Interview Johann Zarco
In zijn eerste race in de MotoGP pakte Johann Zarco brutaal de leiding in de wedstrijd. Het duurde maar zes ronden, maar de 26-jarige Fransman gaf er wel zijn visitekaartje mee af. Dat het geen toevalstreffer was, bleek in de races die erop volgden. “Als ik wil winnen, moet ik voorin zitten. Zo simpel is het.”
Dat Johann Zarco een topcoureur is, maakte hij al duidelijk met twee wereldtitels in de Moto2. Om één keer wereldkampioen te worden, moet je al beschikken over méér dan alleen talent, maar het kunstje herhalen lukt maar een enkeling. Geen wonder dus dat Zarco meer waarde hecht aan die tweede titel, van vorig jaar, dan aan de eerste.
Na zijn eerste titel al had Zarco de kans om naar de MotoGP te gaan. De meeste coureurs zouden zo’n kans met beide handen aangrijpen, maar Zarco deed het niet. Hij koos er bewust voor nog een jaar in de Moto2 te rijden en zijn titel te verdedigen. “Het gevecht om die tweede titel was veel zwaarder”, vertelt hij. “Er kwam zoveel meer op me af. Mentaal is het veel heftiger om de titelverdediger te zijn, omdat adel verplicht. Het eerste jaar werd ik ’s ochtends wakker met het idee ‘ik wil wereldkampioen worden’. Het tweede jaar met het idee ‘ik moet weer wereldkampioen worden’. Het verschil tussen willen winnen en niet willen verliezen is heel groot. Ik ben nu blij dat ik die keuze heb gemaakt, want ben in een jaar tijd enorm gegroeid als rijder en als mens. Ik heb geleerd om met druk om te gaan, om mijn geduld te bewaren, om rustig te blijven als het even tegenzit.”
Het wachten was een risico, maar het leverde Zarco wel een plaats op bij het Monster Tech3 Yamaha-team in plaats van bij Suzuki of Aprilia, waar aanvankelijk sprake van was. “Ik heb er geen spijt van. Integendeel. Ik had me als MotoGP-rookie geen beter team en geen betere motor kunnen wensen. Keuzes maken betekent risico’s nemen, slim zijn, durven wachten op het juiste moment, maar ook de consequenties accepteren. In een race maak je ook voortdurend keuzes, al is dat meer op instinct dan dat je erover nadenkt.”
De keuze om nog een jaar te wachten is wel typerend voor Johann Zarco. Hij past niet in het standaard plaatje. Hij is geen charismatisch alfamannetje met een hoop bravoure zoals veel van zijn MotoGP-collega’s. Zarco is anders: bedachtzaam, op het ernstige af. Hij kiest zijn eigen weg en is daarin niet bang om van de gebaande paden af te wijken.
Zijn carrière is een aaneenschakeling van niet voor de hand liggende keuzes. Dat begon al op jonge leeftijd met de keuze voor motorracen. Zijn familie heeft geen motor- of race-achtergrond. Zijn vader is chiropractor in het mondaine Cannes. “Ik had nog nooit een race gezien, ook niet op tv”, vertelt Zarco. “Maar op woensdagmiddag mocht ik altijd een rondje rijden op de scooter van de postbode. Ik zal een jaar of 6, 7 geweest zijn. Ik vond het leuk en vroeg mijn vader of ik zelf een scooter mocht om op te racen. Zo ben ik bij de minibikes terecht gekomen. Ik was een jaar of 10 toen ik daarmee begon te racen. Tijdens een wedstrijdje op het circuit zag ik mijn eerste echte race en mijn reactie was: ‘Kijk, zij doen net als ik’. Niet andersom dus. Ik had geen voorbeelden en niemand heeft me gepusht om te gaan racen.”
