Interview Michael Bartholemy, Marc VDS Team
Michael Bartholemy begon ooit als dakdekker, ontwikkelde al snel andere interesses en was op zijn 22e manager van een professioneel endurance raceteam. Inmiddels, op zijn 44e, staat hij op de top van zijn carrière: zijn MarcVDS Team won de wereldtitel in de Moto2 en Bartholemy creëerde een nieuwe teamstructuur, die van Spaanse talentcups tot aan de MotoGP reikt.
Er was een korte fase in het leven van Michael Bartholemy, waarin hij zich in de steek gelaten voelde en de muren op hem afkwamen. “Je wordt opgehemeld, zit in de MotoGP, moet het volgende weekend naar een Formule1-race, wordt hier en daar uitgenodigd en iedereen probeert je te paaien. En dan houdt alles abrupt op en is er plotseling bijna niemand meer voor wie je nog interessant bent. Je zit thuis, de telefoon gaat niet over. Pff, dat was een moeilijke situatie”, haalt de teammanager zich het jaar 2007 voor de geest. Kawasaki trok zich terug uit de GP-racerij en Bartholemy bleef nog tot april aan als teamchef, tot het laatste salaris van de 65 medewerkers was uitbetaald. “Toen heb ik gezegd: ‘Au revoir, Grand Prix, daar kom je nooit meer terug’.”
Hij bevond zich midden in een heftige val een verbazingwekkende carrière, een carrière waar hij als tiener al aan begon. Opgegroeid in het Belgische Eupen, vlakbij het circuit van Spa-Francorchamps, knetterde Bartholemy iedere dag na werktijd met zijn snelle 50 cc over het destijds nog opengestelde stratencircuit en draaide rondjes tot de tank leeg was. Met een paar vrienden nam hij deel aan cupraces en deed een paar jaar tamelijk succesvol mee aan zes-uurs-races, maar voor een volgende stap in de racerij ontbrak het geld. “Mijn vader was een doodgewone fabrieksarbeider en mijn moeder zorgde voor de kinderen. Op mijn vijftiende had ik een opleiding tot dakdekker voltooid en moest ik net als iedereen aan het werk. De racerij was domweg te duur”, vertelt Bartholemy. “We begonnen op een gegeven moment feesten te organiseren om aan extra geld te komen en in dezelfde periode vroeg Yamaha me of ik interesse had om een nieuw, interessant project wilde managen.” De Belgische importeur had het idee om met splinternieuwe standaard motorfietsen, zo uit de doos, mee te doen aan 24-uurs-races en tegelijkertijd een tv-documentaire van dat avontuur te draaien. Doordat Bartholemy’s team tot aan een val ’s ochtends om elf uur op een tiende plek lag, raakte opdrachtgever Yamaha dusdanig enthousiast dat het vervolgens het complete seizoen financierde. Zo werd Michael Bartholemy op zijn 22e professioneel teammanager. Een baan, die hem in een aantal turbulente jaren via het WK Supersport tot aan de MotoGP-top bracht en uiteindelijk zonder scrupules richting afgrond dreef.
Maar de evenwichtige Bartholemy rechtte als snel de rug. Anders dan zijn voorganger Harald Eckl, die naast zijn baan als Kawasaki teamchef meewerkte aan de ontwikkeling van het Ilmor-X3-project en daarom door de woedende Japanners uit zijn functie werd ontheven, had Bartholemy allerminst zijn schepen achter zich verbrand. Hij herstelde oude contacten bij bandenleverancier Michelin en oliefabrikant Elf en keerde terug in het WK Endurance. “We slaagden er in om een mooi bedrag bij elkaar te krijgen, kochten vier motorfietsen, reden naar Le Mans, deden na de eerste testen voorin mee en reden in de eerste race naar de tweede plek. We deden weer mee.” Prompt kwam BMW met een aanbod om haar slecht presterende endurance-team op de rit te krijgen. “Dat werden uiteindelijk drie fantastische jaren. Ik zat weer volop in de sport waar alles mee begonnen was, een sport ook die me aan het hart gaat. We werden drie keer vice-wereldkampioen en dat met een Europese machine, Europese banden en met een Europese oliefabrikant in een wereld die volledig werd gedomineerd door een Japanse armada. Dat was fantastisch!”
