Interview Marc Marquez
Zondag 19 juli 2020 is een dag die Marc Marquez nooit zal vergeten. Tijdens de Grand Prix van Spanje maakt hij een fout en begint dan aan een ogenschijnlijk niet te stuiten inhaalrace. Tot hij crasht. Hárd crasht. Dan breekt er een loodzware tijd aan voor de achtvoudig wereldkampioen. Negen maanden na de crash in Jerez maakt Marquez zijn racecomeback, 581 dagen na zijn laatste overwinning wint hij weer in Duitsland. Marc Marquez vertelt open over hoe het is om niet kunnen domineren, niet te kunnen controleren en om de twijfel te overwinnen. “Ik ben nog niet wie ik was.”
Na negen grands prix is Marc Marquez de hoogstgeklasseerde Honda-rijder in de MotoGP-klasse. Niet verwonderlijk, misschien – maar eigenlijk toch ook wel. Want niet alleen mist de nu 28-jarige Marquez de eerste twee grands prix van dit seizoen, hij is er in totaal negen maanden uit na dat eerste raceweekend van 2020. In die negen maanden wordt hij drie maal geopereerd, moet hij een hardnekkige infectie verwerken en wordt de geplande comeback opgeschoven. Maar in Portimao, op 18 april, keert Marquez terug. Als hij na een zevende plaats door zijn team als een wereldkampioen wordt begroet na 25 moeilijke ronden, breekt hij voor het oog van de camera, een zeldzaam beeld. De vorm, lichamelijk en geestelijk, om weer naar het podium te streven, is nog ver weg, realiseert Marquez zich. “De MotoGP is veel veranderd, omdat alles gelijker geworden”, legt hij uit. “Het is nu zo dat Fabio Quartararo de meest constante rijder is. Maar het is niet zo dat er één rijder is die een enorm verschil maakt. Dan is het ook makkelijker om wisselende resultaten te hebben. Een ander ding is dat de machines zijn verbeterd. Deze achterband geeft een hele goede performance, maar wel op één deel van de band. Daardoor kan iedereen op dezelfde manier rijden.”
In Jerez valt Marquez hard tijdens de trainingen; een negende plaats in de race onderschrijft dat de weg nog lang is. Op een natte baan in Le Mans leidt hij voor het eerst sinds Jerez 2020 weer eens een wedstrijd, maar dan glijdt hij onderuit. Datzelfde gebeurt in Mugello en Barcelona. Drie crashes op rij, het overkwam Marquez sinds zijn entree in MotoGP in 2013 nog niet eerder. In Barcelona ziet hij lichtpuntjes: de zeven ronden vóór zijn crash voelde hij zich weer Marc. Bijna klinkt het als een waarschuwing, een voorbode van wat de concurrentie kan verwachten. De volgende grand prix wint hij: op de Sachsenring, waar Marquez’ zwakke rechter schouder minder belast wordt, omdat het circuit voornamelijk linker bochten telt, is hij voor de elfde opeenvolgende keer de beste. Ouderwets de beste, maar nog niet de oude. “Iedereen wilde weten wat mijn gevoel was na die overwinning”, lacht Marquez als hij praat over de race in Duitsland. “Alleen al van de reacties van mijn team en van mijzelf kon je al wel begrijpen wat ik voelde. Het was een echt heel fijn gevoel. Het is misschien lastig om te zeggen dat het de belangrijkste overwinning in m’n carrière was, maar op het moeilijkste moment in m’n carrière kwam één hele belangrijke overwinning. Niet alleen voor mij, maar ook voor Honda en voor het team. Die hele sfeer kon je voelen.”
Op de Sachsenring wint de geest over het lichaam, beaamt Marquez volledig. “Honderd procent. Het was een overwinning van mijn hoofd, van het team…. van alles eigenlijk. Maar vooral van mijn hoofd. Want het was heel moeilijk om dezelfde mentaliteit vast te houden. Ik kwam naar de Sachsenring in een heel moeilijke situatie. Niet alleen lichamelijk, maar ook mentaal. Drie keer een nul op rij, drie crashes op rij… Ik bedoel, in een seizoen waarin ik nog niet één keer voor het podium vocht of voor de overwinning, was het – boem! – plotseling raak: winnen en elke ronde aan de leiding rijden. Ik was heel gefocust.”
De euforie is groot en begrijpelijk bij Marquez, zijn team, Honda en HRC, maar duidelijk is ook dat Marquez Honda’s redding én probleem in één persoon verenigd is. De laatste andere Honda-rijder die zegevierend over de streep gaat, is Cal Crutchlow, die in 2018 de Grand Prix van Argentinië wint. Van de zeventig races die Honda wint sinds Marquez in 2013 debuteert in de MotoGP komen er niet minder dan 57 op zijn naam. Een week na die beladen overwinning in Duitsland wordt hij zevende tijdens de Dutch TT. Een angstaanjagende highsider op vrijdag moet hij even verwerken en de boodschap aan de HRC-engineers dat de traction control verbeterd moet worden – ‘niet de volgende race, maar nu’ – komt over. Marquez’ eerste ronde in de Dutch TT, vanaf de twintigste startplaats, is een voorbeeld van opportunisme, leeuwenmoed, talent, inzicht en ook schoonheid die hand in hand gaan.
