Interview Jasper Iwema
Met de Tsjechische FGR/Honda werd 2012 een zware beproeving voor Jasper Iwema. Vlak voor de Japanse WK-race nam hij, murw gebeukt door tegenslag, valpartijen en de onbuigzame houding van het team gedesillusioneerd afscheid van de Tsjechen. Tijdens de laatste Grand Prix in Valencia werd hij met Jakub Kornfeil gepresenteerd als het duo voor RW Racing GP van teambaas Roelof Waninge. Voor MotoPlus duikt Iwema op de drempel van zijn vijfde seizoen als Grand Prix-coureur in een fotografisch verleden en legt de link naar de tijd van nu. Foto: Bij de ingang van de pitlane op het Franse circuit Charade nabij Clermond-Ferrand heeft blijkbaar iedereen een ‘pit pass’ gekregen voor de Franse Grand Prix van 1974. “Dit is totaal ondenkbaar nu! Het is sowieso nu beter. Kijk naar het stro op de baan, de mensen in de pitlane en zelfs op het circuit om te kijken… Ik weet niet in hoeverre ze nu zijn doorgeslagen met het uitdelen van pasjes en wie waar mag komen. De sport is natuurlijk veel groter geworden door de media. Ik denk ook wel dat die beperkingen voor een deel noodzakelijk zijn. Na 2009 is twee jaar geprobeerd om een afgescheiden deel voor de MotoGP-hospitality’s te maken waar het zelfs nog moeilijker was om in te komen. Terwijl dat juist voor gasten mooi is om te zien. Daar is men weer van teruggekomen en ik vind dat positief. Negatief is dat dit jaar Moto2- en Moto3-coureurs geen campers mee mogen plaatsen in de paddock. Daardoor heb je eigenlijk geen plaats meer om je terug te trekken. Alleen in de truck van het team, want hospitality units zitten vaak vol waardoor je niet tot rust kunt komen. Iedereen wordt nu bijna verplicht om in hotels te overnachten. Er wordt gezegd dat er gebrek aan ruimte is in de paddock, maar ik zie niet dat het te vol raakt. Het brengt ook weer extra kosten met zich mee, omdat de hotels in zo’n weekend ook een een nulletje achter de normale prijzen zetten. Verder weg van het circuit zijn hotels goedkoper, maar als wij op zondagochtend om 8.40 onze warm up hebben, moeten we misschien al om zes uur weg. Als je puur kijkt naar het spelletje op zich, vind ik dit niet goed. Als de enige plek om je terug te trekken de achterkant van een vrachtwagen is, vind ik dat niet topsport-waardig. En wij hebben het dan binnen ons team nog goed voor elkaar. Deze foto? Ik denk dat het normaal is dat er zo’n evolutie heeft plaatsgevonden.” Foto: Terwijl zijn passagiere Dane Rowe even op pad is, pakt zijspanrijder en constructeur Rudi Kurth naast zijn BMW rust in zijn bescheiden tentje. “Dit vind ik mooi! Hier gaat het echt om het racen. Zo zijn Scott Redding en Marcel Schrötter de maand januari doorgekomen. Met een bus van Jan (Abbink, sponsor en mentor, FW) met daar een stapelbed in gemaakt en met vier motoren. Zo zijn we van circuit van circuit ‘gehopt’ in Spanje. Zelf een potje koken op een gaspitje zoals hier… Dat is back to basic, de romantiek van de motorsport, echt waar het om gaat… Jij en de motor. Het liefst zou ik zien dat er overal nog zulke tentjes zouden staan, maar dat is niet realistisch. Niet meer van deze tijd. Voor Scott, Marcel en mij was het Supermotard-rijden en het crossen een goede manier om het gevoel te houden en je stapt makkelijker over problemen heen. Zo’n fiets glijdt toch en je kunt je echt focussen op het hard gaan. Daarnaast moet ik in de Moto3 leren om de achterrem meer te gebruiken en dat kun je op dit soort motoren perfect oefenen. Een ander punt is dat je rijdt met behoorlijk grote motoren op kartbanen en je leert voor een bocht in één keer naar een enorme hellingshoek gaan. Dat helpt om hard rond te gaan omdat je geen andere keus hebt dan om zo te rijden. Ik rijd nu met een KTM 450 en dat kun je als een speeltje zien, omdat het voorwiel steeds maar de lucht in wil. Je moet zelf de controle houden. Zo leer je om een stukje agressiever te rijden. Op een