Interview Jeffrey Herlings
De krukken staan binnen handbereik, de rolstoel – “ja, die zat bij de deal in”- staat ongebruikt in de gang. Jeffrey Herlings zet nog even achteloos een anti-trombose spuitje in zijn buik en klinkt opgeruimd. Opmerkelijk, want het werd ‘een jaar van janken’, zoals de allerbeste motorcrosser van Nederland en omstreken zegt. Voor het tweede seizoen op rij heeft de tweevoudig MX2-wereldkampioen gefaald, vindt hijzelf. Net als in 2014 verspeelde hij ook dit jaar een enorme voorsprong in het WK motorcross door blessures. Maar Herlings wil zichzelf weer bewijzen: “Eerst herstellen van de heupblessure en dan weer laten zien dat ik dominant kan zijn!” A shout to the top.
Ben je dit seizoen wel in topvorm geweest?
“Nee, niet één keer. Ik heb het hele jaar achter de feiten aangelopen en iedereen heeft kunnen zien dat ik niet de Jeffrey Herlings van weleer was. In de GP van Valkenswaard eind april ging het wel lekker en voor de rest heb ik niet één keer aan mijn oude niveau kunnen tippen. Door de beenbreuk van vorig jaar (tijdens een benefietwedstrijdje voor het goede doel, red), mistte ik in 2014 de wereldtitel op vier puntjes, terwijl ik dat seizoen vier van de zeventien GP’s moest missen. Maar door die beenbreuk begon ik ook dit seizoen al met 3-0 achterstand, bij wijze van spreken. In december ben ik nog geopereerd en in februari ben ik pas met het rijden begonnen. Daarna ging het wel steeds beter, maar toen sprong teamgenoot Pauls Jonass bij de derde Grand Prix in Argentinië in m’n nek. Daardoor kon ik niet rijden tot de volgende GP en daardoor ging ik weer twee stappen achteruit. En van het een kwam het ander. Mentaal was ik er ook niet helemaal klaar voor. Je bent gewend om altijd te winnen en op een gegeven moment kunnen ze je gewoon bijhouden. Je bent niet meer dominant. Dat is toch wel even…. even wennen. En zeker als je nog eens last hebt van pijntjes hier en daar… Dan verdubbelt zich dat als het ware. Het was niet normaal.”
Je hebt best een moeilijke periode gehad nadat je in juli 2014 je been brak. Hoe kom je daar bovenop?
“Uiteindelijk heb ik door te starten in Mexico (de laatste GP van 2014, waar Herlings niet fit was, toch startte en zijn derde opeenvolgende wereldtitel misliep op vier punten, red) enigszins de prijs betaald voor wat er dit jaar allemaal gebeurd is. Ik denk dat ik er nooit echt bovenop ben gekomen. Kijk naar Romain Febvre, die dit jaar als rookie wereldkampioen in de MXGP wordt. Bij hem valt dit jaar alles op zijn plek, zoals het moet. Zo is het bij mij ook jaren achtereen geweest. Dit jaar ging het rijden niet goed, de voorbereiding was niet goed en mentaal was ik niet goed. Enorm veel pech… het was een jaar van janken. Ik was er na de crash in de Tsjechische GP ook helemaal klaar mee. Ik was bijna blij dat het over was. Nu kan ik me tenminste helemaal richten op mijn herstel.”
In de eerste acht of negen Grands Prix van 2015 heb je ook ‘slechts’ vier keer gewonnen. Maar dat bleek toch voldoende voor een gigantische puntenvoorsprong in het WK.