Inmiddels is zijn fysiotherapeut, die bijna een jaar bij hem in huis heeft gewoond, vertrokken, de hervatte motortrainingen met broer Alex vormen een volgende stap naar waar hij naar toe wil: hoe het was vóór 19 juli 2020. “Ik neem minimaal een week of anderhalve week rust”, vertelt hij in Assen. “Dat heb ik lichamelijk maar ook geestelijk nodig. Ik ben twee winters op rij geopereerd aan een schouder en daarna kwam de armoperatie. Ik heb twee jaar geen vakantie gehad. Die heb ik nu nodig. Ik ga tijd doorbrengen met vrienden en doen wat ik wil.”
Onvermijdelijk en hoognodig, HRC werkt aan verbeteringen; een nieuw frame voor hem en zijn worstelende teamgenoot Pol Espargaro vormen daar in Assen het bewijs van. “Het lijkt erop dat we iets gevonden hebben”, is Marquez nog voorzichtig. Hij zegt tegen de mensen in zijn team dat hij zich niet sterk genoeg voelt om ‘back to back’-testen te doen met het oude en nieuwe chassis; zij moeten maar bepalen waar men verder mee wil. Op verzoek van de HRC-mensen concentreert hij zich op het nieuwe frame. Want ondanks die indrukwekkende zege in Duitsland is actie onontbeerlijk: Marquez is met een tiende plaats in de tussenstand Honda’s topscorer. En dat is beschamend voor de constructeur die dankzij Marquez tussen 2013 en 2019 zes wereldtitels en evenzovele constructeurstitels veroverde.
Hoewel hij in 213 grands prix 83 keer de beste was, weet Marquez nu ook hoe het is om niet te kunnen winnen. “Dat voelt frustrerend”, zegt hij. “Je vraagt je af wat er aan de hand is. Als je nooit wint… Wanneer je nooit chocolade hebt geproefd, zeg je dat chocolade misschien lekker is. Maar als je de smaak wél kent, wil je meer en meer. Zo is het ook met winnen. Als je de smaak van een overwinning proeft, wil je dat nog eens, wil je het vaker. Want het is als een soort verslaving, maar het is ook belangrijk voor je lichaam. Als je een slecht weekend hebt gehad, kost het je drie, vier dagen om energie bij te tanken, om de accu weer op te laden. Maar kom je thuis na een geweldig weekend, dan ben je de volgende dag al weer volle bak aan het trainen. Het gaat vooral om die energie.”
De Honda RC213V, die in zoveel races een verlengstuk leek van Marquez, bleek bij zijn terugkeer een minder goede vriend dan hij had gedacht. “Ik droeg niet bij aan een betere situatie”, kijkt Marquez ook naar zichzelf. “Ik hielp de motor niet, maar de motor hielp mij ook niet. We waren alleen maar samen aan het vechten. Ik tegen mezelf en tegen mijn motor. Dan is het moeilijk om een fijne relatie te hebben. We proberen nu te begrijpen wat de beste manier is om te werken, wat de beste manier is om de machine te berijden. De test op Montmelo (het circuit van Barcelona, red.) na de race daar was heel belangrijk voor me, want die test was eigenlijk mijn voorseizoenstest. Een test zonder de druk en zonder de camera’s.”
In 87 ronden, zonder dat al zijn bewegingen, zijn actie en zijn lichaamstaal worden geduid en geïnterpreteerd door de media, continueert Marquez het proces om de controle die hij had over de RCV te hervinden. “Als je niet de controle hebt, raak je de weg kwijt. Je snapt het allemaal even niet meer, je maakt stomme fouten. Die heb ik gemaakt en ik zal er dit seizoen nog wel meer maken. Want ik heb de situatie niet onder controle. Het verschilt niet van circuit tot circuit, het kan zelfs anders zijn van de ene training naar de volgende. Als je gevoel verandert, als je prestaties schommelen, betekent dat dat je de zaken niet onder controle hebt. Het betekent dat je heel eerlijk moet zijn. Daarmee bedoel ik, als ik in een training heel langzaam ben geweest en ik kom terug in de pits, moet ik kunnen zeggen ‘het ligt aan mij, het is mijn fout, niets aan de motor veranderen’. Toen ik dat de eerste keer zei, zei Santi (Hernandez, crewchief, red.) ‘maar ik wil je helpen’. Ik zei ‘ja, Santi, maar ik was het probleem, niet de motor’. Het kan niet zo zijn dat de machine goed voelt in de eerste vrije training en in de tweede vrije training is het een ramp. Dat moet dan aan mij liggen. Misschien aan mijn positie op de motor, of iets anders. Het wordt er moeilijker door, maar dan moet je juist héél precies gaan werken, om te voorkomen dat je het spoor bijster raakt.”
