+ Plus

Jack Middelburg wint de TT

De voortekenen stemmen niet gerust. Jack Middelburg heeft een slecht been, een souvenir van een eerdere blessure. Zijn Yamaha TZ500G zou 130 pk hebben, maar is langzaam en stuurt rampzalig. Maar een paar weken voor de Dutch TT last Nico Bakker een speciaal frame en laat monteur Adri van den Broeke zijn gouden handjes extra wapperen. Tijdens de sterk bezette internationale races in Raalte wint een herboren Middelburg beide races voor Suzuki-fabriekscoureur Graziano Rossi. Die glanzende generale krijgt een vervolg op zaterdag 28 juni. Een bewolkte, miezerige dag, maar de 28-jarige Jack Middelburg doet de zon schijnen. Vijf mannen die er toen bij waren, kijken 35 jaar terug op de gedenkwaardige Dutch TT van 1980. “’Ging wel goed, hè’, zei hij zelf.”

De wedstrijdleider: Jaap Timmer
“Altijd goed voor verrassingen”
Achteraf gezien heeft Jaap Timmer misschien wel te weinig genoten van Jack Middelburgs overwinning in Assen. En dat terwijl hij als wedstrijdleider later ook naast dat gedenkwaardige podium staat: Middelburg en zijn monteur Adri van den Broeke worden geflankeerd door tweede man Graziano Rossi en derde man Franco Uncini. “Het deed me zeker wel wat”, zegt ‘Mister TT’ Timmer. “Als wedstrijdleider moest ik overal op letten en ik heb niet zo heel veel van de races gezien. Natuurlijk had ik wel door wat er allemaal gebeurde. Die slicks op de nog natte baan… Die slechte start…. En toen hij vooraan kwam te rijden: dat gejuich van het publiek! Met die gok met de banden kreeg hij het geluk aan zijn zijde, maar Jack gaf de doorslag. In mijn beleving was het niet zo’n groot feest als toen Hartog in 1977 won. Jack stond al op pole; er was al wel een zekere verwachting. Toch was het wel een verrassing dat hij won. Jack was altijd goed voor verrassingen.”
Dat maakt Timmer zelf mee in Engeland. “We hadden een goed contact en ik kon het erg goed vinden met z’n vader Willem. Jack was een heel zacht mens, met vele facetten en een hele droge Westlandse humor. Heel rustig, maar ook met heel veel talent. Alleen die dag in Engeland… Hij had zich verslapen en we moesten hem wakker maken. In z’n pyjama moest ie naar het circuit.”
Is Middelburgs TT-overwinning in 1980 bijzonder, met zijn bijna onmogelijk geachte zege op het circuit van Silverstone in 1981 verdient ‘Jumping Jack’ wereldwijd respect. “Dat was onvergetelijk”, zegt Timmer. “Dat hij op een privé-Suzuki drievoudig wereldkampioen Kenny Roberts binnendoor passeerde op een plek waar het eigenlijk niet kon en toen ook nog versloeg… Die overwinning verdiende hij helemaal zelf als rijder.”