Op 14-jarige leeftijd maakte Zarco een volgende onconventionele keuze, namelijk om het ouderlijk huis in Cannes te verlaten om in Avignon in te trekken bij zijn coach en manager Laurent Fellon. “Mijn vader wist niks van racen en kon me niet verder helpen. Hij heeft toen iemand gezocht die me wél verder kon helpen. Zo heb ik Laurent leren kennen. In Cannes kun je niet trainen, in Avignon wel en daar leeft motorsport veel meer. Met die keuze is het eigenlijk allemaal begonnen, daarmee ben ik de weg ingeslagen die me heeft gebracht tot waar ik nu ben.”
De weg waarvoor Johann Zarco koos was niet altijd de gemakkelijkste, en zeker niet de kortste. Nadat Zarco de (eerste) Red Bull Rookies Cup won in 2007 was de geëigende weg om naar de Riders Academy van Alberto Puig te gaan en te racen in het Spaans kampioenschap. “Door naar de Grand Prix’, zoals nu, was toen nog geen optie. Met het winnen van de Rookies Cup had ik eigenlijk niets”, vertelt Zarco. “Bij de toenmalige Academy voelde ik me niet op mijn gemak. Ik kreeg niet het gevoel dat ik daar op waarde werd geschat. Ik kon daar alleen maar mislukken. Dus toen hebben we ook weer gekozen voor onze eigen weg en zijn we in het Italiaans kampioenschap gaan rijden.”
Een jaar later was er wel de mogelijkheid om naar de Grand Prix’ te gaan, via voormalig 125cc-kampioen Gabor Talmasci, maar Zarco moest wel een smak eigen geld meenemen. Of beter gezegd: zijn manager. “Tot aan de Moto2 heeft Laurent daar veel eigen geld ingestoken. Ik heb mede daardoor altijd het gevoel gehad dat ik er iets voor terug moest doen: winnen en kampioen worden. In de 125cc was dat moeilijk. Twee keer is me een overwinning ontnomen – anders was ik wel wereldkampioen geworden in 2011 in plaats van tweede – en één keer heb ik het zelf verpest doordat ik zo gefrustreerd was dat ik een ander (Nico Terol, red) een duw gaf.”
Dat hij net geen wereldkampioen werd, was reden om nog harder te gaan werken en – opnieuw – keuzes te maken. Met een oude camper en een door Fellon geprepareerde Yamaha R6 trok Zarco door Europa om zoveel mogelijk te rijden op zoveel mogelijk verschillende circuits. “Door zo veel te rijden, heb ik mezelf aangeleerd mijn rijstijl aan te passen aan de situatie. Daar hoefde ik niet eens meer over na te denken.”
De grootste successen – alle zestien GP-zeges, zijn tweede plaats in de 125cc en beide wereldtitels in de Moto2 – behaalde Johann Zarco in de teams van Aki Ajo. “Ik denk dat mijn belangrijkste kwaliteit is om de juiste mensen om me heen te verzamelen”, zegt hij, na even nadenken. “Ik heb van Aki veel geleerd. Bijvoorbeeld dat als je wilt winnen, je moet investeren, doen wat nodig is, jezelf focussen op dat ene doel. In de eerste jaren in de Moto2 ging het helemaal niet zo goed. Pas toen ik terug bij Aki kwam, kwamen de successen.”
In de 125cc maakte Zarco maar één keer zijn inmiddels beroemde backflip, die zijn handelsmerk is geworden. In de Moto2 kon hij die vijftien keer doen. De achterwaartse salto deed hij voor het eerst in de Rookies Cup. “In een opwelling. Ik deed het vroeger als jongetje altijd op de speelplaats. Ik merkte dat de mensen het leuk vonden, dus ik heb het er maar in gehouden.”
Wanneer hij de eerste doet als MotoGP-coureur? “Ik heb mijn doel gesteld binnen twee tot drie jaar”, zegt Zarco. “Maar misschien lukt het dit jaar wel al. Wie zal het zeggen? Het gaat best goed.”
‘Best goed’ is een understatement. Er zijn er maar weinig die in hun eerste races in de MotoGP meedoen om het podium en die zulke resultaten behalen. Na afloop van elke race tot nu toe is hij onderwerp van gesprek. Of het nu is omdat hij Valentino Rossi opzij zet bij een agressieve inhaalactie (in Austin) of omdat hij de best geklasseerde Yamaha-coureur is (in Jerez) op de vierde plaats.