crossbaan is elke ronde anders en daarom moet je aan je concentratie werken. Daarnaast komt er ook kracht bij kijken. Afgezien daar van, het blijft natuurlijk een motorfiets en dat is altijd goed.” Foto: Gadegeslagen door een hooggeëerd publiek crossen de coureurs Tom Herron en Ulrich Graf over een baantje, aangelegd in het rennerskwartier. “Dat lijken Cal Crutchlow en Ralf Waldmann wel! Voor coureurs is dit soort dingen pure ontspanning. Coureurs onder elkaar zoeken toch de competitie op, toch weer vanwege die adrenaline. De afgelopen jaren heb ik ook behoorlijk wat van die gekkigheid meegemaakt. Na de trainingen op het circuit, maar vooral op de weggetjes langs het circuit met het scootertje. Vaak met Scott, Jonas Folger, Danny Webb en ook Marcel Schrötter als de harde kern.” Deze coureurs zijn beide dodelijk verongelukt. In 2010 en in 2011 zijn Shoya Tomizawa en Marco Simoncelli verongelukt. Wat heeft dat met jou gedaan? “Eh…. Het komt minder geregeld voor, maar nog te vaak. Als coureur hebben die twee ongelukken nagenoeg geen impact op me gehad. Ik ben er niet anders door op de motor gestapt. Maar als mens heeft me zeker geraakt. Je kunt ook niet zeggen dat het ene ongeluk erger was dan het andere. Hoewel je tegen elkaar strijdt, is het toch één grote familie die dezelfde passie deelt. Dan komt het erg dichtbij. Als zoiets gebeurt, is het natuurlijk een gespreksonderwerp, maar dat wordt minder. Het wordt niet vergeten, zeker niet. Ik geloof ook niet dat coureurs er banger door worden. In beide situaties was het ook een samenloop van omstandigheden die verkeerd afliep.” Foto: De gecrashte Yamaha-fabrieksrijder Hideo Kanaya probeert op Imola zelf de na de val ontstane olievlek schoon te maken. “Dit is natuurlijk één van de redenen waarom die dodelijke ongelukken vaker voor kwamen. Kijk waar die man staat te vlaggen in de bocht, ook nog eens midden op de baan. En op de ideale lijn staat de coureur zelf de olievlek weg te poetsen. Ik vind het een prachtig beeld, maar dit is natuurlijk vragen om problemen. Er is ook totaal geen uitloop. De dodelijke ongelukken van de laatste tijd hebben ook niks met dit soort situaties te maken. Ik voel me tegenwoordig toch echt wel veilig op de circuits. Misschien worden moderne circuits wel wat te klinisch, hoewel ik daar niet echt mee bezig ben, eerlijk gezegd. Het publiek zit op nieuwere banen misschien wel wat te ver weg, maar als ik echt iets mis van toen is hoe de banen tegenwoordig zijn aangelegd. Veel van die nieuwe circuits zijn wel mooi om te rijden, maar met de computer bedacht. Op het oude Assen had je nog die verkanting en die natuurlijke loop van de baan. Circuit Of The Americas (in Austin, Texas, FW) is dit jaar nieuw voor ons. Zoals ik het heb gezien, zitten er spectaculaire stukken in, maar ook echt typische ‘computerbochten’, vooral voor de Formule 1. Van die driehoeks bochten, een daarvan na een ontiegelijk lang recht stuk. Dat nodigt niet echt uit voor de motor.” Foto: MV Agusta-coureur Phil Read steekt nog eens een sigaret op na een wedstrijd. Da’s nog eens wat anders dan een energy-drink van de sponsor! “Volgens mij is het nog meer dan een sigaretje, of niet? Ik ken natuurlijk de verhalen van vroeger, over pakjes shag in de laars of in het pak. Dit kun je je nu niet meer voorstellen. Vroeger was alles wat makkelijker. Niet alleen met de veiligheid, zie je hier. Ik ben in de winter juist hard aan het trainen om conditie op te bouwen en gedurende het seizoen onderhoud je het dan. Ik boks en fiets veel en daarnaast ben ik met voeding bezig, mental coaching… Alles wat er bij hoort. En een klein beetje werken bij Jan (Abbink) in de fabriek. Vroeger was het natuurlijk ook anders. Je stapte in je busje, maakte de motor klaar, reed een training, gooide een stuk vlees op de barbecue, dronk eens wat… Die hele benadering was totaal anders. Ja, ik zou wel toen geleefd