De teamgenoot: Boet van Dulmen
“Achteraf dik feest”
Boet van Dulmen vormt in 1980 een team met Jack Middelburg. De coureur uit Ammerzoden is in 1979 dankzij onder meer een overwinning in de Grand Prix van Finland vóór Middelburg zesde geworden in het 500 cc-wereldkampioenschap. Als Yamaha bekendmaakt dat het met een replica van de kampioensmachine van Kenny Roberts komt, zet Van Dulmen vol vertrouwen zijn Suzuki aan de kant. Maar net als zijn nieuwe teamgenoot Middelburg, blijft ook Van Dulmen puntloos tot de Dutch TT. “Ze hadden ons andere motoren beloofd”, zegt Van Dulmen. “Vanaf de eerste keer dat we ze probeerden, viel het tegen. Het frame stuurde niet en het vermogen was minder dan verwacht. Importeurs die zo’n ding hadden gekocht voor coureurs, gingen ook klagen. Wij zaten in hetzelfde bootje als Barry Sheene en Patrick Pons. We hadden op veel meer gehoopt. Al voor de eerste race heb ik gevraagd of Nico Bakker niet een frame kon maken. Maar die kon er niet meteen aan beginnen, want het moest wel betaald worden. Wie de frames heeft betaald? Ik denk Yamaha.”
De eerste test op de Oostenrijkse Salzburgring moet Van Dulmen toekijken. “Ik was geblesseerd, maar ik was wel gegaan om te kijken. Ik had wel in de gaten dat Middelburg een stuk beter ging.” Als hij zelf echter kennis maakt met de Bakker/Yamaha, loopt Van Dulmen niet over van enthousiasme. “Het was eigenlijk nog niet zo heel veel beter, vond ik. Maar dat kon ik zo niet zeggen, want je moest positief praten, hè. Ik heb destijds veel geld gebeurd van Yamaha.”
Desondanks rijdt Van Dulmen verreweg zijn beste race van het jaar en achter de triomferende Middelburg, Graziano Rossi en Franco Uncini finisht hij – net voor Suzuki-fabriekscoureur Randy Mamola – als vierde. “Het is dat jij het zegt, ik kan me er heel weinig van herinneren”, zegt Van Dulmen. “Ja, wel dat het achteraf dik feest was. De TT van 1981, die had ik kunnen winnen. Maar Hartog nam officieel afscheid en dat duurde allemaal wat langer voordat de race werd gestart. En ik wilde wachten totdat Roberts (met wie Van Dulmen een goede verstandhouding had, FW) kon starten. Hij had problemen met zijn remblokken. Als we op tijd waren begonnen, had ik op de natte baan een groter voordeel gehad. Uiteindelijk haalde Marco Lucchinelli me nog in. Maar goed, die werd later ook wereldkampioen, dus… Maar die Yamaha in 1981, dié hadden we een jaar eerder moeten hebben. Dat was wel een goed ding.”
Middelburg en Van Dulmen komen in 1983 lijnrecht tegenover elkaar te staan als beiden via hun respectievelijke managers Jan Muis en Jan Huberts hun zinnen hebben gezet op een nieuwe Honda RS500-produktieracer. Als blijkt dat de KNMV participeert in het project van Middelburg en co, escaleert de zaak. “Heel jammer”, zegt Van Dulmen nu. “We waren eigenlijk vrienden, we konden het heel goed met elkaar vinden. We kenden elkaar ook al langere tijd. Als rijder was hij heel speciaal, heel speciaal. Hij was bereid om meer risico’s te nemen dan ik.”

