Nieuws

Kreta, Griekenland

Je kunt natuurlijk de winter kortstondig ontvluchten met een bezoekje aan één van de Canarische Eilanden, maar je kunt het ook eens een keer in een heel andere hoek zoeken. Door offroad de wilde bergen van het Griekse eiland Kreta te ontdekken bijvoorbeeld. Meer oorspronkelijke natuur, cultuur en bochtenintensiteit is er bijna niet mogelijk. Mediterraan levensgeluk op twee wielen!

Yannis Michalakis, die in twintig jaar tijd niet ouder lijkt geworden, staat ons in het glinsterende zonlicht al op te wachten. Met de gebruikelijke mengeling van vriendelijkheid en charisma begroet hij onze vriendengroep op het vliegveld. De afgelopen twintig jaar is Yannis altijd mijn eerste contact geweest bij een bezoek aan Kreta, het voelt daarom als thuiskomen. Nog veel meer wanneer we aankomen bij zijn bedrijf Eurodriver in Malia. Zijn vrouw Julie en hun drie zonen Aris, Stelios en Alex zorgen voor een warme sociale uitwisseling. De noodzakelijke formaliteiten zijn in een mum van tijd afgehandeld en vervolgens hoeven we alleen nog maar een motorfiets uit te kiezen. “Daarna is er koffie”, aldus de baas.

Met het oog op onze ambitieuze plannen in de bergachtig deel van Kreta, had ik vooraf al gekozen voor de Honda CRF300, maar nu ik de hagelnieuwe Kove 450 Rally, met net zestig kilometer op de teller zie staan, besluit ik toch anders. Yannis maakt het niet uit, die geeft meteen groen licht. Hij weet werkelijk alles over zijn motoren, meer dan menig expert, en heeft de nieuwste modellen uit verschillende klassen in zijn vloot. Zijn zonen houden de motoren in topconditie, wat soms een behoorlijke kluif is. Niet zelden overschatten klanten zichzelf en denken dat ze op de bochtige wegen en rostachtige paden van het eiland dezelfde grote motorfiets als thuis moeten hebben, bij voorkeur nog een zwaardere. Dat kan, maar pakt niet altijd even goed uit. Onlangs nog werd hij door een wanhopige klant opgebeld, die zichzelf op een steil bergpad muurvast had gereden. Hij kon niet meer voor of achteruit. Samen met zijn oudste zoon moest er daarom een reddingsoperatie op touw worden gezet, die gelukkig goed afliep. Al denkt de beste man een volgende keer waarschijnlijk wel twee keer na voor hij met een dikke 1250 boxer de bergen induikt…

Kreta is een ware smeltkroes van culturen, was van 3000 tot 1100 voor Christus de thuisbasis van de eerste Europese beschaving. De Minoïsche cultuur was een rijke, artistieke, zeer geritualiseerde beschaving waarvan de naweeën nog altijd duidelijk zichtbaar zijn op het eiland, onder meer in de vorm van prachtige bouwwerken zoals Knossos, Festos, Malia en Zakros. Zijn wij dan wellicht Filistijnen, omdat we de archeologische parels, prachtige kerkjes en eeuwenoude bomen veelal links laten liggen en hier vooral komen motorrijden? Hoewel, we hebben ook nog wel wat cultureels op de agenda staan.

Na een winderige en glooiende klim naar Krasi krijgen we bijvoorbeeld kortstondig onderricht in het Homo Sapiens Museum, waar onder andere duidelijk wordt dat de oudste sporen van menselijke beschaving hier meer dan 130.000 jaar oud zijn. Het is altijd een levendig eiland geweest, waar de wereld van de Griekse goden zich op de mooist mogelijke manier heeft kunnen ontwikkelen. Met onder meer de Grot van Zeus als lichtend voorbeeld, meer bekend als de Dhikteïsche Grot. Het eiland heeft kortom een rijke geschiedenis, een roerige overigens ook. Meer dan eens moesten de trotse Kretenzers zich verdedigen tegen indringers, die ook wel heil zagen in het eiland.

