Interview Mirjam Pol
Sinds 31 december 2022 is Mirjam Pol officieel een ‘Legend’. De Bornse begon op die dag aan haar tiende Dakar en verdiende zo deze eretitel. De route naar die Dakar van 2023 was voor de 39-jarige Mirjam een soort hink-stap-sprong-actie met bijna net zo veel verraderlijke punten als de woestijnrally zelf. Niet voor niets verzuchtte ze dat het voor haar moeilijker was om aan de start te verschijnen dan om de finish te halen.
Altijd weer dat geld. Ook voor haar HT Rally Raid-teambaas Henk Hellegers waren de problemen die Mirjam Pol moest zien te overwinnen voor haar tiende Dakar niet ongebruikelijk. “Henk weet ook dat ik alles tot aan de laatste cent vóór vertrek betaal. Maar het kan wel zijn dat hij het ook pas op de laatste dag voor vertrek krijgt,” lacht ze luid. En serieus: “Henk legt er geen enkele druk op en ik heb ook nog nooit niet betaald.”
Haar tiende Dakar bracht Pol tot een goed einde: als verreweg de beste van de twee overgebleven vrouwen werd ze 49e overall. Het was niet haar hoogste eindklassering ooit, maar misschien was het wel haar beste rally – ondanks een flinke valpartij op de tweede dag en technische problemen die allebei een voortijdig einde hadden kunnen betekenen. De niet aflatende uitdaging van het avontuur heeft een bijna onweerstaanbare aantrekkingskracht op haar, maar thuiskomen vindt ze net zo mooi. En of het haar beste Dakar was? “Belangrijk vind ik vooral dat ik zélf het idee heb: ‘ja, het klopt’. Met het team, met de motor en met mezelf. Je hebt bij een Dakar heel veel dingen niet zelf in de hand, zoals het weer en de concurrentie. Maar dat laatste is wel heel belangrijk, want ik doe niet voor spek en bonen mee. Daar ben ik te fanatiek voor.”
Naast fanatiek is de Twentse ook authentiek: “Ik heb honderdduizend dingen die mij Mirjam Pol maken. Mensen die wel eens denken ‘is ze het wel of niet’: als ik begin te praten, verraad ik mezelf! Zo ben ik en ik kan me niet anders voor doen. Lijkt me ook erg vermoeiend.” Noodgedwongen is Pol veel meer dan die vrouw die in het offroad-pak op die rally-Husqvarna stapt voor weer een etappe. “Ik zeg ook altijd dat ik in eerste instantie zakenvrouw ben. En als ik m’n budget, m’n PR, m’n nieuwsbrieven en m’n publiciteit in de krant niet voor elkaar heb, heb ik ook geen sponsoren en kan ik niet naar de Dakar.” Of ze zichzelf dan een goede zakenvrouw durft te noemen? “Nee. Haha! Uiteindelijk is sponsoring gewoon je hand ophouden. En proberen iets terug te doen. Ik vraag ook elke sponsor waar hij interesse in heeft en waar ik hem mee kan helpen. Ik heb wel eens teamgenoten gehad die zichzelf verkochten alsof ze wereldkampioen waren. Maar ze kregen wel het budget binnen drie maanden bij elkaar. Ik beloof geen dingen die ik niet waar kan maken. Ik zeg niet dat ik de rally uitrijd. Natuurlijk kan ik zeggen: kijk naar mijn staat van dienst: tien Dakars, negen keer gefinisht! Ik weet waar ik het over heb, maar beloven doe ik niks.”
Je hebt ooit gezegd dat er twee opties zijn, namelijk dat je de Dakar één keer rijdt en klaar bent, óf je raakt verslaafd. Jij bent dus verslaafd, Mirjam!