De ‘coming man’: Hans Spaan
“Lompe dingen”
Voor Hans Spaan is zaterdag 28 juni 1980 een bijzondere dag. Op de dag dat 50 cc-coureur Cees van Dongen na 27 jaar afscheid neemt, rijdt de dan 21-jarige Spaan zijn eerste Dutch TT. In de kwalificatie zet de Nederlandse 50 cc- kampioen een geweldige derde tijd achter de Kreidler-fabriekscoureurs Ricardo Tormo en Stefan Dörflinger, in zijn debuut-Grand Prix is het podium net wat te hoog gegrepen. Maar met een vierde plaats achter de ervaren Tormo, Dörflinger en Eugenio Lazzarini presteert Spaan boven verwachting. “Het was feest”, herinnert de huidige technische opperman bij RW Racing GP zich. “En vervolgens kwam Middelburg nog…. Het totale plaatje van die TT was heel mooi. Eerlijk gezegd heb ik van die 500 cc-race niet zoveel meegekregen. Het hele weekend waren we toch vooral met ons eigen hebben en houden bezig.”
De 500 cc-klasse waarin Middelburg de ‘jackpot’ pakt, spreekt technisch begaafde Spaan minder aan. In 1989 wint hij in een fenomenale race de 125 cc-race in Assen door de latere wereldkampioen Alex Crivillé achter zich te houden. “Ik wilde altijd 125 cc-wereldkampioen worden. Als dat was gelukt, was ik overgestapt naar de 250. Maar de 500? Nee, onbetaalbaar en technisch minder interessant, vond ik. Ik vond het lompe dingen. Als je ze nu ziet…”
Als Middelburg op 1 april 1984 zwaar crasht op het stratencircuit in Tolbert is Spaan er bij. Twee dagen later overlijdt aan zijn verwondingen op 31-jarige leeftijd. “Ik stond boven op onze vrachtwagen te kijken. Jack was in gevecht met Boet en Rob Punt. Ineens zo’n doffe klap… Die kan ik me nog helemaal voor de geest halen. Natuurlijk, je weet dat het kan gebeuren. Maar als je dan ziet wat voor ellende het veroorzaakt… Een paar jaar na die TT van 1980 leerde ik Jack beter kennen, omdat we toen eenzelfde sponsor hadden. Jack was een mooie vent, makkelijk in de omgang. Zijn karakter vond ik mooi. Het maakte hem allemaal niet zo veel uit, die indruk gaf hij soms. Maar hij ging er altijd voor. Honderd procent. Of zelfs nog meer. Hij deed soms dingen die eigenlijk niet konden.”

De gelapte laatste man: Wil Hartog
“Ik was vreselijk kwaad”
Hij is de enige Nederlander die als 500 cc-TT-winnaar drie jaar later als laatste finisht én gelapt wordt door die andere Nederlander die die dag in Assen wint. “En ik vond het een eer”, lacht Wil Hartog, de eerste Nederlandse 500 cc-Grand Prix-winnaar ooit. Hartog zit zich echter die dag te verbijten op zijn fabrieks-Suzuki. Nog geen enkel punt heeft hij dat seizoen gescoord, terwijl hij vooraf inzet op de wereldtitel. Drie jaar na zijn glorieuze triomftocht in Assen volgt misschien wel de grootste deceptie uit zijn carrière. “Ik was zó boos en gefrustreerd… De mensen van Suzuki wilden niet geloven dat de motor niet wilde lopen. In de race nam ik me voor om net zo lang door te rijden tot hij aan barrelen ging… Maar hij ging niet stuk! Achteraf waren de Suzuki-mannen boos op me. Ik had eerder moeten stoppen, laatste worden was niet goed voor het cv. Dat interesseerde me op dat moment helemaal niks!”
Omdat hij bijna opgesloten in zijn eigen cocon zijn ronden draait, realiseert Hartog zich niet dat Middelburg hem hard nadert. “Ik had ‘m niet zien komen en ik had het ook niet verwacht. Tussen de Ossenbroeken en de Strubben gebeurde het. Ik was vreselijk kwaad. Niet op Jack, hoor. Ik reed slecht en ik finishte slecht.”
Terwijl Middelburg en Adrie van den Broeke op de schouders worden genomen, zoals het met Hartog drie jaar eerder gebeurde, verdwijnt Hartog na vijftien vernederende ronden gedesillusioneerd in het rennerskwartier. “Van die hele euforie rond Jack weet ik niks meer. Ik was heel erg met mezelf bezig. Maar achteraf… Omdat het Jack was, vond ik het prachtig. Ik zag hem altijd als de snelste van ons drieën (Van Dulmen, Hartog en Middelburg, FW). Hij was ook wel eens té snel. Op sommige dagen was hij niet te verslaan. Die dag in Assen klopte alles voor hem.”
Middelburg en hij konden het uitstekend met elkaar vinden, zegt Hartog. “Onze toenmalige vrouwen konden het goed met elkaar vinden en kleine Jacky (Middelburgs zoon, FW) kwam vaak bij ons logeren. Jack was een fantastische coureur met een enorme drive om te winnen. Die race in Silverstone… dat was een unieke race-overwinning. Zelfs Barry Sheene is het nooit gelukt om Kenny Roberts te verslaan op Silverstone, Jack deed het wel! Waarom wij vrienden waren? We waren beide gevoelsmensen. Ik waardeerde hem zeer als sportman en als coureur, maar vooral als mens sloeg ik hem heel hoog aan. Jack had een klein hartje. Hij vond het vast zielig voor me dat hij me tijdens die TT in Assen op een ronde zette.”