“Het probleem was dat ik óf won, óf tweede werd. De anderen wonnen een manche en werden dan weer een wedstrijd zesde of negende. Voordat ik Teutschenthal (D) viel, stond ik 139 punten voor. Wat daar gebeurde (een mislukte sprong al in de eerste ronde leverde een gebroken sleutelbeen op, red) was gewoon mijn eigen fout, maar die val bij de volgende GP in Zweden… Daar snap ik echt niks van… Ik schoof gewoon weg. Negen van de tien keer sta je dan gewoon op; ik stond ook wel op, maar wel lag mijn pink er bijna af. Die was blijkbaar ergens tussengekomen bij de val. Gevolg was dat ik de Letse GP een week later moest missen. Tsjak, weer maximaal 50 punten misgelopen… Maar ondanks al die valpartijen en blessures was er nog niets aan de hand wat het WK betreft. Tot de GP in het Tsjechische Loket, eind juli. Daar schoof ik weg over een bult, waardoor ik viel en vervolgens werd aangereden. Is dat pech? Is dat eigen schuld? Dat ik viel was inderdaad mijn eigen schuld, maar meestal springen ze dan wel langs je heen. Maar alles zat tegen dit jaar, dus terwijl ik opkrabbelde werd ik vol aangereden, met een zware heupblessure als gevolg, waardoor het seizoen echt over was. De besten hebben allemaal wel eens zoiets meegemaakt. En ja, ik ook.”
Zijn er dingen waarvan je denkt ‘die moet en kán ik in de toekomst voorkomen’?
“Ik denk dat ik in Spanje en in Duitsland ben gevallen door mijn haast, terwijl ik het hele jaar zoiets had van ‘rustiger worden, rustiger worden…’. Dat heeft me niet de titel gekost, maar wel een stap terug gezet. Door de blessures had ik bij elkaar opgeteld toch vijf weken niet gereden en daarna is het toch weer even wennen. In Loket had ik ‘het’ niet en ik heb toch dat winnaarsinstinct. Maar om te kunnen winnen, moet je honderd procent fit zijn. Dat ben ik dus het hele jaar niet geweest. Het was alsof ik tegen een muur liep.”
Toch dacht ik dit jaar een aantal keren dat we naar een nieuwe Herlings zagen, die niet per se met 30 seconden voorsprong hoefde te winnen.
“Dat heb ik vooral de eerste GP’s gehad, maar halverwege het jaar kwamen Frankrijk, Engeland, Italië; de moeilijkste banen voor mij. En de banen die na mijn heupblessure kwamen – Lommel, Mantova, Assen, Glen Helen – daar kon ik bijna niet verliezen! Nee, ik geloof niet dat ik in een oude fout ben vervallen. Dat ik vorig jaar mijn been brak was stom en had niet mogen gebeuren. Dit jaar was het pech, daar ben ik stellig van overtuigd. Ik had wel dit jaar de neiging om zo snel mogelijk naar de kop te rijden. Dat had ik niet moeten doen. Maar dat is allemaal achteraf gepraat. Wat veel mensen ook niet wisten: bij mijn crash in Spanje had ik vier uitsteeksels van mijn rugwervels gebroken. Daar kun je mee rijden, maar het doet wel erg veel pijn. Ik wilde dat tegen niemand zeggen, omdat je ook je tegenstanders er sterker door kunt maken. Tijdens die periode reed ik van wedstrijd naar wedstrijd, zonder te kunnen trainen.”
Heb je dit jaar ook nooit gedacht dat je beter was dan de rest?
“Geen moment. Ik wist dat ik meer talent heb en een betere techniek heb dan alle andere rijders achter het hek, maar al die jongens hebben in de winter veel meer kunnen doen dan ik. Ik begon met een achterstand, ook conditioneel. De motor heb ik niet op punt kunnen afstellen. Ik liep gewoon achter op de rest. Normaal heb ik ook nooit last van zenuwen en als ik niet val, win ik. Zo is het drie jaar geweest. Nu begon ik tegen jongens op te kijken…. Nou ja, opkijken…. Ik was gewoon niet zeker van mijn zaak. Het was het tweede jaar dat ik vergooid heb. Volgend jaar wil ik weer de oude zijn. En als ik fit ben, hoef ik voor niemand onder te doen. Zeker niet in de MX2.”
Toen je in Loket misging, wat dacht je dat je had?