“Ja. Hartstikke! Liever dit dan drugs of alcohol. Hoewel… ik weet niet wat duurder is, haha! Maar sinds mijn eerste keer in 2006 is er veel veranderd. Voor mij hoefden veel van die veranderingen niet. Omdat je het authentieke verliest. Veel veranderingen pakken negatief uit voor mij. Maar toch kan ik steeds weer een stap bijzetten en verder groeien. Bijvoorbeeld het roadbook. Ik haalde eerder mijn winst – en nog steeds wel – uit de navigatie. Ik zag ’s avonds tijdens de voorbereiding al waar anderen fout zouden rijden. Maar dan zat ik wel tussen de twee en drie uur mijn roadbook in te kleuren. Dat is me afgepakt, want we krijgen nu de rol met onze route pas een kwartier voor de start. Tegenwoordig gaat er ook een alarm af op de motor als er een gevaarlijke situatie in ons roadbook staat. Dan denk ik ‘ja, jongens, zo gaat niemand meer navigeren’. Er zijn er zóveel die blind achter een ander aan rijden, en als je dan ook nog weet dat er bij gevaar vanzelf een alarm afgaat… Jammer vind ik dat. Aan de andere kant, ik ben ook wel eens verrast en rij ook wel eens een paar honderd meter naast de werkelijke route. Als er dan net zo een alarmpje afgaat denk ik ook ‘handig’! Want anders was ik misschien zelf plankgas het gevaar ingereden.”
“Ik durf ook wel te zeggen dat je tegenwoordig alleen nog maar aan de start van de Dakar kunt komen als je een goed niveau hebt. Dat betekent wel dat de Dakar voor de avonturiers over is. Ik zou nu nooit meer de kans hebben gekregen als ik zo had gereden als in 2006. Want je moet eerst andere rally’s rijden om je te kwalificeren en te bewijzen. Ook daarom al heb je nu om te beginnen véél meer tijd en geld nodig dan voorheen.
Maar ik zeg eerlijk uiteindelijk ga je er naar toe voor de race. Ik kom om zo hard mogelijk te rijden. Ik vind het wel jammer dat dat andere er niet meer is, inclusief de ellende: het slapen in een tentje, het midden in de nacht binnen komen, is er allemaal niet meer. De eerste twee keer was voor mij puur het avontuur. Je ziet het op televisie en denkt: dat wil ik ook. In m’n eerste Dakar was ik gewoon aan het rondtoeren. Zoals ik dit jaar, toen ik toen technische problemen had. Ik reed met een vaartje van 60, 65 over de route en ik werd ingehaald door een teamgenoot. Ik zwaai, en denk: nu rij ik net als vroeger, ha! Je komt er wel mee, maar hard ga je niet! De kunst van het rallyrijden is om uit de problemen te blijven!”
Nee, de Dakar is niet haar leven. Motorsport misschien wel, nuanceert Pol. Na de Dakar van 2011 ontbrak haar naam tot en met 2017 op de deelnemerslijst. Vrije tijd bleek toch wel leuk te zijn, net als vakantie. Maar ze genoot ook van een lokaal drieuurs-crossje. Het was ook niet zo dat ze de Dakar volledig achter zich gelaten had, want in in die jaren speelde ze binnen het teammanagement van Henk Hellegers’ team een prominente rol.
“In die tijd heb ik goed om me heen gekeken en kreeg ook in de gaten waarom het budget-technisch gezien niet lukte”, aldus Mirjam. “Ik stond aan de start en ik had serieuze financiële problemen. Pas twee weken voor de rally vond ik nog een hoofdsponsor, maar daar had ik zóveel tijd en energie ingestoken, dat ik de laatste drie maanden niet geslapen had. En niet getraind… Ik stond niet goed voorbereid en uitgeput aan de start, en toen bedacht ik: dit wil ik niet meer! Ik heb ‘m toen wel uitgereden, maar het kostte zoveel energie. Ik wil ook niet meer aan de Dakar-start staan en denken ‘ik wil ‘m graag uitrijden’. Ik wil kunnen zeggen: ik heb een goede voorbereiding gehad, alles is betaald en nu gaat het er om. Dat gevoel zorgde ervoor dat ik er dus een paar jaar tussenuit wilde. Twee dingen kwamen toen naar voren. Ten eerste heb je de rijders die zelf geld zat hebben, maar daar val ik niet onder. En ten tweede de rijders die er vól voor gingen, fulltime. Niks anders doen dan motorrijden. In die vijf tussenjaren heb ik voor acht jaar gewerkt, en toen had ik in ieder geval drie jaar inkomen op m’n rekening. Vanaf toen ben ik dit rallyrijden dus ook full-time gaan doen. In maart zetten we alweer de kalender in elkaar: welke wedstrijden ga ik dit jaar rijden, wanneer is de pre-proloog, wanneer moet het eerste persbericht de deur uit. Maar alles wat ik doe is wel low-budget. Maar ik heb ook nog wel een leven buiten de motorsport hoor!”
