Interview Jorien ter Mors
In februari 2018 moet het voor haar gaan gebeuren. Jorien ter Mors gaat dan op jacht naar een uitbreiding van haar collectie aan olympische medailles. De druk om te presteren is hoog, maar gelukkig heeft de schaatsster ook een perfecte manier gevonden om de broodnodige afleiding te vinden.
Na een pittige ochtendtraining op het ijs van Thialf zit Jorien ter Mors (27) rustig op een bankje te genieten van het zonnetje, dat zich zo nu en dan langs de wolken weet te wurmen. Het gevaarte dat naast haar staat, verraadt dat er vandaag nauwelijks over schaatsen gepraat gaat worden. Deze middag staat een andere passie van de Olympisch kampioene op het programma, en wel motorrijden. Sinds ze drie jaar geleden haar rijbewijs behaalde, is Ter Mors helemaal verslaafd geraakt aan rondrijden op haar Honda CBR600RR. “De liefde voor motoren is eigenlijk als klein meisje ontstaan. Mijn oom had altijd een motor en dat vond ik prachtig. Die Harley van hem heeft veel indruk achtergelaten, helemaal toen ik ook nog eens een keertje achterop mocht.” De droom om uiteindelijk zelf motor te gaan rijden, werd echter lange tijd in de ijskast gezet. Pas als ze haar vriend Jeroen leert kennen, lijkt haar droom weer wat dichterbij te komen. “Toen ik hem ontmoette, was hij al bezig met lessen. Ik dacht, hey, dan moet ik ook maar eens beginnen. Ik heb nog geprobeerd om het rijbewijs eerder dan hij binnen te halen, maar dat is me niet gelukt.”
De in Enschede geboren schaatsster kan zich nog goed haar eerste rijles herinneren. “Ik vond het supermooi, vooral het moment dat ik voor het eerst gas mocht geven. Dat was het helemaal, zo cool.” Haar rijinstructeur keek niet vreemd op dat Ter Mors al snel het ‘trucje’ motorrijden onder de knie had. “Hij zag gelijk dat ik een schaatsster ben, want het bochtenwerk leverde me geen problemen op. Nou, om heel eerlijk te zijn, de linkerbochten dan welteverstaan. Dat ging me heel gemakkelijk af, maar met de rechterbochten had ik toch wel de nodige moeite”, geeft Ter Mors eerlijk toe. “Ik was echt een grote kneus, kreeg het nauwelijks voor elkaar. Dat krijg je dus als je je hele leven gewend bent om linkerbochten te nemen. Ik hoopte dan ook dat ik geen achtje hoefde te laten zien tijdens mijn examen voertuigbeheersing en gelukkig heb ik ‘m ook niet gekregen. Daar was ik echt blij om. Nog altijd merk ik echt wel verschil tussen mijn linker- en rechterbochten. Rechts afslaan voelt voor mij minder natuurlijk aan.”
Na het behalen van haar Olympische titels op de 1.500 meter en ploegenachtervolging in Sochi vond Ter Mors een nieuwe passie in het motorrijden. Na een Yamaha YZF-R6 te hebben aangeschaft, kwam niet heel veel later een Honda CBR600RR in haar leven. “Ik kwam geregeld bij Ten Kate Motoren en die wilde natuurlijk graag dat ik op een Honda kwam te zitten. Dat is uiteindelijk deze CBR geworden.” Ter Mors wilde heel graag een sportmotor, omdat ze een kick krijgt van snelheid. “Door mijn intensieve trainingsschema kan ik niet heel lang op de motor zitten. Mijn benen zijn dan al helemaal verzuurd en op een sportmotor zit je toch al continu flink opgevouwen achter dat ruitje. Dus het blijft voorlopig bij korte ritjes, maar dat vind ik ook prima op het moment. Even lekker dat gas tegen de stuit, dat vind ik mooi. Als ik straks na mijn schaatscarrière wat meer tijd heb, dan ga ik wat meer toeren. Dan moet er ook wel een andere motor komen, die daar wat beter voor geschikt is.”