“Ik dacht eerst dat ik weer mijn bovenbeen had gebroken. Het was precies hetzelfde gevoel als in 2014. Maar toen zag ik dat die knobbel die in de kom van je heup moet zitten, helemaal er langs mijn bekken uitstak. Ik kon niet helder nadenken. D’r was even paniek. Achteraf viel het eigenlijk nog wel mee. Bekken netjes gebroken, heup uit de kom en kapot, maar geen pinnen of schroeven er in, alleen een nietje dat de boel bij elkaar houdt.”
Als je weet dat het seizoen er op zit, ga je toch vast ook nadenken. Vorig jaar werd je ook al geconfronteerd met de gevaren van de sport. En je bent pas…
“Twintig. Ik heb vier jaar bijna zonder blessures gereden en in één jaar komt alles tegelijk. Het is een levensgevaarlijke sport, als je het allemaal nagaat. Daar moet je eigenlijk niet over nadenken. Dan heb je ook geen leven. Stoppen is te vroeg voor mij. Het is mijn werk en ik voel ook de liefde voor dat werk. Ik vond het al geweldig voordat ik nog maar één wedstrijd had gewonnen of één euro had verdiend. Je kent de consequenties. En niks is te voorspellen in het leven.”
Zijn er naar aanleiding van wat er de afgelopen twee seizoenen is gebeurd nu dingen die je wilt veranderen binnen je KTM-team? Oud-wereldkampioen Dave Strijbos liet in een krant weten dat hij vond dat het team jou had moeten afremmen.
“Nee, ik wil niks veranderen. Met die mensen werk ik al zes jaar samen en we hebben hele goede momenten meegemaakt. En nu ook een op-en-top slecht jaar. Ik weet wat ik aan deze mensen heb. Het is allemaal achteraf praten. Was het slimmer geweest om Loket te laten schieten en in Lommel weer te beginnen, nadat ik in Zweden die vingerblessure opliep? Achteraf wel, maar starten in Loket was op dat moment de beste keuze. Het heeft slecht uitgepakt. Ik wilde er in Loket bij zijn omdat ik dacht dat op halve kracht nog steeds wel twee keer vierde of vijfde had kunnen worden. Vorig jaar kwam ik in Mexico vier punten te kort en als ik eerder dat jaar wel had gereden in Brazilië (toenmalig teammanager Stefan Everts liet de van een blessure herstellende Herlings toen thuis rusten, red) had ik daar misschien nog wel een paar belngrijke punten gepakt.”
Heb je er wel eens aan gedacht om samen te gaan werken met een sportpsycholoog?
“Nee, want tot vorig jaar juli was ik mentaal ontzettend sterk. Dit jaar was het niet super. Ik heb niets tegen sportpsychologen, maar ik denk dat ik zelf genoeg bereikt heb om mezelf er weer uit te krijgen. Daar heb ik geen sportpsycholoog voor nodig, denk ik. Weet ik niet. Misschien ooit, in de toekomst. Wij zijn stoere jongens en we doen soms dingen die een normaal mens niet snel zou doen. Ik denk dat wij zo iemand niet snel nodig hebben.”
…en er ook minder voor open staan?
“Ook, ja. Ik wil alleen maar een goede voorbereiding hebben. Ik wil de motor op punt krijgen zoals ik ‘m wil. Daar heb ik dit jaar vanwege de blessures de tijd niet voor gehad. Lukt het voor komend jaar wel, dan denk ik dat ik er 200 procent klaar voor ben. En het seizoen is ook zó lang; dit jaar was het misschien wel heel extreem, maar een subtopper wordt nu waarschijnlijk wereldkampioen. Geen enkele topper in beide GP-klassen heeft dit seizoen alle GP’s gereden vanwege blessures: Ryan Villopoto, Tony Cairoli, Clement Desalle, Max Nagl en bij ons in de MX2 ikzelf, Jordi Tixier, Dylan Ferrandis, Aleksandr Tonkov… Het is anno 2015 dus gewoon heel belangrijk om in deze sport heel te blijven. Voor mij staat dat al bijna gelijk aan een wereldtitel in de MX2!”
Want je bent beter dan Tim Gajser en Max Anstie?