Mirjam geeft veel presentaties waarin ze vertelt over haar Dakar-avonturen aan motorclubs en bedrijven, en tijdens die presentaties wordt haar vaak gevraagd of ze ook nog ‘gewoon’ werkt.
“Dan zeg ik dus vergis je niet: ik ben CEO, ik ben finance controller, ik ben chauffeur, ik ben schoonmaker, ik ben monteur, ik ben pr-manager, en als ik dat allemaal goed heb afgewerkt, kan ik ook nog motorrijden’. Ik ben eindverantwoordelijk voor alles. Soms is dat teveel, ja, maar juist door dingen vooruit te plannen, valt er een hele last van me af. Maar eerlijk is eerlijk: de lol gaat er best vaak af, hoor. Dat durf ik heus wel te zeggen. Ik krijg zó vaak de vraag of ik nooit aan opgeven denk. Ja, dat doe ik wel honderdduizend keer gedurende het jaar. Maar niet in Dakar zelf. Want dan ben ik al zover gekomen, als ik aan de start sta, hoef ik ‘m alleen maar af te maken. De grootste ellende heb ik dan immers al gehad.”
Maar slapeloze nachten om zoiets als het budget voor een rally lijken me toch allesbehalve fijn.
“Dat is het ook niet. Het levert wel de nodige stress op. Terwijl ik, en dat klinkt stom, juist afgelopen jaar vroegtijdig het idee had dat er een nieuwe aanwas van sponsoren was, hoewel ik ook wist dat er eentje af zou haken. Maar soms loopt het dan toch anders dan verwacht en dat gebeurde dus. Ik heb heel veel geluk gehad met een aantal sponsoren. Iemand zei ‘het was mijn laatste jaar, maar ik weet dat het momenteel heel lastig is, dus schrijf me er nog maar een jaartje bij’. En iemand vroeg me gewoon ‘hoeveel kom je nog tekort?’ Ik heb toen iedereen aangeschreven van wie ik dacht dat ie misschien nog wel voor een kleiner bedrag bij zou willen springen.
Maar dan heb ik het nog altijd over een paar duizend euro, hè. Soms app ik ook: ‘Dit is het geval, niet schrikken, maar ik bel je morgen. Ik heb er een hekel aan mensen te overvallen. En dan kunnen ze zelf ook al aangeven ‘er is geen budget’. Of wel. Of ze bellen zelf al en zeggen ‘stuur maar een factuur’. Het was dit jaar tot anderhalf, twee weken voor vertrek onzeker, totdat ik een telefoontje kreeg: wat moet er nog bij? Dat geld neemt het plezier in de sport absoluut weg. Ik zou me zó graag onbezorgd voor willen bereiden, helemaal gefocust. Want nu ben je zó druk met dat soort zaken, dat ik dus een paar dagen vooraf pas over de route lees! Hoe meer informatie ik al heb, des te meer rust ik voel. Zelfs informatie waarvoor anderen de kop in het zand steken. Maar ook als ik het niet voor elkaar had gekregen… Ik zal niet zeggen dat ik wel had gemoeten, maar terug kan ook niet meer. In september is er een go-no go-punt, daarna kun je niet meer afhaken voor de Dakar-deelname. Dan ben je je geld allang kwijt. En ga ik dan niet: hoe kan ik dan de sponsoren terugbetalen? Het geld zit al in het team, ik heb de motor al betaald, de inschrijving gedaan en betaald. Dan is het goedkoper om te zeggen: ik ga wel!”
Dat geeft toch heel veel druk?
“Ja, dat klopt. Maar dit is niet de eerste keer, hè. En ik kies hier zelf voor, hè. Dit is hetzelfde als ondernemen. De ene keer gaat het goed, een andere keer niet. Uiteindelijk moet ik het hebben van goodwill en van mensen die het mij gunnen. Maar sta ik op het vliegveld en vraag je me dan of ik er zin in heb, dan antwoord ik nee. Want ik ben er op dat moment nog helemaal niet klaar voor. Ik antwoord pas met ja als ik alles heb afgesloten. De laatste facturen, out of office-reply instellen, de route doornemen… Hoe laat kan ik na een etappe binnen zijn, hoeveel tijd heb ik daarna, wanneer kan ik eten of douchen of slapen. Die dingen vind ik prettig om vooraf al te weten. Dat geeft rust.”
