000 toeren het gas open te draaien en met vette klappen vooruit te gaan. Minpuntje hierbij is dat er een kleine vertraging in de gasreactie lijkt te zitten. En als we dan toch aan het muggenziften zijn: de afstand tussen spiegels en handvatten is aan de kleine kant, waardoor je soms de spiegels raakt bij koppelen en remmen. Het display op de tank hoort natuurlijk wel bij een Harley, maar de snelheid is slecht afleesbaar, het is sowieso irritant om steeds zover naar beneden te moeten kijken. Het minimalistische LCD-display op het stuur van een aantal andere 2018-modellen vind ik beter passen bij de stoere looks van deze fiets.
Eenmaal op een opdrogende dijkweg blijkt deze motor goed te sturen, zonder dat je al te veel moeite hoeft te doen om in te sturen. Het aantal kilo’s dat ik bij stilstand nog wel voelde, was daarbij ook niet meer te merken. Als ik ruim 21 duizend euro lachend uit kon geven, zou ik deze motor een weekend serieus in de Eiffel willen testen en dan eens gaan praten bij Big Rivers wat mijn ‘Japannertje’ waard is bij inruil.
Na de Fat Bob was de Road King Special aan de beurt. 355 Kilo schoon aan de haak en dat merk je als je erop stapt. De zwarte versie is een schoonheid om te zien met de rode accenten van de remmen, luchtfilter en bougiekabels. Het gewicht verdwijnt als je eenmaal op weg bent. De zithouding is zeer ontspannen met de armen licht gebogen en de voeten op de treeplanken. Voor ik opstapte dacht ik dat het mooie, prominent aanwezige luchtfilter in de weg zou zitten, maar dat was niet het geval. Je zit als een vorst op een (niet te) zacht zadel en met de cruise control nodigt deze motor uit om ontspannen in een combinatie van snel- en provinciale wegen naar Zuid-Frankrijk te rijden. Net als bij de Fat Bob is ook bij de Road King de ruimte tussen spiegels en stuur beperkt. Wat op de Road King beter is, is dat het analoge deel van het dashboard is gebruikt voor een snelheidsmeter. Zeg nu zelf, bij een Harley is een grote toerenteller zoals bij de Fat Bob toch overbodig?
Door het drukke verkeer heb ik het stuurgedrag niet goed kunnen testen, maar dat zou ik met droog weer graag nog eens doen op een van de vele mooie dijken in Nederland. Lekker ontspannen sturen na een koffie op een terras keyless wegrijden; geen gehannes met sleutels voor een vol, kwijlend terras.
“CONCEPT MOTORRIJDEN FLINK OPGESCHUD”
Naam: Dyon Noordman
Leeftijd: 25 jaar
Rijdt zelf: Triumph Sprint RS 955i
Gereden modellen: Street Rod en Sport Glide
In mijn ogen staat Harley-Davidson synoniem voor dikke klappen, ‘good vibrations’, geen haast en ‘Easy Rider’. Enter de Street Rod. Als Harley-Davidson-maagd voldeed de Street Rod niet aan mijn beeld van een H-D: dikke klappen? Nee. Good vibrations? Zeg maar geen vibrations, tenzij je ‘m wat doortrok, maar dan begon ook alles te trillen en niet op een goede manier. Maakt dat hem een slechte motor? Absoluut niet, ik vond het een hele leuke ervaring. De Street Rod is een vlot sturende, goed rijdende, ontzettend soepele kruising tussen een naked bike en een cruiser. Het enige dat hem tegenwerkt, is de tekst ‘Harley-Davidson’ op de tank, dit wekt toch wat verwachtingen die de Street Rod niet waar kan maken.
De Sport Glide met 107-blok vinkte met een druk op de startknop al mijn Harley-Davidson-associaties af. Daar waren de rustige, kalmerende maar flinke klappen van de flinke zuigers, de good vibrations en het Easy Rider-gevoel. Waar ik op de Street Rod zo wegreed, kwam ik met de Sport Glide toch wat wiebelig van de plek, even wennen aan het gewicht, de omvang en de geometrie van deze cruiser. Dat dit een ‘Sport’ Glide is, maakt me wel nieuwsgierig naar een non-sport H-D. Kracht zit er in ieder geval voldoende in, gas geven is een verslavende actie, wat resulteert in een leuke versnelling en een lekker geluid. Waar ik de zitpositie met de ‘forward controls’ en het immens brede stuur in eerste instantie wel fijn vond, veranderde dit na een half uur in een pijnlijke onderrug en schouders. De zithouding is echt niks voor mij, al is mijn lengte (of het gebrek hieraan) hier wellicht enigszins debet aan. Met het stereotype dat een Harley-Davidson niet remt, stuurt en dat alles eraf trilt heeft deze Sport Glide wel korte metten gemaakt.