De omroeper: Jan de Rooij
“Hij ging zo onbeschoft hard”
In zijn ‘duiventil’ zit Jan de Rooij op die gedenkwaardige laatste zaterdag van juni in 1980 wat verder van de festiviteiten dan hem lief is. Want de man voor wie hij een zwak heeft, wint de Dutch TT – en die Jack Middelburg kent De Rooij goed. “Hoe zal ik het zeggen… Hij kwam veel bij mij in Breda. Ik kende namelijk een goede advocaat en Jack reed niet alleen op het circuit wel eens te hard, snap je”, grinnikt De Rooij aan de vooravond van zijn veertigste TT als speaker. “Ik had een mateloze bewondering voor Jacks inzet, en ook voor zijn manier van leven. Zo gemakkelijk, leek het soms. ‘Doe maar gewoon’, een echte Westlander. Hij was een in en in goed mens.”
De dagen voorafgaand aan de race loopt De Rooij Middelburg geregeld tegen het lijf. “De paddock was toen één grote kermis, hè. Je liep toen nog overal binnen. Jack maakte zich zorgen. ‘Als die poot het maar blijft doen.’ Al tijdens de trainingen was hij een seconde sneller geweest dan Philippe Coulon. En vijf seconden sneller dan Boet en Wil! Alleen: hij kon die motorfiets niet aanduwen, hè. Maar achteraan starten, dat had hij nooit gewild, dat was zijn eer te na. Want als het ding eenmaal liep… Zijn start was desastreus. Toen onder aanvoering van Randy Mamola en Kenny Roberts iedereen weg sprintte, liep Jack nog te duwen. Maar na de eerste ronde was hij al vijfde of zesde, hij ging zo onbeschoft hard op die slicks! Zoals hij door het veld heen slalomde… Het kostte niet veel moeite om het publiek mee te krijgen, kan ik je vertellen! Pas echt spannend werd het toen ie op kop kwam na drie ronden. Of ik dacht dat het nog fout kon gaan? Je kent Jack, hè… Dus: ja, heel eerlijk gezegd wel. Maar hij had vleugels. De laatste twee ronden geloofde ik ook niet meer dat het mis zou gaan. En toen hij voor de laatste keer uit de GT kwam… Dat had ik nog nooit meegemaakt, die reactie was ongekend. Boet, Wil en Jack waren me even lief, maar als je vriend wint… Ja, dan word je wel wat enthousiaster, ja. Ik had het ook wel even moeilijk, maar ik had mezelf ook wel weer snel onder controle.”
Pas uren na de race kan de Rooij de winnaar feliciteren. “Hij was zoals hij altijd was. Heel rustig, met z’n baal shag erbij. ‘Ging wel goed, hè’, zei hij. Haha! Ja, het ging wel goed…”
Foto’s op het podium tonen een bijna verbaasd kijkende Middelburg, het magere gezicht vol ongeloof, weet De Rooij ook nog. “Die blik op die foto’s zegt ook alles: hij wist zelf half niet hoe goed hij was.”

Lees meer over

Honda Suzuki Yamaha

Gerelateerde artikelen

Eerste Test Honda X-ADV

Eerste Test Honda X-ADV

14 november, 2024

Bijna tien jaar na zijn introductie is de X-ADV nog altijd een unieke verschijning. Ligt de concurrentie te slapen ...
Overzicht redactiemotoren

Overzicht redactiemotoren

3 oktober, 2024

Motorrijden is emotie en in dat licht beschenen komt deze Sportster S goed beslagen ten ijs. Niet alleen omdat het ...