Je wilt alles afgerond hebben; Isle of Man-racer John McGuinness vertelde ooit dat hij zorgde dat zijn tuin er voor de wedstrijd netjes bij lag, voor het geval dat…. Voel jij zo’n ‘verplichting’ ook?
“Eh… niet op die manier. Maar… Wij beoefenen een risicosport, makkelijk zat. Ik heb het er met mijn broer Hans ook wel eens over gehad, met name na het overlijden van Paolo Goncalves en Edwin Straver in 2020. Heel veel mensen verwachtten dat ik er toen wel klaar mee was. En ik vond het juist heel moeilijk dat ik dat dus niét was. Ik had juist daarna extra de drang om weer te rijden. Mijn eerste twee jaren op Yamaha hamerde teammanager Cor Termaat er heel erg op… Ik weet niet of hij kon inschatten of ik alle gevaren wel zag, want dit dametje kwam net van school af en ging Dakar rijden… Maar ik zag de gevaren echt wel. Ik doe dit al vanaf m’n vierde, ik heb al eerder meegemaakt dat mensen wegvielen. Cor hamerde er op dat je iets op papier moest hebben staan voor het geval er écht iets mis zou gaan. Ik ben me er altijd van bewust geweest.
Het jaar vóór mijn eerste Dakar verongelukte tweevoudig winnaar Fabrizio Meoni, en in mijn eerste of tweede Dakar Andy Caldecott. Ik heb nu meer het idee: stel er overkomt mij iets, dan wil ik dat iedereen die mij een dienst of een product geleverd heeft, ook betaald heeft gekregen. Ze moeten niet bij mijn familie aan moeten kloppen, of denken ‘laat maar zitten’. Niks d’r van, je hebt iets gedaan voor me, dus je krijgt je geld. Maar het is niet met de gedachte: ik kom niet terug. Hoewel ik me er wel bewust van ben, dat het zo kan zijn. Ik kom wel eens figuren tegen die zeggen: ‘ik zie geen gevaar’. Nou denk ik dan, het laatste wat jij moet doen, is naar Dakar gaan. Dakar rijden is één en al risicomanagement, dat is waar wij de hele rally mee bezig zijn. Zo simpel is het. En pieken en dalen liggen naast elkaar. Ik bedoel: je kunt niet voor het één kiezen en niet voor het ander!”
Is het een gelukkig leven?
“Ja. Zou ik iets anders willen? Ja, wat meer budget, haha! Ik heb een paar jaar genavigeerd in een auto, ook om inkomen te vergaren. En dan moet je niet denken dat je in driesterren hotels terecht komt, dan praat je over luxe golfresorts. Ook wel eens heel leuk om mee te maken. Maar ik vind het ook gewoon mooi om in een tentje te liggen. Zeker als het goed weer is. Begrijp me goed, ik heb het niet slecht. Ik heb hier thuis nog een crosser en een enduromotor staan. Als het écht slecht zou gaan, stonden die er niet meer. Hoewel die crosser inmiddels zes jaar oud is, maar met een nieuw zuigertje kan die nog wel even door…
En ik zeg ook altijd: als ik niet bij ma Pol zou wonen, dan was het snel afgelopen. Ik moest laatst voor een sponsor een budget opstellen en het viel hem op dat er geen inkomen voor mezelf in stond. Ik zei dat ik dat normaal uit presentaties, evenementen en beurzen haal. Maar hij wilde dat ik er ook een minimumloon voor mezelf in zou zetten. Ik googelen: dát is veel geld, dacht ik nog! Dan kun je wel nagaan waarvan ik leef. En de bus waar ik mee rij, is ook niet van mij. Ja, ik heb een ongebruikelijk leven, maar dat ben ik gewend. Dat was ook al zo toen ik tien was. Of twintig, of dertig. Tegenwoordig is er bijvoorbeeld een damesklasse in de motorcross, en kun je als meisje ook zeggen ‘ik ga crossen’. Dat was in mijn jonge jaren heel anders…”
We kunnen ons wel indenken dat het soms een eenzaam leven is.