Dat hij zo goed meekan in de MotoGP verrast Zarco niet. “Ik ben niet verrast, maar wel heel blij. Dat het zo goed gaat, is het gevolg van een extra jaar Moto2. Toen heb ik geleerd om onder druk te rijden en die druk is er nu totaal niet. Dat ik in Qatar zomaar ineens vooraan reed, was wel een verrassing. Dat het zo gemakkelijk zou gaan, had ik zelf ook niet verwacht. Ik dacht: ‘Ik probeer het gewoon en ik zie wel waar ik eindig’. Om te winnen, moet je vooraan rijden. Zo simpel is het. En winnen is wel waar ik het voor doe.”
Wat hij ermee losmaakte, was nog wel de grootste verrassing. Die zes ronden in Qatar hebben meer betekend dan zijn twee wereldtitels in de Moto2, merkte hij. Het leven van Zarco is niet zozeer veranderd (‘Ik ben een beetje anders gaan trainen. Niet meer met de R6, maar met een R1 en niet meer het hele jaar door. Ik doe nu liever iets meer supermoto en fitnesstraining.’) maar de aandacht die hij krijgt wel.
Dat is goed voor de Franse motorsport, vindt hij. Jaren geleden al is hij samen met zijn manager Fellon een opleidingsinstituut begonnen voor talentjes van 7 tot 12 jaar. “De Franse bond deed niets, dus hebben we het zelf maar opgepakt. Je kunt het niet vergelijken met bijvoorbeeld de Riders Academy van Valentino Rossi. Dat zijn jongens die op of tegen GP-niveau aanzitten. Onze rijders zijn veel jonger. Ik wil een voorbeeld voor hen zijn.”
Voor zijn privéleven is de aandacht minder fijn. Vragen daarover gaat hij zoveel als mogelijk uit de weg. “Ik houd mijn privéleven graag privé. Ik zou actiever moeten zijn op social networks, dat weet ik. Zeker nu als MotoGP-coureur. Dat komt ook wel hoor, maar alleen omdat het moet en dan zal het vooral over mijn raceleven gaan. Dat is ook een reden dat mijn familie zelden tot nooit meegaat naar races. Mijn raceleven is hier en met Laurent, mijn familie hoort bij mijn leven daarbuiten. Mensen met een kantoorbaan nemen hun ouders en hun vriendin toch ook niet mee naar hun werk? Ook dat is een keuze.”
Onder de indruk van Zarco
Wereldkampioen Marc Marquez is onder de indruk van wat Johann Zarco laat zien als rookie in de MotoGP. “Hij doet me aan mezelf denken toen ik net de overstap had gemaakt van de Moto2 naar de MotoGP”, zegt Marquez. “Hij is net zo agressief en gretig als ik toen was. Daar is op zich niets mis mee: op die manier leer je het snelst, ook waar de grenzen liggen. Daar moet hij wel een beetje mee oppassen, want de marge om fouten te maken is veel kleiner in de MotoGP. In de Moto2 kun je gemakkelijker corrigeren, in de MotoGP vlieg je eruit als je de bocht net iets verkeerd aansnijdt of het rempunt mist.”
De motoren zijn anders, groter, sneller, en de races zijn anders. Daar moet Zarco nog aan wennen, denkt Jorge Lorenzo, die drie keer wereldkampioen werd op de Yamaha waar Zarco nu op rijdt. “De Yamaha is een groot voordeel voor hem. Het is een vriendelijke machine die goed past bij zijn rijstijl. Hij is soms misschien nog een beetje te gretig, maar zijn stijl bevalt me wel. Ik moest alle moeite doen om hem voorbij te komen in Jerez. Johann liet zich niet zomaar opzij zetten of intimideren door iemand met meer ervaring. Dat is mooi om te zien, want dat tekent het karakter van een kampioen.”