Niet veel later leiden we de offroads in alle rust over de Lassithihoogvlakte. Vroeger was deze bebost, maar werd op een bepaald moment ontgonnen en nog altijd vindt er landbouw plaats, wat niet gemakkelijk is vanwege de hoogte op meer dan 800 meter. De karakteristieke oude windmolens met hun witte wieken, die de vlakte in het voorjaar het aanzien geven van een weiland met madeliefjes, dreven vroeger waterpompen aan. Elektriciteit kwam hier pas in de jaren 60 en inmiddels zijn de oude watermolens grotendeels vervangen door elektrische pompen. Gelukkig zijn er een paar van de witte wieken bewaard gebleven voor toeristen.

De wind drijft ons van de hoogvlakte weer naar beneden het dal in, dwars door lome, kleine dorpjes richting het zuidwesten. Op de kleine weggetjes blijkt de unanieme keuze voor lichte offroads de juiste te zijn. Ik heb wel wat moeite met de Kove op het asfalt, de prachtige machine toont zijn ware talent namelijk pas op de eerste gravelwegen. Ik ben overigens niet de enige die nieuwsgierig is naar deze Chinese rallyraket, ook anderen uit de groep willen ‘m graag een keer proberen. En dus wordt er veelvuldig gewisseld van motor, wat de ervaring alleen maar meer intens maakt. Eenmaal zelf weer in het zadel van de Kove dient zich als snel een heerlijke offroadpiste aan. Het gas gaat meteen los met drifts, bescheiden sprongetjes en een fiks tempo als resultaat. Wat een genieten! De 450 haalt duidelijk het duiveltje in je naar boven. Het gaat harder en harder, wilder en wilder, totdat het een paar keer bijna mis gaat. De jeugdige uitbundigheid en onze gemiddeld toch al behoorlijk gevorderde leeftijd is geen goede combinatie. En omdat we allemaal, op één uitzondering na, al een keer flink in de kreukels hebben gelegen, besluiten we daarom verstandig te zijn. We gaan even terug naar Yannis en ruilen de brute Kove om voor een meer bescheiden CRF300. Iets met zelfbescherming…

Hoog in het Asterousiagebergte, op het zuidelijke deel van Kreta, ligt het dorp Kapetanianá. Niet ver daarvandaan rijst de twaalfhonderd meter hoge top van Kófinas op. Vanaf hier leiden talloze offroadpistes naar afgelegen kloosters, kloven en baaien. We overnachten in resort ‘Thalori’, wat ‘bergen en zee’ betekent. Rust gaat er hand in hand met fantastische uitzichten en een eersteklas keuken. Voor het avondeten moeten we naar het achthonderd meter lager gelegen strand. Een rotsachtig pad voert erheen, maar het is verder dan verwacht. Best vermoeiend, maar daardoor smaken het bier en de onvermijdelijke raki wel een heel stuk beter: Jamas! Proost!

Huishond Subaru, een aanhankelijke Jack Russell, wil de nacht op onze kamer doorbrengen, maar dat lijkt ons geen goed idee. Na een best vermoeiende rijdag is een goede nachtrust wel welkom en dat gaat zeker niet lukken met dit overactieve viervoetertje in de buurt. De volgende ochtend vroeg worden we gewekt door ezels, hanen en kerkklokken. Iedereen heeft klaarblijkelijk flink wat energie bijgetankt en is zo enthousiast over de plek, dat we besluiten er een extra nacht te verblijven. Kunnen we vandaag mooi besteden aan het verkennen van het hele Asterousiagebergte en de directe omgeving. Geen asfalt, want het netwerk aan smalle, oude gravelwegen, die in avontuurlijke lussen omhoog de bergen in slingeren en dan weer terug naar de zee, is eindeloos en biedt voldoende vertier voor dagenlange expedities. Plotseling begint mijn goedmoedige CRF wat vreemd rijgedrag te vertonen. Een dikke spijker heeft zich vastgepind tussen de profielblokken van de achterband, die nu lek is. Plakken? Nauwelijks gereedschap en geen bandenreparatiesetje bij ons. Het voelt al net als vroeger: “Ik dacht dat jíj dat bij je had?” Dus rijden we omhoog tot we ontvangst hebben en bellen Yannis. Anderhalf uur later stopt de pick-up met Aris aan het stuur, in de bak een nieuwe CRF300 Rally. We kunnen weer. We klimmen over steile hellingen, met de Libische Zee aan de horizon, en spotten enorme vale gieren, steenarenden, buizerds en valken. De roofvogels zweven vaak onder ons, eindeloos glijdend op de opwaartse thermiek zonder met hun vleugels te slaan. Op een gegeven moment komt er zelfs een zeldzame lammergier voorbij, die erom bekend staat schildpadden op te pikken en ze van grote hoogte te laten vallen, om zo via het gebarsten schild bij het vlees te kunnen.