De afgelopen maanden stonden voor Ter Mors vol in het teken van de Olympische Spelen. De voorbereiding op het belangrijkste toernooi voor sporters legde ook tegelijkertijd bloot dat motorrijden de nodige gevaren met zich meebrengt. “Je wordt automatisch toch wat voorzichtiger, in de aanloop van zo’n belangrijk evenement. Zeker als het om de Olympische Spelen gaat. Een tijd terug heb ik mijn motor ook nog een keertje neergelegd, doordat iemand me over het hoofd had gezien. Gelukkig bleef het bij materiële schade, maar zoiets wil je natuurlijk niet graag meemaken. Eigenlijk nooit, maar al helemaal niet als je bezig bent met de voorbereiding op de Olympische Spelen.”
De schaatsster is zich er echter ook terdege van bewust dat ze af en toe de nodige ontspanning moet opzoeken. En dat doet ze dus graag op de motor. In de draai van het gashendel vindt Ter Mors de rust die ze nodig heeft om het leven van een topsporter dragelijk te maken. “Motorrijden is een soort van uitlaatklep voor me. Even lekker relaxen, dat gas een keertje opendraaien. Het hoeft voor mij niet continu hard te gaan, maar ik vind het wel lekker om af en toe de gedachten op nul te kunnen zetten. Jij en je motor, een moment overal van afgesloten zijn, heerlijk. Als je alleen maar aan het schaatsen denkt, dat is ook niet goed. Je gaat minder genieten en dat moet je voorkomen. Het hoeven voor mij ook geen enorme ritten op de motor te zijn, maar het is wel lekker om even iets anders te doen dan enkel schaatsen.”
Toch is er wel degelijk een grens voor Jorien ter Mors. Hoewel ze dolgraag weer eens op het circuit wil rijden (zie kader ‘Achterop bij Mamola’), laat ze die activiteit voorlopig even schieten. “Dat vind ik dan weer net teveel risico’s met zich meebrengen. Ik zou erover na gaan denken, of ik wel de juiste beslissing heb genomen om op het circuit te gaan rijden. Dus dan maar niet. Na de Olympische Spelen kan ik daar weer wat gemakkelijker mee omgaan. Dan ga ik zeker weer eens circuitrijden.”
En er valt nog voldoende te leren voor Ter Mors als het op circuitrijden aankomt, vindt ze zelf. Haar eerste ervaring in 2016 viel haar achteraf namelijk behoorlijk zwaar. “Om eerlijk te zijn had ik dat niet verwacht, want ik ben toch echt wel goed getraind. Het circuitrijden was echt erg intensief, dat heb ik onderschat. Ik had een dag ervoor nog een zware training gehad, dus ik ging niet echt topfit richting het circuit. Achteraf niet slim, maar ik had dus niet verwacht dat het zo zwaar zou zijn. Ik kon niet eens alle sessies doen, fysiek ging het gewoon niet meer en de concentratie werd steeds minder. Ik wist dat ik de motor plat ging gooien als ik verder zou gaan. Nu weet ik in ieder geval dat ik bij een volgende keer goed uitgerust moet zijn.”
De achtergrondfoto van Jorien ter Mors op Facebook zegt eigenlijk wel voldoende. Geen klapschaats te herkennen op dit beeld waar de Olympisch kampioene op haar Honda CBR600RR door de Ruskenhoek scheurt. “Het is weer eens wat anders dan het schaatsen”, meldt Ter Mors droog. “Iedereen weet dat ik schaats, dus is het mooi om te laten zien dat je ook andere hobby’s hebt.”
Motorrijden is dan ook geen kortdurende opleving voor de schaatsster, want ze heeft nog genoeg toekomstplannen in haar hoofd klaargezet als het om motoren gaat. “Door mijn schaatstrainingen is het voor mij nu niet mogelijk om met de motor op vakantie te gaan, maar dat moet er nog wel een keertje van komen. Even een weekendje toeren zou lekker zijn, maar het valt nu niet te combineren met schaatsen.” Ook haar andere droom op motorgebied zal wellicht niet op korte termijn uitgevoerd gaan worden, al lijkt dat minder direct af te hangen van haar intensieve schaatsprogramma. “Ik zou heel graag een Harley-Davidson willen hebben, vind ik echt een coole motor. Het liefst naast mijn sportmotor, maar met schaatsen verdien ik nu niet voldoende om twee motoren in de schuur te zetten”, biecht ze eerlijk op. “Maar misschien nog leuker om te doen, er zelf een project van maken. Samen met mijn vriend een oude Harley opknappen, vind ik misschien nog wel mooier om te doen. Maar ook daarvoor geldt weer dat het pas mogelijk is na het schaatsen. Dan komt er wat meer tijd vrij voor het motorrijden.”