In Duitsland vertelde Marquez dat een telefoongesprek met vijfvoudig wereldkampioen Mick Doohan hem veel had geleerd over moeilijke weg die een coureur na een zeer ernstige blessure moet afleggen. Repsol Honda-teammanager Alberto Puig verkeerde eveneens in een soortgelijke situatie als Marquez. Puig brak tijdens de Grand Prix van Frankrijk in 1995 zijn been en stopte twee jaar later, toen hij zich fysiek en mentaal niet meer in staat voelde om op het hoogste niveau te presteren. De twijfels over een terugkeer op het hoogste niveau heeft Marquez ook gehad, geeft hij toe. “Natuurlijk. Natuurlijk heb ik over alle scenario’s nagedacht. Ook over het mentale aspect, maar in eerste instantie vooral het lichamelijke. Als je hier weer bent, moet je gefocust zijn op wat er in je pitbox gebeurt. Je moet oppassen dat je niet mentaal kapot bent na zo’n periode. Daarom heb ik ook alle social media van mijn telefoon verwijderd. Ik gaf een foto en een tekst door in een whatsapp-groep en dan plaatste iemand anders het voor me. Dat had ik nog nooit eerder gedaan, maar nu had ik het nodig. Social media kan een ramp zijn. Zelfs voor mij, ja. Voor iedere sporter. Als jij je druk maakt over de reacties, kun je misschien zeggen dat het een nepnaam is, maar ik wilde me in mijn garage kunnen concentreren op mijn werk. Mentaal is het zwaar.”
Het is gecompliceerder om mentaal de controle te hebben dan lichamelijk, meent Marquez. “Totaal. Het mentale is altijd veel moeilijker dan het fysieke. Fysiek voel je je eigen grenzen. Als je iets doet, voel je of je het wel of niet kunt. Maar mentaal weet je niet waar je grens ligt. Daardoor kunnen ups en downs elkaar makkelijker opvolgen. Maar het mentale deel moet je lichaam helpen. Eén van de dingen die ik deed om mijn situatie te begrijpen, was toegeven dat mijn lichaam er nog niet klaar voor was. Mentaal moest ik dat accepteren. Het zou wel komen, maar ik moest geduld hebben. Ik was er nog niet klaar voor om elke keer snel te zijn. Ik ben een rijder die elke sessie de volle honderd procent wil geven; zover ben ik nu nog niet.”
Broer Alex opperde onlangs dat zijn oudere broer na zijn carrière misschien ooit een boek schrijft en dan ook alles over de zwartste periode uit zijn loopbaan zal onthullen. Of er in die autobiografie grote geheimen worden onthuld over de maanden tussen juli 2020 en april 2021? “Poeh…. Dat is moeilijk. Ik ben altijd eerlijk geweest en ik heb alles verteld. Maar wat ik wel heb gemerkt, is dat je zuinig moet zijn op je lichaam. Natuurlijk hou ik van het racen, natuurlijk is het mijn leven en mijn passie. Maar als je langer wilt racen, moet je op je lichaam letten. Niet alleen voor het racen, maar ook voor je leven naast de racerij. Dat zag ik eerder niet zo. Toen was het ‘oké, hier is m’n lichaam en m’n leven; waar is de motor’. Nu snap ik dat dat weliswaar een goede mentaliteit is, maar dat je het met mate moet doen.”
Sinds zijn entree in de grands prix als een klein spichtig, bijna vertederend 15-jarig ventje zag het publiek zelden een geëmotioneerde Marc Marquez. Blijdschap deelde hij graag, maar slechts enkele malen toonde hij tranen. Eind 2014 bleek hij diep geraakt toen Spaanse media en fans suggereerden dat hij zijn geboorteland zou verlaten vanwege fiscale redenen. Na zijn comeback in Portimao in april en ook na die gedenkwaardige zege in Duitsland lukte het Marquez niet om zijn tranen tegen te houden. Negen zware maanden waren niet zo maar vergeten. Toch valt het hem niet makkelijk om zijn diepste emoties te tonen, geeft Marquez bijna gegeneerd toe. “Ik ben iemand die normaal gesproken zijn emoties niet te veel toont. Als ik blij ben, laat ik het zien, maar als ik boos ben of als ik een bijzondere emotie voel, hou ik dat voor mezelf. In Portimao was het onmogelijk om de emoties onder controle te houden en op de Sachsenring ook. Als je in het parc fermé ziet dat een man als Alberto Puig emotioneel is, het hele team, dat zelfs de Japanse staf die normaal zo koel is en nu zo emotioneel was…. Van de buitenkant lijkt alles mooi. Maar binnen het team weten wij dat we een hele moeilijke tijd doormaken. Wij weten dat veel rijders na een zware blessure nooit meer hun oude niveau hebben bereikt; ik ben nog niet zoals ik was, maar ik ga het proberen. Ik ben op weg naar het punt waar we zijn gestopt. Om terug te komen en om weer dezelfde Marc te worden.”