Conclusie: Harley-Davidson rijden is een hele beleving, die het concept motorrijden voor mij flink heeft opgeschud. Met een goed gevulde portemonnee en ruimte voor een derde of vierde motor zou ik zeker een Harley-Davidson willen hebben voor die lange, warme zomeravond om even lekker je hoofd leeg te rijden.
“DIE 883 IS ONDERGEWAARDEERD”
Naam: Kees Visser
Leeftijd: 57 jaar
Rijdt zelf: Harley-Davidson XR1200X
Gereden modellen: Iron 883 en Breakout
De Iron 883 is een makkelijk te rijden motorfiets, ondanks het best nog wel grote gewicht voor zo’n kleine motor (rijklaar iets van 250 kg). Ik ben zelf bijna twee meter lang en ik kon er goed mee uit de voeten. Deze Iron 883 is een erg makkelijk te rijden motor en eigenlijk een beetje ondergewaardeerd. Pluspunten: keyless starten, info op display en te bedienen via knoppen op het stuur. Minpunten: afwerking bouten en moeren van goedkoop uitziend materiaal, veel te kleine tank en iets te zacht zadel. Voor de rest een prima opstapmodel, als je even niet aan de prijs denkt.
Ik was aanvankelijk wat huiverig om met zo’n grote Harley als de Breakout te rijden, maar als het eenmaal rolt valt het reuze mee. Toch is een zesbak in mijn optiek wat overdreven, aangezien je dan vrij snel onder toeren gaat rijden en nogal wat kapot kan maken aan bijvoorbeeld de primaire aandrijving en koppeling. Ook deze Harley heeft een keyless-startsysteem en biedt behoorlijk wat info op het dashboard, te kiezen middels knoppen op het stuur. Dat laatste vraagt wel wat gewenning. Ook de Breakout is afgewerkt met goedkope bouten en moeren, zeker als je naar de prijs kijkt van de machine. De eerste indruk van deze machine is verder goed. Hij stuurt goed, rijdt en remt prima, maar af en toe moet je wel serieus rekening houden met het gewicht. Ook is bij nat weer het vermogen onderin iets om in de gaten te houden, want op (zeer) nat wegdek had ik het achterwiel diverse keren aan het spinnen. Verder ben ik zelf niet zo kapot van de onderuit gezette voorvork, maar al met al is het een motor waarmee je, ondanks het gewicht (droog iets van 295 kilo, rijklaar
ruim 320 kilo) best kunt opschieten.
“ZE HEBBEN ALLEMAAL EEN EIGEN KARAKTER”
Naam: Jan Pieter Groen
Leeftijd: 54 jaar
Rijdt zelf: BMW K75RT
Gereden modellen: Low Rider en Sport Glide
Ik heb wat met Harley-Davidson en hun slogan ‘All for freedom, freedom for all’ spreekt me wel aan.
Harley-Davidson-dealer Big Rivers had door een heuvelachtig rivierengebied een prachtige rit met veel stuurweggetjes uitgezet waar we konden ‘spelen’ met de nieuwe Softail modellen, voorzien van het nieuwe frame en het nieuwe Milwaukee-Eight motorblok.
De Low Rider heeft een echte jaren ’70 styling. Veel glanzend chroom en een dikke console op de tank met snelheidsmeter én (verrassing!) toerenteller. Die laatste is door het lagetoerenkarakter van het blok eigenlijk overbodig en door de plaatsing buiten het blikveld ook nauwelijks bruikbaar, hetgeen ook geldt voor de controlelampjes. De bediening van de zelf-uitschakelende knipperlichten gaat met twee separate knoppen links en rechts op het stuur zoals mijn BMW ook heeft. Door de (min of meer) gewone voetsteunen in combinatie met het lage zadel zat ik met m’n 1.91 meter een beetje opgevouwen, maar dat viel later niet meer op. Op de kronkelende dijkweg langs de rivier stuurde de Low Rider, mede door de normale bandenmaten, erg fijn en vertrouwenwekkend. Minder is toch vaak meer, zo zie je maar.
Bijna geheel in stemmig zwart met hier en daar wat chroom en aluminium, zo ziet de Sport Glide er uit. Op een ingetogen manier heel stoer, met afneembare zijkoffers en stuurkuipje. De zitpositie met de ‘forward controls’ is niet echt sportief en op een slingerend dijkweggetje moest ik er toch wel even aan wennen. Sportief rijdt ‘ie echter wel. Heerlijk licht sturen, comfortabele en stabiele vering, lekker zadel en stuur, en een motorblok dat kracht in overvloed heeft. Een streepje gas, en gáán! Ja, we konden het uitstekend met elkaar vinden!
Op het eerste gezicht lijken de nieuwe Softails heel veel op elkaar, maar door het gebruik van andere wielen, zitpositie en aankleding rijden ze toch heel anders en hebben ze elk een eigen karakter. Iemand die interesse heeft in een Harley zou ik daarom zeker aanraden om op meerdere modellen een proefrit te maken om zo de motor te vinden die het beste bij je past.