De panorama’s, het rijplezier en prachtige landschappen blijven maar toenemen. De geur van wilde kruiden, tijm, rozemarijn en lavendel, dringt zich voortdurend op in de helm. We stoppen vaak, alleen maar om de magie van het gebied in ons op te nemen. Drie of vier uur lang zien we niemand, alleen geiten en schapen die blijkbaar goed kunnen klimmen. Dan komen er twee andere motorfietsen op ons af. Op de motoren zie ik de sticker van Achilles Kavagiozidis, een andere kennis op het eiland die vanuit Matala tochten aanbiedt. Als we dan toch stof moeten happen, dan maar van hem!

In de buurt van Gortina duiken we een hobbelig pad op, dat door een schilderachtige rotskloof naar het strand van Tripiti voert. Hier hebben ware levenskunstenaars een thuis voor zichzelf hebben gecreëerd. Zou het niet iets zijn om alles achter te laten en in zo’n caravan, levend van de lucht en liefde, wat sieraden te verkopen? Klinkt best aantrekkelijk, maar toch wordt ik nu liever opgezogen door de machtige bergen van Oros Idi met onder andere de Ida Psiloritis, de hoogste berg van het eiland. We bereiken het berggebied via smalle, kronkelige weggetjes, deze keer met veel asfalt en heerlijke bochten. Iets te heerlijke bochten zo blijkt al snel. Bam, in een bocht glijdt plots een CRF gevoelsmatig uit het niets onderuit. Rijder noch motor mankeert iets, maar de schok is wel enigszins voelbaar. Ik had nog gewaarschuwd dat het asfalt soms erg glad kan zijn, maar ja, achteraf is het makkelijk praten. Dan nog, hebben we ons ooit laten leiden door waarschuwingen? Hoe goed bedoeld ook.

Geen tijd om er lang bij stil te staan, we gaan gewoon weer verder. We blijven hoger en hoger klimmen. Vol vertrouwen laveren we naar uitzichtpunten met een zicht van vijftig kilometer en meer. Panorama’s als vanuit een vliegtuig. Het is koel en eenzaam hierboven, maar we zijn in harmonie met onszelf en de onmetelijkheid van de natuur. Later, met de druk op onze oren, dalen we weer af naar lager gebied via paden die gedeeltelijk zijn geërodeerd. Een gevoelsmatige duizend bochten en meer krijgen we voor de kiezen, eerst op gravel en daarna op asfalt. We banen ons een weg naar het westen door de bergketens, steeds op zoek naar de kleinste paadjes.

In de bergdorpjes lijkt de tijd te hebben stilgestaan. Niet elke boer kan zich klaarblijkelijk een tractor veroorloven, sommigen werken nog met een paard of ezel. De mensen zijn vriendelijk en behulpzaam, en kustplaatsen als Fenix, Chora Sfakion, Preveli, Triopetra en Agios Pavlos, worden in deze tijd van het jaar nog niet overspoeld met toeristen. Er heerst een heerlijke gastvrijheid in taverna’s, waar we na de lunch nog even een verfrissende duik in zee nemen. Even de bezwete lichamen afspoelen in het aangename zeewater na de avonturen in de bergen van Léfka-Ori. Het is gewoonweg prachtig hier aan deze schilderachtige zuidkust, niemand kan en wil zich er van losrukken, maar de klok tikt verder. Ook al hebben we nog maar een klein deel van het eiland gezien, we hebben nu al een schat aan indrukken opgedaan. Je zou bijna geloven dat Kreta ook het thuis is van de motorgoden. Een van hen wacht ons na een hemelse week op in het glinsterende licht van Malia. Of we ons een beetje vermaakt hebben? Een beetje veel wel…

Gerelateerde artikelen