willen hebben. Ik zeg niet dat ik het ook allemaal zo had gedaan, maar ik vind het wel gaaf. Hoewel ik wel begrijp dat dit niet meer van deze tijd is.” (reserve) Foto: Wat nou teamkleding, ‘flashy’ motorhome of hospitality unit? De jonge Kenny Roberts relaxt in 1973 voor de 200 Mijlen van Imola gewoon tegen een busje. Geen stress. “Geen eigen camper dus. Die kant gaan wij ook weer op! Dus als je mij dit jaar eens een keer zo in de paddock ziet zitten, weet je waarom dat is. Op de foto wordt hij ook niet belaagd door fans, hoewel die destijds behoorlijk veel vrijheid hadden. Ik denk dat er toen minder op handtekeningen gejaagd werd. Op dit moment zijn de toppers in de sport helden en de afstand naar het gewone publiek is groter geworden. Dit is dus niet meer voor te stellen.” Foto: Jasper Iwema op de Kalex/KTM van RW Racing GP. “We gaan een mooi seizoen tegemoet. Los van mijn voorbereiding, die totaal anders was dan de afgelopen jaren, kom ik nu terecht in een goed team en op een goede motor. Eind december ben ik dus voor een maand training met de Supermotard en de crosser naar Spanje gegaan. In februari hebben we de eerste testen gehad in Valencia en Jerez die zonder voor mij al te veel stress allemaal volgens plan liepen en ik kan me helemaal richten op het rijden. We weten dat we veel werk hebben te doen, met name om de vijf kilo die ik bij moet plakken (minimum gewicht in de Moto3 van rijder en machine is 148 kilo, FW), verdeeld over de motor. Vorig jaar hoefde ik maar ongeveer een kilo bij te plakken, omdat die motor zwaarder was. Ik heb tijdens de testen van dit jaar alleen maar gereden met de 2013-Kalex/KTM. De kuip is groter geworden, maar voor de rest is de motor compacter. Het hele traject is uitgestippeld om klaar te zijn op 7 april voor de eerste race in Qatar. Dan moeten we er staan. Ik denk dat we de goede kant op gaan. We zijn ook echt nog helemaal niet bezig geweest met tijden (Iwema was 26e in Valencia en achttiende in Jerez, FW), omdat we vooral gewerkt hebben aan die gewichtsverdeling op de motor. Als je in Jerez een goede basis hebt, kun je daar de rest van het seizoen vaak op terug vallen. Het team heeft er ook echt op gehamerd dat er tijdens die testen geen punten te verdienen zijn. Nu zaaien, dan oogsten. Dat proces verloopt gewoon goed. Ik voel me ook goed op de motor. Er was heel veel waaraan ik moest wennen, met name de kleine probleempjes waar we tegen op liepen met dat extra gewicht. Dat kost gewoon tijd en die tijd moet je jezelf ook geven. Met name de ene droge testdag op Jerez voelde het dat we op de goede weg waren.” Teambaas Roelof Waninge vertelde in MotoPlus dat er ook voor jou dingen moesten veranderen. “Het feit dat ik nu in een Nederlands team zit, maakt het praten met pers en sponsoren makkelijk. Dat soort uitspraken worden dan gedaan, maar eigenlijk doe ik al vier jaar aan mental coaching, al twee jaar aan boksen. Tuurlijk zijn er dingen die anders moeten, maar elk jaar verander ik wel iets om de kant op te gaan waar ik heen wil. Mediatraining heb ik in het verleden ook wel gehad. Het is niet zo dat ik nu plotseling dingen anders doe en dat er dit jaar een nieuwe coureur aan de start zal verschijnen.” Je teamgenoot Kornfeil heeft al gezegd dat hij tevreden is met top 8-klasseringen. Waar zie jij jezelf staan? Het veld is in de breedte dankzij meer goed materiaal breder geworden. Er zijn nu bijvoorbeeld zeven Kalex/KTM’s, vorig jaar nog maar vier. “In eerste instantie gaan we het seizoen in met de doelstelling dat Jakub bij de eerste acht finisht en dat ik tussen de tiende en vijftiende plaats zit. Natuurlijk zijn mijn ambities hoger en ik heb ook echt het vertrouwen dat ik weer terug kan komen op het niveau van 2010 (Iwema was toen zestiende in het 125 cc-WK, FW). Ja, dat heb ik vorig jaar ook gezegd, maar toen is het allemaal wat anders gelopen. Ik denk echt dat het nu kan.”