“Euhm… Ja, maar ik denk dat voor de meeste topsporters wel geldt. Soms is het heel eenzaam, want je wilt ook niet altijd een ander opzadelen met jouw zorgen en problemen. Ik ben wel zo’n type dat dan het voor zichzelf houdt. Maar het is dan misschien geen man die achter me staat, maar wel m’n familie, vrienden, sponsoren, m’n trainer en Kirsten en Sabine, die de publiciteit regelen. Als ik alles echt alleen had moeten doen, dan was het allang klaar geweest. M’n moeder is het ook altijd zo gewend geweest: die zat na elk weekend met een enorme berg crosskleding bij de was. En daar is ook nooit wat aan veranderd!
Ik krijg vaak de vraag hoelang ik nog wil doorgaan. Dat heb ik misschien niet zelf voor het zeggen, want de houdbaarheidsdatum van een motorcoureur is beperkt. Ideaal is als je het zelf kunt bepalen, maar hoe vaak heb je een ideale situatie? De beslissing is aan mij. In 2021 heb ik ‘m niet gereden. Sommigen dachten dat het kwam vanwege die ongelukken, maar ik zag het vroegtijdig aankomen, dat sponsoring en corona lastig samen gingen. Daarom zei ik in augustus al dat ik niet zou gaan. Maar voor hetzelfde geld was er iets op m’n pad gekomen waardoor ik had gezegd ‘ik heb het mooi gehad, maar ik ga helemaal niet meer naar de Dakar’. Ik zit echt niet met het idee ‘wat moet ik straks toch’. Daar ben ik veel te nuchter en realistisch voor. Ik heb opties genoeg. Ook in de rallywereld, als ik wil. Maar ik ben nu nog echt een Dakar-motorrijder.”
Je hebt de Dakar gereden in Afrika, Zuid-Amerika en in Saudi-Arabië. Er zijn niet veel mensen die dat kunnen zeggen. Ben je trots op jezelf?
“Best wel, maar vooral omdat het zo vaak benadrukt wordt door anderen. Heel stom, maar ik sta nooit stil bij iets. Ik ga altijd plankgas door met het volgende. Heel af en toe moet ik er eventjes bij stil staan, omdat ik er dan door iemand anders op wordt gewezen. En dan denk: ja, eigenlijk is het best een prestatie. Best knap, want hoeveel mensen kunnen hetzelfde zeggen? En ik weet niet of je me ooit hebt zien crossen of enduro-rijden, maar het woord talent kun je dan wel achterwege laten, haha! Mensen zien me dan en denken al snel: ‘en zij rijdt Dakar, hoe is dat mogelijk?’ Maar een rally rijden is anders…
En als je er over nadenkt hoe vaak ik ‘m uitgereden heb en hoe vaak ik ook had kunnen uitvallen… In 2018 met een gebroken onderarm… Je kunt ook de handdoek meteen in de ring gooien… Als ik daar heel af en toe bij stil sta, dan denk ik inderdaad wel eens: wie heeft nog meer zo’n erelijst? Daar ben ik echt wel trots op. Maar eerlijk gezegd: toen ik in 2006 voor het eerst meedeed, dacht ik niet dat ‘m in 2023 nog steeds zou rijden. Nee joh! Ik was toen maar met één ding bezig: ik ga naar Dakar. Nooit er over nagedacht of ik het zou halen, of niet. Dan kwam ik weer midden in de nacht aan, was ik al tien keer opgegeven, had ik hele verhalen, maar dan dacht ik ook: ik ben er nou toch?”
En nu ben je een Legend.
“En nu ben ik een Legend, inderdaad. Ja eh, mooi, haha! Het mooist vind ik hoe ik mezelf in al die jaren heb aangepast, mezelf heb verbeterd. Je zult ook wel moeten. Ik ben ook wel anders gaan rijden in al die jaren, zelfs iets minder gaan navigeren. Want als je elke note in je roadbook goed wilt hebben, dan rij je helemaal achteraan.”
Vind je jezelf een goede rallyrijder?
“Ja, tegenwoordig wel. Ik heb daar heel lang over gedaan. Maar als je met zo’n staat van dienst zegt ‘mwoa, dat weet ik niet’, dan ben je gewoon niet objectief. Ik ben compleet als rallyrijder. Vroeger moest ik het van het navigeren hebben, ondertussen kan ik ook overal echt hard rijden. En met alle ervaring… ja, dan durf ik dat te zeggen. Ik ben een goede rallyrijder ja, maar ik ben géén goede crosser, haha!”