Vervolgens kwam er een belletje van Marc van der Straten en was het MarcVDS Moto2 team al snel een feit. Afgelopen seizoen was het team bijzonder succesvol door zowel de individuele wereldtitel als de wereldtitel voor teams te pakken. Tussen de bedrijven door begeleidde Bartholemy ook de fusie met het Estrella Galicia Team van Emilio Alzamora. Het team dat daaruit voortvloeit is komend seizoen op alle podia actief; van de Spaanse Pre-GP-klasse tot het nieuwe Moto3 Junior wereldkampioenschap, Grand Prix Moto3, Moto2 en de MotoGP. “Ik vraag me al langere tijd af waarom een fabrieksteam succesvoller is dan een privéteam en wat ze bij een privéteam dan precies verkeerd doen. Volgens mij is de hoofdreden dat in een fabrieksteam alle mensen voor de fabriek werken en alle inkomsten direct in de racerij vloeien, waardoor er meer getest en ontwikkeld kan worden. Als ik morgen met Estrella Galicia of Monster een overeenkomst onderteken, koopt niemand daar een Ferrari van, het geld komt voor het overgrote deel ten goede aan de sport. Daar waar we het kunnen gebruiken”, verklaart Bartholemy. “Emilio Alzamora denkt er precies hetzelfde over. De sponsorgelden van zijn team vloeien voor honderd procent naar de racerij.”
Zo ontstond het idee om de krachten te bundelen, wat naast aantrekkelijke opties voor de toekomst met name twee grote voordelen voor het aankomende seizoen heeft: Alzamora kan zijn protegé Alex Marquez in een eigen Moto2-team onderbrengen, zonder een nieuwe Moto2-structuur op te hoeven zetten, en Bartholemy kan het zich dankzij de financiële injectie van Estrella Galicia veroorloven om met Scott Redding op een fabrieks-Honda in de MotoGP te starten. Want ondanks het aanzienlijke privévermogen van miljardair Marc van der Straten was de financiering van dit zes-miljoen-euro-avontuur minder vanzelfsprekend dan je als buitenstaander zou denken. Van der Straten tekende weliswaar voor het leeuwendeel van het budget en stond ook garant voor de aanvankelijk ontbrekende 1,5 miljoen euro voor het eerste seizoen, maar zijn grootmoedigheid heeft grenzen. Bartholemy moest dit bedrag, waarvan ongeveer € 400.000,- aan Dorna-bijdragen omdat het team nog geen vaste startplek had, een zelfde bedrag voor teamvereniging IRTA voor vliegtickets en tv-gelden en ongeveer € 450.000,- aan vrachtkosten en een dikke € 300.000,- aan bandenkosten, in eerste instantie zelf zien op te hoesten. Maar net als voorheen had de Belg zo zijn adresjes en begon het benodigde budget bij elkaar te sprokkelen. Een beetje korting bij Bridgestone, een nieuwe overeenkomst met een fabrikant van een energydrink, een verbeterde overeenkomst bij Elf en het spel stond al heel behoorlijk op de wagen.
Met het sportieve succes is het voor Bartholemy uiteraard makkelijker geworden om sponsoren te vinden, maar voor een team dat niet in Spanje of Italië is gehuisvest, blijft het net als voorheen een zware opgave. Daarom zullen goede resultaten voor het team van Bartholemy ook in de toekomst de sleutel tot een stabiele financiële huishouding blijven. Voor 2015 staat onder andere het verdedigen van de Moto2-wereldtitel van Tito Rabat op het programma. Een jaar later rijst dan de spannende vraag wie van de twee Moto2-coureurs, Rabat of Moto2-rookie Alex Marquez, door mag stromen naar de MotoGP. “Alex heeft afgelopen jaar een enorme stap in zijn ontwikkeling gezet en is net als Tito een coureur met een enorm arbeidsethos. Maar iedereen heeft ook kunnen zien dat hij zich nog wel eens wil vergalopperen in een duel, daar moeten we nog aan werken”, analyseert Bartholemy. “Het is mijn doel om met hem een seizoen te draaien, vergelijkbaar met dat van Maverick Viñales afgelopen jaar. Vervolgens zou het dan niet verkeerd zijn om er nog een tweede jaar in de Moto2 aan vast te knopen, waarin Alex dan voor de titel kan knokken.”
Dat zou betekenen dat het nog minstens twee jaar duurt voor we de droomcombinatie van de beide broers Marc en Alex Marquez in koningsklasse kunnen bewonderen. Tegelijkertijd zou dat de weg vrij maken voor Tito Rabat. “Als Tito besluit om dan nog een jaar bij MarcVDS te blijven, dan is er de intentie om in 2016 met hem naar de MotoGP over te stappen. Tito heeft gezegd: ‘Dit is het beste team uit mijn carrière en ik wil deze mensen graag meenemen naar de MotoGP-klasse. Dat kan alleen als ik bij MarcVDS blijf’”, verraadt Bartholemy. “Het zou voor mij persoonlijk het mooiste scenario zijn als Scott Redding nu twee superjaren gaat krijgen en dan een plek in het fabrieksteam krijgt. Tito kan dan in zijn tweede MotoGP-jaar de fabrieksmachine van Scott overnemen, en Alex stapt dan op machine die Tito in 2016 bestuurt. Dat zou geweldig zijn!”