“Ik heb de laatste drie jaar laten zien dat ik ze altijd kon verslaan als ik fit was. Op alle soorten circuits. Wanneer ik constant ben, moet ik weer wereldkampioen kunnen worden. Er was een reden dat ik bijna 140 punten voor stond. Ja, ik was de beste, maar ik werd geen wereldkampioen. En kijk naar vorig jaar: toen stond ik 145 punten voor vóór mijn blessure en werd Jordi Tixier toch wereldkampioen. Terwijl Arnaud Tonus en Glenn Coldenhoff, die beiden ook geblesseerd raakten, eigenlijk beter waren dan Tixier. Maar die bleef heel, had aan het eind de meeste punten en pakte dus de titel.”
Op je Facebook -pagina vroeg je je ook af ‘waarom ik’. Heb je daar al het antwoord op gevonden?
“Nee, helaas is niemand dat antwoord komen brengen! Het was gewoon frustrerend om mee te maken. Dat je zo hard werkt en elk minuscuul foutje wordt zo hard afgestraft. Ik weet, ik heb zelf de foutjes gemaakt, maar dat je dan zoveel pech hebt… Dat is mentaal heel zwaar. ”
Had je zelfmedelijden?
“Ja, toen ik daar in Loket lag, dacht ik ‘nou heb ik al zoveel gepresteerd, maar waarom doe ik dit toch eigenlijk’. Inmiddels mis ik al weer het gevoel om op de motor te zitten. Maar als het slecht gaat, wil je ‘m wel in de fik steken. Op Facebook zet ik wat ik zelf wil. Het is mijn persoonlijke mening. Als mensen daar moeite mee hebben, dat is ieders keuze. Ik denk dat de meeste mensen de eerlijkheid ook wel waarderen, hoe ik het als sporter emotioneel voel. Maar ik hou me niet bezig met de reacties; ieder z’n eigen mening. Je hebt altijd mensen die voor of tegen je zijn.”
Inmiddels is bekend geworden dat de structuur binnen het KTM-team gaat veranderen en dat de Belgische oud-wereldkampioen Joel Smets is aangetrokken als Sports Director bij KTM. Wat gaat zijn rol voor jou worden?
“Dat weet ik eerlijk gezegd nog niet. Ik weet dat hij enorm gemotiveerd is. Ik heb gezien dat hij met Kevin Strijbos (bij Suzuki, red) mee ging trainen, meehielp om de motor ‘zuiver’ te maken, filmde en de beelden besprak… Dat is eigenlijk wat ik bij Stefan Everts miste. Ik denk echt dat Joel Smets mij een nog betere rijder kan maken. Hij is fel, maar niet bot. Hij kan het op de juiste manier brengen. Hij heeft heel veel technisch verstand en kan bijvoorbeeld vering wisselen, hij weet hoe iets moet werken. Ik zie in hem de dingen die Stefan niet deed. Stefan ging bijna nooit mee naar trainingen, omdat hij te druk was. Joel is er echt voor de rijder.”
Je hebt al aangegeven dat het volgend jaar weer MX2 wordt en dat de overstap naar de MXGP dus nog minimaal een seizoen op zich laat wachten.
“Het is nog niet definitief beslist. Ik wilde eigenlijk heel graag naar de MXGP als ik de MX2-wereldtitel had behaald. Maar het is voor mij heel moeilijk. Ik vind ook dat ik twee jaar heb gefaald, doordat ik KTM niet de wereldtitel heb kunnen brengen. Vorig jaar was het gelukkig mijn toenmalige teammaat Tixier voor KTM en ik hoop heel erg dat het mijn huidige teammaat Pauls Jonass nu lukt. Maar ik vind dat ikzelf gefaald heb. Ik weet het nog niet, ik ben er ook voor mezelf nog niet uit. Ik wil eerst ook nog de 250, de 350 en de 450 testen. Twee maanden voor het seizoen moet ik beslissen, en natuurlijk gaat het er ook om wat KTM wil. Ik wil heel graag, maar ik wil ook mezelf bewijzen en laten zien dat ik weer een heel jaar dominant kan zijn. Om realistisch te zijn: domineren in de MXGP is niet reëel, zeker niet na alle pech die ik heb gehad.”